7 jours 17 Flashcards
(100 cards)
1
Q
onderwerp, reden
A
matière v
2
Q
chagrijnig, nors bnw
A
maussade
3
Q
met stookolie vervuilen
A
mazouter
4
Q
hatelijke opmerking
A
méchanceté v
5
Q
regelen, zorgen voor
A
ménager
6
Q
maandelijkse betalingen
A
mensualité
7
Q
verachting, minachting
A
mépris m
8
Q
kruising, vermenging
A
métissage m
9
Q
op-/afmeting, lengte
A
métrage m
10
Q
strijd / actie voeren
A
militer
11
Q
uitkijkpost, uitkijktoren
A
mirador m
12
Q
ellende, nood, armoede
A
misère v
13
Q
somberheid, malaise
A
morosité
14
Q
gietvorm, mal, keurslijf
A
moule m
15
Q
mossel, slappeling
A
moule v
16
Q
geldmiddelen, fortuin
A
moyens m
17
Q
ruimteveer, pendeldienst
A
navette v
18
Q
noodlottig, rampzalig
A
néfaste
19
Q
pasbekeerde,nieuweling
A
néophyte m/v
20
Q
knoop (ook snelheid), strik
A
nœud m
21
Q
noemen, benoemen
A
nommer
22
Q
norm, regel, standaard
A
norme v
23
Q
algemene bekendheid
A
notoriété v
24
Q
baanbrekend bnw
A
novateur
25
benadelen, schaden
nuire
26
obsederen, kwellen
obséder
27
golf, golfbeweging
onde v
28
schikking, regeling,
ordonnance v
29
gebeente, beenderen
ossements m
30
werktuig, gereedschap
outil m
31
smaad, belediging
outrage m
32
geregistreerd bnw
pacsé
33
trapportaal, overloop, trap
palier m
34
palmblad, zegepalm
palme v
35
bevoelen, betasten
palper
36
beetje, deeltje, stukje
parcelle v
37
steunen, sponsoren
parrainer
38
afwerken (tot in puntjes)
peaufiner
39
kindergeneeskunde
pédiatrie v
40
neiging, hang, aanleg
penchant m
41
gebrek, schaarste
pénurie v
42
doordringend, scherp
perçant
43
het duurzaam maken
pérennisation v
44
verstoring, ontregeling
perturbation v
45
pionier, baanbreker
pionnier m
46
spoor, (ren)baan, arena
piste v
47
procederen, pleiten
plaider
48
pijnlijke herinnering
plaie v
49
onderhandelingen
pourparlers m
50
vervolging, nastreven
poursuite v
51
matière v
onderwerp, reden
52
maussade
chagrijnig, nors bnw
53
mazouter
met stookolie vervuilen
54
méchanceté v
hatelijke opmerking
55
ménager
regelen, zorgen voor
56
mensualité
maandelijkse betalingen
57
mépris m
verachting, minachting
58
métissage m
kruising, vermenging
59
métrage m
op-/afmeting, lengte
60
militer
strijd / actie voeren
61
mirador m
uitkijkpost, uitkijktoren
62
misère v
ellende, nood, armoede
63
morosité
somberheid, malaise
64
moule m
gietvorm, mal, keurslijf
65
moule v
mossel, slappeling
66
moyens m
geldmiddelen, fortuin
67
navette v
ruimteveer, pendeldienst
68
néfaste
noodlottig, rampzalig
69
néophyte m/v
pasbekeerde,nieuweling
70
nœud m
knoop (ook snelheid), strik
71
nommer
noemen, benoemen
72
norme v
norm, regel, standaard
73
notoriété v
algemene bekendheid
74
novateur
baanbrekend bnw
75
nuire
benadelen, schaden
76
obséder
obsederen, kwellen
77
onde v
golf, golfbeweging
78
ordonnance v
schikking, regeling,
79
ossements m
gebeente, beenderen
80
outil m
werktuig, gereedschap
81
outrage m
smaad, belediging
82
pacsé
geregistreerd bnw
83
palier m
trapportaal, overloop, trap
84
palme v
palmblad, zegepalm
85
palper
bevoelen, betasten
86
parcelle v
beetje, deeltje, stukje
87
parrainer
steunen, sponsoren
88
peaufiner
afwerken (tot in puntjes)
89
pédiatrie v
kindergeneeskunde
90
penchant m
neiging, hang, aanleg
91
pénurie v
gebrek, schaarste
92
perçant
doordringend, scherp
93
pérennisation v
het duurzaam maken
94
perturbation v
verstoring, ontregeling
95
pionnier m
pionier, baanbreker
96
piste v
spoor, (ren)baan, arena
97
plaider
procederen, pleiten
98
plaie v
pijnlijke herinnering
99
pourparlers m
onderhandelingen
100
poursuite v
vervolging, nastreven
