6. Het ontstaan van genetische variatie Flashcards
(38 cards)
tot wat kunnen puntmutaties aanleiding geven
- de novo varianten in gameten
- somatisch mozaicisme
- reverted mozaicisme
- mutation loaded cellen
- bacteriele resistentie
wat test de AMES test
- de mutageniciteit van moleculen
- deze kunnen puntmutaties veroorzaken waardoor er een mutatie terug muteert
- bv na toevoeging van de mutagene stof aan salmonella bacteriën die geen His meer kunnen aanmaken muteert dit defect terug en kunnen ze wel weer groeien
wat ligt aan de basis van bacteriele resistentie
- bacteriën delen heel snel
- een onstane puntmutatie kan heel snel uitgeselecteerd worden
wat blokkeert rifampicine
- rna polymerase
wat bepaalt in welke mate een bacterie zich kan vermenigvuldigen
- het genetische
- waar die zit
reverted mozaicisme en waar zie je dit vaak
- in huidaandoeningen
- epidermale cellen delen veel en snel
- door toeval kan een mutatie ontstaan waardoor een cel met selectief voordeel onstaat
- je krijgt dan een soort eilandjes
welke mutaties kunnen zorgen voor reverted mozaicisme
- gen conversie
- crossing over
- deleties
- ‘terug’ mutaties door toeval
wat kan een oorzaak van de novo varianten zijn
- spermacellen delen heel veel
- kans is groot dat er een mutatie in komt
- als deze op een kritische plaats zit kan dit aanleiding geven tot een ziektebeeld
welke factoren kunnen de novo mutaties stimuleren
- hoge leeftijd: celkwaliteit is lager + cellen hebben al vaker gedeeld waardoor mutaties geaccumuleerd kunnen zijn
- mate waarin DNA schade optreedt
- functionaliteit van DNA repair mechanismen
- mate waarin replicatiefouten optreden
mechanisme achter somatisch mozaicisme
- vroeg in embryonale ontwikkeling ontstaat een mutatie (bv puntmutatie of door exogene factoren) tijdens de celdelingen
-> bv mozaïek voor genetische aandoening - ook op latere leeftijd kunnen celdelingen of exogene factoren somatisch mozaicisme veroorzaken wat veelal aanleiding geeft tot tumoren
homologe recombinatie
- belangrijk voor variatie te creëren
- tijdens profase 1 van meiose als homologen aligneren
- strenginvasie: twee nicks
- vorming holliday junctio
- twee 180 rotatie
- recombinatie chromosomen
genomische herschikkingen
- homologe recombinatie
waarom zijn de twee 180 graden rotaties belangrijk bij homologe recombinatie
- anders is er enkel wat uitwisseling tussen de geinvadeerde strengen, geen volledige stukken chromosoom worden uitgewisseld
- nodig om echte recombinante chromosomen te krijgen
wat is de holliday junction
- verbinding tussen twee dna moleculen, en hun vier strengen tijdens de recombinatie
- ontstaat na strenginvasie
belangrijk bij holliday junction
- deze koppeling kan verschuiven
- dit beïnvloedt de stukken dna die zullen uitgewisseld worden
somatische recombinatie betekenis
- gebeurt B cellen en is nodig voor antilichaamdiversiteit -> je wilt zoveel mogelijk antigenen kunnen uitschakelen
stappen in somatische recombinatie
- B lymfocyten rijpen in beenmerg
- er komen genen tot expressie die gecombineerd worden om antilichamen te maken: V, D, J genen
- dan gaan de B cellen naar lymfeknopen voor antigen contact
- AG - B cel receptor interactie stimuleert de b cel die juiste type antilichaam kan maken (bepaalt door VDJ combinaties) te delen en massaal antilichamen te maken
- hiervoor gebeurt eerst affiniteitsmaturatie door hypermutatie en class switching van IgM naar IgG om de antilichamen te perfectioneren
- IgG antilichamen bevatten ook geheugen
2 stapsproces in antilichamen
- initiele vorming: VDJ recombinatie met RAG1 en RAG2 recombinasen
- na AG contact: hypermutatie door AID en class switching
wat gebeurt er als de VDJ recombinatie niet succesvol is
- het ander allel wordt gebruikt
- als ook dit niet lukt sterft de b cel af
mechanisme achter unequal crossing over
- tijdens de meiose is er een foutieve alignatie
- ongelijke verdeling van chromosomaal materiaal over de dochtercellen
- duplicaties en deleties
wat is de belangrijkste oorzaak van duplicaties en deleties
unequal crossing over, die op zijn beurt te wijten is aan transposons die het genoom vatbaar maken voor deze fouten
voorbeeld van belangrijke aandoening, veroorzaakt door unequal crossing over
- spinale musculaire atrofie
- deletie vn SMN1 gen
- SMN2 gen (ook door duplicatie ontstaan ooit) heeft in exon 7 een C > T variant
- geeft in het meeste van de gevallen een slice site variant zonder functioneel eiwit
elementen van een transposon
- IS: insertiesequentie
coderend deel voor transposase
geflankeerd door inverted repeats - direct repeats die for het target dna komen en niet mee migreren
- werken via cut and paste mechanisme
transpositie
- transposase knipt in het target dna thv een tandem repeat -> 5’ overhangende deeltjes
- transposase knipt thv inverted repeats van het donor dna
- het transposon wordt aan de 5’ eindjes gehecht door transposase
- dna polymerase verlengt de 3’ uiteinden en ligase fixeert