5. DNA schade en herstelmechanismen Flashcards

(27 cards)

1
Q

verschil tussen mutaties en varianten

A

mutatie: verandering in het dna zoals chemisch of op sequentieniveau
variant: duidt op een afwijking tov de referentiesequentie; kan goedaardig of pathogeen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

mutaties en kanker

A
  • er accumuleren mutaties totdat er een cel is met een selectief voordeel tov de rest die snel kan delen en niet door het immuunsysteem opgeruimd wordt of wordt weggeselecteerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat wordt vaak gemethyleerd in het genoom en wat is het gevolg

A
  • cytosines in een CpG dinucleotide
  • 5 methylcytosine wordt makkelijk gedeamineerd ovv thymine
  • je krijgt dus een puntmutatie die moeilijk herkend wordt door herstelmechanismen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ENU mutagenesis

A
  • je hecht een ethylgroep aan thymine die in een volgende replicatie als c wordt herkend waardoor een g wordt ingebouwd
  • je induceert mutaties om bv genotype fenotype correlaties te onderzoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat bepaalt het effect van een mutatie

A
  • het type mutatie
  • de locatie van de mutatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe kan dna hersteld worden na replicatie (maw fouten die niet door proofreading van dna pol herkend zijn )

A
  • base excision repair
  • mismatch excision repair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

base excision repair

A
  • voor T-G mismatchen of structureel beschadigde basen
  • dna glycosylase breekt de glycosidische binding
  • APE1 eiwit knipt de streng
  • AP lyase (deel polymerase) knipt het suiker eruit
  • polymerase bouwt terug de juiste base in
  • ligase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

mismatch excision repair

A
  • net na replicatie heb je hemigemethyleerd dna: dit is de window waarbinnen dit mechanisme mogelijk is
  • MutS loopt over dna en bindt thv mismatch
  • MutH herkent hemigemethyleerd dna en weet zo dat dat de dochterstreng is
  • mutL vormt brug
  • MutH knipt de dochterstreng
  • dna tss muth en muts worden verwijderd en door polymerase en ligase hersteld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

mismatch excision repair bij mensen

A
  • MSH eiwitten -> MutS homologs spelen een rol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ziekte gelinkt aan defect in MSH genen

A
  • hereditary non polyposis colon cancer
  • deze personen missen dit herstelmechanisme waardoor fouten na replicatie kunnen accumuleren, waaronder thv kritische regio’s die kanker veroorzaken
  • darmepitheel deelt veel en is ook error prone dus extra gevoelig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat kan er naast mutatie-accumulatie optreden bij defecten in mismatch excision repair

A
  • microsatelliet instabiliteit
  • wanneer er bv een insertie is van zo een CA dinucleotide wordt dit niet hersteld
  • je krijgt expansie wat tot instabiliteit en ontregeling van de cel kan leiden
  • in het tumorweefsel zal je typisch meer repeats zien dan normaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voorbeelden van structurele beschadiging in de dna helix

A
  • breuken
  • T-T dimeren
  • cross links
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

nucleotide excision repair

A
  • herstel van T-T dimeren, uitgelokt door bv UV -> dna structuur verstoord waardoor replicatie, transcriptie etc bemoeilijkt wordt
    1. XP-C en 23B herkennen de dimeerr
    2. TFIIH rekruteert en ontwindt de helix door helices activiteit
    3. XP-G en RPA komen voor verdere helicase en stabiliseren een bubbel
    4. XP-G en XP-F knippen het dna
    5. DNA polymerase en ligase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

defect in NER pathway

A
  • xeroderma pigmentosa
  • deze mensen zijn extreem gevoelig aan uv omdat ze de schade niet kunnen herstellen (die door uv veroorzaakt wordt)
  • ontwikkelen snel huidtumoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

herstelmechanismen voor structurele beschadigingen in het dna, eerder dan fouten door dna polymerase

A
  • NER
  • non-homologous end joining
  • homologous end joining
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

non-homologous end joining

A
  • dubbelstrengige breuken door stralingen
  • Ku en DNA afhankelijk proteïne kinase vormen een complex
  • twee van deze binden thv het einde van de gebroken dna strengen
  • de overhangende eindjes worden eerst verwijderd
  • ligatie
17
Q

gevolgen van NHEJ

A
  • je verlies sowieso basen
  • intergenisch meestal geen effect tenzij thv regulatorische regio’s, er fusie genen ontstaan
  • intragenisch meestal loss off function door frameshift
17
Q

voorbeeld van hoe een dubbelstrengige breuk tot fusiegenen kan leiden

A
  • chromosoom 9 en 22
  • philadelphia chromosoom
  • bcr-abl fusiegen
  • leukemie
  • imatinib/gleevec binden thv atp bindingsplaats van dit kinase en remmen zo zijn werking
18
Q

HEJ functie

A
  • bij collaboratie van een replicatie bubbel door een breuk in de fosfodiesterruggengraat voorbij het replicatievork
  • dubbelstrengige breuken
19
Q

HEJ mechanisme

A
  • 5’ exonuclease activiteit zorgt voor overhangende eindjes
  • strenginvasie door RAD51
  • bij replicatie krijg je een Holliday junction die vervolgens geknipt wordt, waarna replicatie verderkan
  • bij dubbelstrengige breuken wordt het homologe chromosoom als template gebruikt
20
Q

hoe zorgt HEJ voor genconversie

A

omdat de homologe streng als template wordt gebruikt zullen de verschillen verdwijnen

21
Q

link tussen BRCA genen en dna schade

A
  • brca genen zijn belangrijk in de HEJ pathway
  • defecten hierin geven hoog risico op borst- en ovariumkanker
22
Q

brca en parp inhibitor

A
  • eens je een second hit krijgt in een borst/eierstokcel kan deze cel dubbelstrengige breuken niet herstellen en valt die terug op meer error prone mechanismen zoals NHEJ
  • dit kan dan tot kanker leiden
  • de andere cellen hebben wel nog een functioneel brca kopij
  • para inhibitor zorgt dat enkelstrengige breuken niet hersteld worden
  • na replicatie wordt dit een ds break
  • de cellen die nog een functionele kopij hebben kunnen dit via HEJ herstellen
  • de tumorcellen waarbij het brca mechanisme stilligt vallen terug op minder nauwkeurige mechanismen wat tot instabiliteit en celdood leidt
23
Q

tp53

A
  • tumorsupressorgen
  • vertraagt celdeling als er schade is en initieert apoptose als deze schade niet/niet snel genoeg hersteld wordt
  • vaak gemuteerd in kanker
24
crispr-cas9 oorsprong
- genoom editing techniek, gebaseerd op een mechanisme dat bacteriën gebruiken als immuniteit tegen virussen - wanneer deze geïnfecteerd worden komen cas eiwitten tot expressie die een stuk van het viraal genoom inbouwen thv CRISPR locus - bij een tweede blootstelling komt deze crispr locus als rna tot expressie en w geprocessed met tracrRNA - dit associeert met cas9 eiwit - dit complex gaat op zoek naar een PAM sequentie in het viraal genoom die door cas9 herkend wordt - deze ontwindt het dna en als dit matcht met het rna hybridiseert het en zal cas9 tss het 3e en 4e nt naast PAM knippen
25
PAM
- NGG sequentie - herkenningssequentie voor cas9 - komt vaak voor in genoom, vandaar dat het guideRNA belangrijk is voor specifieke targeting
26
CRISPR-cas9 voor genome editing
- je maakt een sgRNA tegen het target dna dat je wilt manipuleren - in dit sgRNA zit ook een dubbelstrengige loopt (vergelijkbaar met tracr-rna complex bij bacteriën) die belangrijk is om het cas9 te binden - dit complex wordt in de cellen geintroduceerd - na de knip kan een specifieke template geïntroduceerd worden waarmee je specifieke nucleotiden inbouwt ob die template - dit maakt gerichte genome editing mogelijk