7 jours 10 Flashcards
(150 cards)
1
Q
spoor- bw
A
ferroviaire
2
Q
staat, lijst, overzicht
A
relevé m
3
Q
staking
A
grève v
4
Q
stang, tralie
A
barreau m
5
Q
stedeling
A
citadin m
6
Q
stempel
A
estampe v
7
Q
ster
A
astre m
8
Q
steun, bijstand
A
soutien m
9
Q
stichter, oprichter
A
fondateur m
10
Q
stijging
A
hausse v
11
Q
stof, materie
A
matière v
12
Q
stookolie
A
fioul m
13
Q
stop, kurk, plug
A
bouchon m
14
Q
straf
A
peine m
15
Q
straffeloosheid
A
impunité
16
Q
stralend, blinkend
A
brillant
17
Q
straling
A
rayonnement m
18
Q
streng optreden
A
sévir
19
Q
streven
A
aspiration v
20
Q
strook, stronk
A
souche v
21
Q
stuiten, blokkeren
A
enrayer
22
Q
tastbaar bnw
A
tactile
23
Q
tegenhouding
A
retenue v
24
Q
tegenwerping
A
rejet m
25
ten onrechte
indûment
26
tendens, neiging
tendance v
27
terugbetalen
dédommager
28
teruggeven
rendre
29
tocht, reis
course m
30
toejuichen
acclamer
31
toelage
indemnité v
32
toename
augmentation v
33
toespraak
allocution v
34
toetakelen
affubler
35
toevluchtsoord
havre m
36
tonnetje (barrel)
baril m
37
torpederen
torpiller
38
totstandkoming
gestation v
39
touw
cordage v
40
traject, handel
traite v
41
traliewerk, hek
grille v
42
trendy
branché
43
troef
atout m
44
tumor, gezwel
tumeur v
45
uitdagen
provoquer
46
uitgeven, betalen
débourser
47
uitlening, lening
prêt m
48
uitspraak doen
juger
49
uitstel, respijt, adempauze
sursis m
50
uitstellen
renvoyer
51
uitstralen, zich verbreiden
irradier
52
uitstel, vertraging
délai m
53
uitkijkpost, uitkijktoren
mirador m
54
uithangbord, teken
enseigne v
55
uitkomst, resultaat
aboutissement m
56
uitgave, besteding
dépense v
57
uitdagen, tarten, trotseren
défier
58
uitdaging, provocatie
défi m
59
twijfel, onzekerheid
doute v
60
toppunt, hoogtepunt
apogée v
61
toelichting, verklaring
élucidation v
62
terugzenden, ontslaan
renvoyer
63
terugkeer, comeback
rentrée v
64
terughoudendheid
retenue v
65
tellen, inventariseren
recenser
66
tekortkoming, hapering
défaillance v
67
taaiheid, volharding
ténacité v
68
strijd / actie voeren
militer
69
strepen, bekrassen
rayer
70
streng, ingetogen, sober
austère
71
steunen, sponsoren
parrainer
72
steun, ondersteuning
appui m
73
spoor, overblijfsel, rest
vestige m
74
spoor, merk, teken
trace v
75
sorteren, selecteren
trier
76
ferroviaire
spoor- bw
77
relevé m
staat, lijst, overzicht
78
grève v
staking
79
barreau m
stang, tralie
80
citadin m
stedeling
81
estampe v
stempel
82
astre m
ster
83
soutien m
steun, bijstand
84
fondateur m
stichter, oprichter
85
hausse v
stijging
86
matière v
stof, materie
87
fioul m
stookolie
88
bouchon m
stop, kurk, plug
89
peine m
straf
90
impunité
straffeloosheid
91
brillant
stralend, blinkend
92
rayonnement m
straling
93
sévir
streng optreden
94
aspiration v
streven
95
souche v
strook, stronk
96
enrayer
stuiten, blokkeren
97
tactile
tastbaar bnw
98
retenue v
tegenhouding
99
rejet m
tegenwerping
100
indûment
ten onrechte
101
tendance v
tendens, neiging
102
dédommager
terugbetalen
103
rendre
teruggeven
104
course m
tocht, reis
105
acclamer
toejuichen
106
indemnité v
toelage
107
augmentation v
toename
108
allocution v
toespraak
109
affubler
toetakelen
110
havre m
toevluchtsoord
111
baril m
tonnetje (barrel)
112
torpiller
torpederen
113
gestation v
totstandkoming
114
cordage v
touw
115
traite v
traject, handel
116
grille v
traliewerk, hek
117
branché
trendy
118
atout m
troef
119
tumeur v
tumor, gezwel
120
provoquer
uitdagen
121
débourser
uitgeven, betalen
122
prêt m
uitlening, lening
123
juger
uitspraak doen
124
sursis m
uitstel, respijt, adempauze
125
renvoyer
uitstellen
126
irradier
uitstralen, zich verbreiden
127
délai m
uitstel, vertraging
128
mirador m
uitkijkpost, uitkijktoren
129
enseigne v
uithangbord, teken
130
aboutissement m
uitkomst, resultaat
131
dépense v
uitgave, besteding
132
défier
uitdagen, tarten, trotseren
133
défi m
uitdaging, provocatie
134
doute v
twijfel, onzekerheid
135
apogée v
toppunt, hoogtepunt
136
élucidation v
toelichting, verklaring
137
renvoyer
terugzenden, ontslaan
138
rentrée v
terugkeer, comeback
139
retenue v
terughoudendheid
140
recenser
tellen, inventariseren
141
défaillance v
tekortkoming, hapering
142
ténacité v
taaiheid, volharding
143
militer
strijd / actie voeren
144
rayer
strepen, bekrassen
145
austère
streng, ingetogen, sober
146
parrainer
steunen, sponsoren
147
appui m
steun, ondersteuning
148
vestige m
spoor, overblijfsel, rest
149
trace v
spoor, merk, teken
150
trier
sorteren, selecteren
