Anatomie Flashcards

(38 cards)

1
Q

rotatorcuff

A
  1. supraspinatus
    O. fossa supraspinalis
    I. bovenste & middelste facet tuberculum majus
    F. abductie
    N. suprascapularis C5-6
  2. infraspinatus
    O. fossa infraspinatus
    I. achterste facet tuberculum majus
    F. exorotatie
    N. suprascapularis C5-6
  3. teres minor
    O. laterale boord scapula
    I. onderste facet tuberculum majus
    F. exorotatie
    N. axillaris C5
  4. subscapularis
    O. fossa subscapularis
    I. tuberculum minus 60% & collum humeri 40%
    F. endorotatie
    Nn. subscapulares C5-6
    –> uitlopers vormen lig. transversum humeri = bedekt caput longum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

trigonum tricipitoscpulare

A
  1. algemeen
    - mediale okselspleet
    - doorgang a. circumflexa scapulae
  2. opbouw
    - craniaal = teres minor
    - caudaal = teres major
    - lateraal = caput longum triceps
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

quadrilaterium tricipitohumerale

A
  1. algemeen
    - laterale okselspleet
    - a. circumflexa humeri posterior
    - n. axillaris
  2. opbouw
    - craniaal = teres minor
    - caudaal = teres major
    - mediaal = caput longum triceps
    - lateraal = humerus/caput laterale triceps
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

tricepssplit

A
  1. algemeen
    - caudaal van spleten
    - n. radialis
    - a. profunda brachii
  2. opbouw
    - craniaal = teres major
    - mediaal = caput longum triceps
    - lateraal = caput laterale triceps
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

trigonum clavipectorale

A
  1. algemeen
    - doorgang v. cephalica
    - overgaan in sulcus deltoideopectoralis
  2. opbouw
    - craniaal = clavicula
    - lateraal = deltoideus
    - mediaal = pectoralis major
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

apertura thoracis superior

A
  1. thoracic inlet/outlet
    - craniale opening van thorax
    - v. jugularis
    - a. caroticus
    - a/v subclavia
    - n. vagus
    - n. phernicus
    - truncus sumpatics
    - oseofagus
    - trachea
  2. opbouw
    - eerste rib
    - T1
    - incisura jugularis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

scalenus poorten

A
  1. voorste scalenuspleet
    - sternocleidomastoideus
    - scalenus anterior
    - v. subclavia
    - n. phrenicus
  2. achterste scalenuspleet
    - scalenus anterior & medius
    - a. subclavia
    - plexus brachialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

septum intermusculare

A
  1. mediale
    - begin 1/2 humerus = aanhecting coracobrachialis
    - naar epicondylus medialis
    - doorboord door n. ulnaris
  2. laterale
    - begin = distaal insertie deltoideus
    - naar epicondylus lateralis
    - oorsprong brachioradialis & ECRL
    - doorboord door n. radialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

rotatoren onderarm

A
  1. pronator teres
    - caput humerale = epicondylus medialis
    - caput ulnare = proc. coronoideus
    - n. medianus tussen beide
    - I. tuberositas pronatoria
  2. pronator quadratus = distale ulna & radius
  3. supinator
    - O. epicondylus lateralis + cirsta m. supinatoris op ulna
    - onder polsextensoren
    - opsplitsing of ramus profundus n. radialis door spier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

polsflexoren & extensoren

A

O. = caput commune epicondylus medialis
- pronator teres
- flexor carpi radialis = MCII
- flexor carpi ulnaris
- palmaris longus = palmair aponeurose

O. = caput commune epicondylus lateralis
- exentensor carpi radialis longus = MCII
- ECR brevis = MCIII
- extensor digitorum
- extensor digiti minimi
- extensor carpi ulnaris = MCV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

flexor carpi ulnaris

A
  1. algemeen
    - caput commune
    - ook kop op margo posterior ulna
    - n. ulnaris tussen beide
    - I. os pisiforme
  2. lig pisohamatum & pisometacapale
    - fibreuze uistralingen
    - naar os hamatum & basis metacarpale V
    - bodem kanaal van Guyon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

carpale tunnel

A
  1. opbouw
    - radiaal = os scaphoideum & trapezium
    - ulnair = os pisiforme & humatum
  2. inhoud
    - 4 pezen FDS
    - 4 pezen FDP
    - FPL flexor pollicis longus
    - n. medianus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

andere tunnels

A
  1. FCR pees
    - radiale aanhecting retinaculum flexorum splitst in 2
    - groeve voor pees
  2. kanaal van Guyon
    - a/n ulnaris
    - radiaal os pirisofmre
    - ulnari os hamatum
    - onder retinaculum flexoren & fascia antebrachi = versterkt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

peesvakken

A
  1. APL & EPB
  2. ECRL/B
  3. EPL
  4. extensor digitorum & indices
  5. extensor digiti minimi
  6. ECU
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

extensoraponeurose

A
  1. mediale tractus
    - pezen extensor digitorum, indicies & digiti minimi
    - insertie middelste phalanx
  2. laterale tractus
    - beide zijden van vingers
    - lumbricales & interossei
    - insertie distale phalanx
  3. mechanisme
    - proximale phalanx: mediale tractus -> 3 slips
    - central slip -> middelste phalanx
    - 2 laterale slips x 2 laterale traci -> distale phalanx
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vinger flexoren

A
  1. O.
    - FDS = caput humero-ulnare & caput radiale
    - FDP = ulna & membrana interossea
    - flexor pollicis longus = radiaal
  2. knoopgat fenomeen
    - PIP
    - FDP door FDS
    - FDS x middelste phalanx
    - FDP x laatste phalanx
17
Q

intrinsieke spieren van vingers

A
  1. interossei dorsalis = 4
    - 2 buiklig aan laterale zijde van MC
  2. interossei palmares = 3
    - I = ulnair MCII
    - II = radiaal MC IV
    - III = radiaal MC V
  3. lumbricales = 4
    - 1 buik = 1 & 2e
    - 2 buiken = 3 & 4e

I = dorsaal aponeurose

18
Q

extrinsieke spieren van duim

A
  1. FPL
    - onder FDS & radiaal van FDP
    - door carpale tunnel
    - I. distale phalanx
  2. abductor pollicis longus
    - radiaal anatomische snuifdoos
    - mogelijkheid van meerdere splitsingen
    - I. basis MCI
  3. extensor pollicis brevis
    - radiaal anatomische snuifdoos
    - I. basis proximale phalanx
  4. extensor pollicis longus
    - ulnair anatomische snuifdoos
    - meest distale oorsprong
    - I. distale phalanx
19
Q

intrinsieke spieren van duim

A
  1. adductor pollicis
    - caput transversum = MCIII
    - caput obliquum = carpalen rond MCI
    - I. proximale phalanx
  2. duimmuis
    - O. retinaculum flexorum
    - APB = lateraal & opp
    - FPB = mediaal & diep
    - opponens pollicis = diepste tegen bot
20
Q

hypothenar

A
  1. flexor digiti minimi & opponens
    - gemeenschappelijke oorsprong = retinaculum flexorum
    - flexor = basis proximale phalanx
    - abductor = laterale rand MCV
  2. abductor digiti minimi
    - O. os piriforme
    - gelijkaardig aan interosseus
    - I. dorsale strekaponeurose
21
Q

venen van schouder & arm

A
  1. v. cephalica
    - radiale zijde arm
    –> met n. musculocutaneus
    - sulcus deltopectoralis
    - ventraal van pectoralis minor
    - in v. axillaris = onder pectoralis major
    –> dorsaal van pectoralis minor
  2. v. basilica
    - ulnarie zijde arm
    - 1/2 arm = in vv. brachiales
  3. v. subclavia
    - voorste scalenuspoort
    - samen met v. jugularis itnerna
    - samenkomen op angulus venosus = v. brachiocephalica
22
Q

andere venen

A
  1. v. mediane cubiti
    - verbinding basilica & cephalica
    - aan focca cubitalis
  2. vv. perforantes = opp x diep verbinden
23
Q

arteriën van schouderregio

A

= zelfde opdeling voor de venen

  1. a. subclavia
    - achterste scalenus poort
    - samen met a. carotis communis uit aorthaboog
  2. a. axillaris
    - begin = clavicula
    - einde = onderrand pectoralis major
  3. a. brachialis
    - begin = onderrand pectoralis major
    - samen met n. medianis
    - einde = onderarm arteriën
24
Q

arteriën in nek

A
  1. aftakking a. subclavia
    - truncus thyrocervicalis
    - a. vertebralis = vanaf C6 in foramina transversaria
    - a. thoracica interna = apertura thoracis superior
  2. truncus thyrocervicalis
    - a. transversa cervicis/colli
    - a. thyroidea inferior
    - a. cervicalis ascendens
25
aftakkingen a. axillaris
= prox->dist 1. thoraco- - thoracoacromialis = onder pectoralis minor - thoracica lateralis = lateraal van thoracoacromialis 2. subscapularis - zijrand subscapularis - a. circumflexa scapulae = trigonum - a. thoracodorsalis = samen met n. naar latissmis dorsi 3. cricumflexa humeri anterior & posterior - anterior = rond collum chirurgicum - posterior = samen met n. axillaris quadrilaterium - anastomoseren
26
arterien vanuit a. brachialis
1. a. profunda brachii - rond pees latissimus dorsi - samen met n. radialis - tricepsslip 1. andere - a. radialis - a. ulnaris
27
a. radialis
1. verloop - proximaal = tussen pronator tetes & brachioradialis - distaal = tussen brachioradialis & flexor carpi radialis 2. ramus profundus - hoofdtak - in anatomische snuifdoos - tussen interosseis & adductor pollicis naar diepe loge - vormen arcus palmaris profundus 2. ramus superficialis = arcus palmaris superficialis
28
a. ulnaris
1. verloop - in diepte door pronator teres - tussen FDS naar distaal - distaal = samen met n. ulnaris 1. a. interosseus communis - splitsen in interosseus anterior & posterior - anterior & posterior van membrana interossea lopen 1. ramus superficialis - hoofdtak - kanaal van guyon met n. ulnaris - arcus palmaris superficialis 2. ramus profundus - tussen hypothenar spieren - arcus palmaris profundus
29
arteriën van de hand
1. arcus palmaris superficialis - geven a. digitales communis - splitsen in aa. digitales palmares propriae - radiaal & ulnair van vingers 1. arcus palmaris profundus = oppervlakkig interossei
30
plexus brachialis
1. trunci - superior = C5-6 - medius = C7 - inferior = C8-T1 1. fasciculus - lateralis = ventraal superior - medialis = ventraal inferior - posterior = dorsaal van uit alle 3 2. eindtakken - lateralis = musculocutaneus - lateralis + medialis = medianus - medialis = ulnaris - lateralis = axillaris & radialis
31
nn. pectoralis
1. n. pectoralis lateralis - fascilicus lateralis - craniaal van medialis - m. pectoralis major 2. n. pectoralis medialis - fascilicus medialis - door pectoralis minor - vorming van lus = ansa pectoralis
32
andere takken fascilicus posterior
1. n. subscapularis superior = naar subscapularis 1. subscapularis inferior = naar teres minor 2. thoracodorsalis - tussen beide - latissimus dorsi
33
andere kleine takken
1. suprascapularis - truncus superior - incirusa scapulae samen met a. suprascpularis 2. dorsalis scapula - achter scalenius medius - levator scapulae & romboidei 3. thoracicus longus - C5-7 - achter of door scalenus medius - laterale thorax wand - in serratus anterior
34
n. medianus
1. verloop - samen met a. brachialis - ventraal elleboogplooi = onder lacertus fibrosus - tussen pronator teres koppen - tussen diepe & opp flexoren - door carpale tunnel - nn. digitales palmares communes 1. n. interosseus anterior - afgifte bij pronator teres - samen met a. interosseus anterior
35
n. ulnaris
1. verloop - sulcus bicipitalis medialis - net boven elleboog naar dorsaal - sulcus n. ulnaris aan humerus = tussen FCU - tunnel van Guyon = splitsen 1. ramus profundus - volgen a. ulnaris - arcus palmaris profundus 1. ramus superficialis
36
n. radialis
1. humerus - kruist naar lateraal in sulcus n. radialis - samen met a. profunda brachi - tussen caput mediale & laterale triceps brachii - naar ventraal = door septum intermusculare laterale 1. splitsen - ramus superficialis = sensibel die a. radialis volgt - ramus profundus = penetratie van supinator
37
eindtakken n. radialis
1. ramus superficialis - sensibele tak - binnenzijde brachioradialis - samen met a. radialis 2. ramus profundus - motorische tak - door supinator - samen met a. interossea posterior
38
n. musculocutaneus
1. verloop - door coracobrachialis - tussen biceps & brachialis 1. n. cutaneus antebrachii lateralis - cutane eindtak - naar opp lateraal in fossa cubitalis - laterale onderarm - samen met v. cephalica