3. genoomorganisatie en evolutie Flashcards
(42 cards)
de basisvereisten van dna
- erfelijke informatie doorgeven aan het nageslacht
- aanpassing aan omgeving via genetische variatie
- expressie en controle van dit erfelijk materiaal
waarvoor is genoomanalyse nuttig
- belangrijke/geconserveerde regio’s opsporen
- evolutie en afstamming nagaan
verschil tussen reproductief en therapeutisch klonen
therapeutisch: de ICM cellen worden geisoleerd
reproductief: de blastocyst wordt teruggeplaatst
wat is de c value paradox
- stelt dat de grootte van het haploid genoom niet altijd overeen komt met de complexiteit van dat organisme
wat is typisch aan een eukaryoot, bacterieel (prokaryoot), viraal genoom qua organisatie ervan
eukaryoot: dubbelstrengig, lineair, georganiseerd in chromosomen
prokaryoot: dubbelstrengig, circulair
viraal: dubbel- of enkelstrenging, lineair of circulair
wat is syntenie en wat toont dit
concept dat duidt op het feit dan binnen verschillende de volgorde waarin bepaalde genen voorkomen behouden blijft
Bij een verschillend chromosoomaantal blijft die volgorde ook grotendeels bewaard alleen verspreid over verschillende chromosomen; zoals bv bij muis en mens
het toont dat deze een gemeenschappelijke voorouder hebben
wat is een gen
een stuk coderend dna voor eiwit of ncRNA
genen hebben veel functies, voor welke functie is het verschil in aantal genen tussen pro- en eukaryoten aanzienlijk en waarom
- eiwitadressering
- prokaryoten hebben al die organellen die om eiwitadressering vragen niet
hoeveel eiwit-coderende genen hebben mensen
22 k
hoe kan je de c value paradox verklaren
- bij organismen waarbij het genoom heel groot is, kan deze toename te wijten zijn aan repetitief dna
- het genoom is dan wel groter maar de hoeveelheid coderend dna niet, en dus de complexiteit van het organisme zal ondanks het grotere genoom niet per se groter zijn
welke soorten repetitief dna kunnen in de intergenische regio’s voorkomen
tandem herhaalde sequenties
verspreid herhaalde sequenties
wat is een synoniem voor tandem herhalingen en waarom
- satelliet dna
- dit dna is minder dens dan de rest van het genoom omdat het GC gehalte lager is
welke klassen tandem repeats zijn er + voorbeelden/toepassing
- satellieten: thv centromeren en telemeren
- minisatellieten -> VNTRs voor fingerprinting
- microsatellieten -> STRs typisch voorbeeld is CA dinucleotide
verspreid herhaalde sequenties
- vnl transposons
- obv lengte heb je SINE en LINE
- vb van SINE: Alu
- vb van LINE: LINE-1
waarom spreek je over transposons als parasitair dna
de sequenties kunnen zich verplaatsen in het genoom en vermenigvuldigen
welke categorieën repetitief dna zijn er + voorbeeld
- hoog repetitief dna: tandem repeats
- gemiddeld repetitief dna: verspreid herhaalde sequenties/transposons
- uniek dna: coderend dna
hoe groot is het MT genoom
17 kB
wat is horizontale gentransfer en welke vormen bestaan er
de overdracht van heet genoom van het ene naar andere organisme
- conjugatie
- transformatie
- transductie
conjugatie
- f plasmide is essentieel om f pilus te vormen
- van f- naar f+ stam
- leidt op zich tot weinig variatie
- maar f plasmide kan geïncorporeerd en via excisie weer uitgestoten worden
- het f plasmide kan resistentiegenen meedragen en overdragen
wat is een hfr cel en wat is het gevolg
- een bacterie die het f plasmide in zijn genoom heeft geïncorporeerd
- is nog tot conjugatie in staat en kan stukken van zijn genoom doorgeven waar bv antibioticaresistentiegenen in zitten
- kan het f plasmide via excisie weer uitstoten en zo een f plasmide na replicatie weer overdragen met nieuwe kenmerken (omdat de excisie veelal niet correct verloopt)
hoe kan conjugatie toch tot genetische variatie leiden
door de vorming van een hfr cel
transformatie
het dna wordt uit het omringend milieu opgenomen
welk experiment maakte gebruik van transformatie
experiment van griffith
transductie
- bacteriofaag infecteert de bacterie
- de injectie van het viraal genoom is lekvrij
- de bacterie maakt nieuwe faagpartikels en stoot deze na lysis uit