Deel 3 - Woordenschat (Vertalingen) Flashcards
(51 cards)
de belangstelling
De belangstelling voor het evenement was groot.
EN: interest * UA: інтерес * RU: интерес
de e-mail
Ik heb je e-mail ontvangen.
EN: email * UA: електронна пошта * RU: электронная почта
de ervaring
Hij heeft veel ervaring in dit vakgebied.
EN: experience * UA: досвід * RU: опыт
de functie
Ze solliciteerde naar de functie van manager.
EN: position * UA: посада * RU: должность
de gegevens
Vul alstublieft uw gegevens in.
EN: data * UA: дані * RU: данные
de kennis
Zijn kennis van de taal is indrukwekkend.
EN: knowledge * UA: знання * RU: знание
de omstandigheid
De omstandigheden waren niet gunstig.
EN: circumstance * UA: обставина * RU: обстоятельство
Обстоятельства были неблагоприятными
de opleiding
Ze heeft een opleiding in de geneeskunde gevolgd.
EN: education * UA: освіта * RU: образование, обучение
Она прошла обучение по медицине.
— Она получила медицинское образование.
de reputatie
Het bedrijf heeft een goede reputatie.
EN: reputation * UA: репутація * RU: репутация
de samenwerking
De samenwerking tussen de teams verliep soepel.
EN: cooperation * UA: співпраця * RU: сотрудничество
de sector
Hij werkt in de financiële sector.
EN: sector * UA: сектор * RU: сектор
de sollicitatie
Haar sollicitatie werd geaccepteerd.
EN: application * UA: заява * RU: заявление
het advies
Ik waardeer je advies.
EN: advice * UA: порада * RU: совет
het cv
Stuur je cv op voor de sollicitatie.
EN: curriculum vitae * UA: резюме * RU: резюме
het gesprek
Het gesprek verliep goed.
EN: conversation * UA: розмова * RU: разговор
het nadeel
Een nadeel van deze baan is het lange reizen.
EN: disadvantage * UA: недолік * RU: недостаток
het rijbewijs
Hij heeft net zijn rijbewijs gehaald.
EN: driver’s license * UA: водійські права * RU: водительские права
het salaris
Ze krijgt een goed salaris.
EN: salary * UA: зарплата * RU: зарплата
het team
Ons team werkt goed samen.
EN: team * UA: команда * RU: команда
het voordeel
Een voordeel van thuiswerken is de flexibiliteit.
EN: advantage * UA: перевага * RU: преимущество
de vaardigheid
Taalvaardigheid is belangrijk in deze functie.
EN: skill * UA: навичка * RU: навык
de vacature
Er is een nieuwe vacature beschikbaar.
EN: vacancy * UA: вакансія * RU: вакансия
de indruk
Ze maakte een goede indruk tijdens het interview.
EN: impression * UA: враження * RU: впечатление
De aanleg
Ze heeft aanleg voor talen.
Способность, предрасположенность
У неё есть способность к языкам.