Deel 8 - Woordenschat (Definities) Flashcards
(43 cards)
het avontuur
Het avontuur begon toen we de jungle betraden.
Een spannende of gevaarlijke gebeurtenis * Een reis met veel belevenissen * Een onverwachte ervaring
het eiland
We hebben een week doorgebracht op een tropisch eiland.
Een stuk land omringd door water * Een afgelegen gebied * Een vakantieplek
de aardigheid
Zijn aardigheid maakte hem geliefd bij iedereen.
Vriendelijkheid * Een kleine attentie * Een prettige eigenschap
het insect
Er zat een insect op het raam.
Een klein dier met zes poten * Een beestje zoals een vlieg of mier * Een ongedierte
de brommer
Hij rijdt elke dag naar zijn werk op zijn brommer.
Een gemotoriseerde fiets * Een voertuig voor korte afstanden * Een tweewieler met motor
de fanfare
De fanfare speelde een vrolijk deuntje.
Een muziekkorps met blaasinstrumenten * Een optocht met muziek * Een brassband
de gids
De gids leidde ons door het museum.
Iemand die rondleidingen geeft * Een boek met informatie * Een persoon die de weg wijst
de glimlach
Haar glimlach verlichtte de kamer.
Een lach zonder geluid * Een vriendelijke gezichtsuitdrukking * Een teken van vreugde
de hitte
De hitte was ondraaglijk tijdens de zomer.
Hoge temperatuur * Warmte * Een periode van warm weer
het strand
We hebben de hele dag op het strand doorgebracht.
Een strook zand langs de zee * Een plek om te zonnebaden * Een recreatiegebied aan het water
de keuze
De keuze was moeilijk, maar ik koos voor de rode jurk.
Het kiezen uit mogelijkheden * Een beslissing * Een selectie
de klacht
Hij diende een klacht in bij de klantenservice.
Een uiting van ontevredenheid * Een bezwaar * Een melding van een probleem
de mening
Iedereen heeft recht op zijn eigen mening.
Een persoonlijke opvatting * Een standpunt * Een oordeel
de receptie
De receptie van het hotel was prachtig versierd.
De ontvangst in een gebouw * Een balie voor informatie * Een feestelijke bijeenkomst
de rondleiding
We kregen een rondleiding door de fabriek.
Een georganiseerde tour * Een begeleide wandeling * Een informatieve excursie
de sfeer
De sfeer op het feest was geweldig.
De stemming in een ruimte * De ambiance * De algemene indruk
de staking
De staking duurde drie dagen.
Het stoppen van werk als protest * Een werkonderbreking * Een actie voor betere voorwaarden
de stilte
De stilte in de bibliotheek was rustgevend.
De afwezigheid van geluid * Rust * Een kalme omgeving
de tentoonstelling
De tentoonstelling toonde kunstwerken van lokale artiesten.
Een expositie van kunst of voorwerpen * Een openbare presentatie * Een verzameling van tentoongestelde items
de tocht
De tocht door de bergen was vermoeiend maar de moeite waard.
Een reis of wandeling * Een tochtje * Een expeditie
de toegang
De toegang tot het park is gratis.
Het betreden van een ruimte * De mogelijkheid om binnen te gaan * Een ingang
de verwachting
De verwachting is dat het morgen gaat regenen.
Een voorspelling * Een hoop * Een vooruitzicht
beleven
We hebben een geweldige vakantie beleefd.
Ervaren * Meemaken * Ondergaan
landen
Het vliegtuig landde veilig op de luchthaven.
Op de grond komen na een vlucht * Aankomen met een vliegtuig * Neerkomen