Pols-hand praktijk therapie Flashcards
(22 cards)
1
Q
angulaire mobilisatietechnieken
A
- bewegingen
- flexie-extensie
- ulnaire-radiale deviatie
- pronatie-supinatie
- abductie-adductie
- oppositie-repositie - aandachtspunten
- aanhouden voor focus op kapsel
- toevoegen van tractie = pijndemping
- toevoegen translatie = mobiliteit
2
Q
algemeen niet-angulaire mobilisatie technieken
A
- uitvoering
- meestal direct
- indien te pijnlijk = indirect - aandacht
- fixatie proximaal met hand & tegen tafel
- pijnvrije fixatie
- kennis van anatomie voor handvatting & translatie richting
- let op eigen houding & kracht
3
Q
tractie radiocarpale
A
- houding
- onderarm in pronatie & gesteund
- pols in neutrale positie voor pijndemping
- pols in maximale DF of PF voor mobiliteit - fixatie
- ulnaire zijde zitten
- fixatie rond proc. styloideus
- vinger toppen duwen in tafel = vering wegnemen
–> hand niet plat duwen = pijnlijk
- beide handen raken elkaar = geen gewrichten overslaan - uitvoering
- proximale rij van carpus vasthouden
- basis van wijsvinger voert beweging uit
- distaal
- ook licht palmair + ulnair = door basis van wijsvinger
- onderarm duidt richting aan!
4
Q
tractie CMC1, MCP & IP
A
- houding
- hand in neutraal stand & gesteund op tafel
- CMC1 in neutraal, flexie of extensie
–> afhankelijk van doel - CMC1
- fixatie van os trapezium-trapezoideum
- tractie aan MC1 in lengte richting - MCP & IP
- snuitgrepen
- tractie in lengte richting
5
Q
translatie radiocarpaal algemeen
A
- translatie
- in stand
- druk geven met lichaam
- te behandelen kant is bovenliggend
- pijndemping = neutraal stand
- mobilisatie = meest pijnvrije stand - MWM movement with mobilisation
- in zit
- beweging van hand in vlak van tafel
- gebruik van druk beide handen tegen elkaar = hefboom
- meestal passief = geen druk bij terugkeren
- actief indien veel afweerspanning - richting
- aflopend naar ulnair & palmair
- ulnair + proximaal
- radiaal + distaal
- alle kracht vanuit eerste web!
6
Q
translatie radiocarpaal PF beperking
A
- houding
- onderarm in supinatie gesteund
- pols over tafel
- aan radiale zijde staan - uitvoering
- 1e web ligt op proixmale rij
- wijsvinger & duim omvatten hand niet
- handpalmen patient & therapeut hebben geen contact!
–> anders pols niet in zelfde positie houden - beweging
- dorsaal + distaal
- altijd huid wat soeplesse geven
- richting wordt aangegeven door onderarm = niet vingers - MWM = zelfde handvatting maar arm in neutraal stand
7
Q
translatie radiocarpaal DF beperking
A
- houding
- onderarm in pronatie gesteund
- pols over tafel
- aan ulnaire zijde staan - uitvoering
- 1e web ligt op proixmale rij
- stabilisatie van pols met andere vingers - beweging
- palmair + proximaal
- MWM = zelfde handvatting maar arm in neutraal stand
8
Q
translatie radiocarpaal UD beperking
A
- houding
- ulnaire zijde naar craniaal = moeilijke houding
- hoeft niet volledig te zijn
- endorotatie vanuit hoge tafelstand
- hoofdeinde kantelen naar omhoog
- aan palmaire zijde staan - uitvoering
- 1e web ligt op proixmale rij
- stabilisatie van pols met andere vingers - beweging
- radiaal + distaal
- MWM = zelfde handvatting maar arm in pronatie stand
9
Q
translatie radiocarpaal UD beperking
A
- houding
- onderarm in neutraal stand gesteund
- pols over tafel
- aan dorsale zijde staan - uitvoering
- 1e web ligt op proixmale rij
- stabilisatie van pols met angere vingers - beweging
- ulnair + proximaal
- MWM = zelfde handvatting maar arm in pronatie stand
10
Q
translaties intercarpaal
A
- handvatting = onderzoek
- algemeen
- distale partner bewegen
- tegengestelde koppeling - PF/DF
- PF = alles naar dorsaal
- uitzondering = os trapezium naar palmair - UD/RD
- RD = alles naar dorsaal behalve ditsale rij mid & ulnaire keten
- UD omgekeerd
11
Q
algemeen translaties duim
A
- aandachtspunten
- hand altijd in pronatie gesteund
- dorsaal = nagelzijde
- positie duim in beperkte stand
- MWM mogelijk - zadelgewricht
- flexie & extensie = gelijkgesteld
- abductie & adductie = tegengesteld - artose
- flexie-adductie stand aannemen
- enkel translaties voor extensie & abductie uitvoeren
12
Q
translaties CMC1
A
- houding
- flexie & adductie zijn gekoppeld = dorsaal zitten
- extensie & abductie zijn gekoppeld = palmair zitten
- duim voert beweging uit = duwen - fixatie
- os trapezium-trapezoidea
- MC1 volgen -> putje = gewrichtspleet
- normaal veel ROM
–> indien niet = fixatie op gewrichtspleet
- flexie = goede fixatie nodig anders zakt alles in elkaar
- extensie = hyperextensie MCP1 vermijden
–> flexie CMC1 - beweging
- abductie = ulnair + palmair
- adductie = radiaal + dorsaal
–> achter knobbeltje van duim kruipen
- extensie = dorsaal + radiaal
- flexie = palmair + ulnair
13
Q
translaties rest
A
- algemeen
- gelijk gekoppelde translatie
- vingers ontspannen op beperkte stand
- kracht loodrecht op distale partner
- MWM mogelijk - MCP
- veel speling naar dorsaal
- neit bij flexie contractuur - uitvoering
- neutraal stand pols & gesteund
- snuitgrepen
14
Q
harmonics
A
- algemeen
- enkel in pols mogelijk
- uitgangshouding zoals schouder
- greep boven pols idpv op pols
- kan voor PF/DF en UD/RD
15
Q
casus fixatie schroeven mid phalanx
A
- toegevoegd onderzoek
- neurogeen
- vasculair indien klachten
- rest = CI - therapie
- actief onbelast
- 5 vinger bewegingen
- pols tenodese
- zwelling = PEACE & LOVE
- geen passieve mob op PIP & DIP, MCP wel
16
Q
indicatie neurogeen onderzoek
A
- algemeen
- indien klachten
- uitstraling naar proximaal = myofaciaal compensatoir - sensoriek
- L/R verglijken
- hele gebied van mogelijke klachten - motoriek
- MMT nog CI
- distaal van kootje geen innervatie meer van spieren
17
Q
circulatoire oefeningen hand
A
- pijndempend = isometrische contractie
- verknijpen en aanhouden
- steunen/duwen in verschillende grepen - circulatroire oefeningen pols
- hoogstand = bij circulatoire oefeningen onderarm altijd verticaal
- onderarm gestabiliseerd door andere arm
- actieve PF/DF & UD/RD
- pro-supinatie = belangerijk na immobilisatie door membrana interossea verkleving
- rollen over grote cilinder - circulatroire oefeningen vingers
- 5 handbewegingen
- pols & hand = tenodese beweging = PF + automatisch extensie vingers
- geisoleerde PIP & DIP mobilisatie = fixatie van bovenliggend segment & andere vingers
–> aanleren hoe zelf stabiliseren = duim in verlengde van vinger stabiliseren
18
Q
mobiliteitsoefeningen hand
A
- statische oefeningen
- PF/DF door rek andere arm
- PF/DF door steunen op vlak - geassisteerde oefeningen
- door andere arm
- door bal
- wall-glide
- pro-supinatie = met band - actieve oefeningen
- met of zonder weerstand
- functioneel voor vingers vb: gsm gebruik
19
Q
proprioceptie deel 1
A
- positie
- pols in verlengde van onderarm = aftekenen
–> lichte dorsiflexie
- duim in lichte abductie & extensie - repositie
- normaal
- met ogen toe
- met verstoringen
- met ogen toe & verstoringen - statisch aanhouden
- manueel duwen
- gewicht of theraband
- focus leggen op spieren
20
Q
proprioceptie deel 2
A
- dynamisch
- onbelast
- belast - statisch houden met armbewegingen
- onbelast
- belast - eindfase
- flexbar bewegen vanuit pols
–> vanuit arm = stabilisatie
- speelgoed
- eindstandige posities
- functionele oefeningen
21
Q
stabilisatie training
A
- eerste fase
- goede stand houden met gesteunde onderarm
- onbelaste & kleine bewegingen
- belasting onder 0,5kg
- progressie bij 1 min zonder: pijn, compensatie of trillen - tweede fase
- beweging van ander gewricht
- correctie van minimale afwijking
- focus leggen vb: SL-pathologie = ECRL/B
- belasting onder 2kg
- progressie bij 3x20 - derde fase
- wrist-curls boven 2kg
- SL-probleem = ECRL/N of FCU
- DRUG of LT probleem = ECU
- arm in pronatie of neutrale positie - vierde fase
- verstoringen
- tikken, flexbar, kettlebel, …
22
Q
krachtoefeningen
A
- pols
- PF/DF met onderarm gesteund
- concentrisch/excentrisch trainen met flexbar
- specifieke spieren met theraband - vingers
- flexoren & extensoren met putty
- handmaster
- kleine bandjes = geisoleerde vinger flexie - functioneel
- klink openen = flexbar of theraband
- BH openen = palmair flexie & supinatie
- wringen = flexbar