Delftse 24 (30-6 June) Flashcards
(41 cards)
… (I came to the Netherlands three months ago).
Drie maanden geleden ben ik naar Nederland gekomen.
Onregelmatig werkwoord: KO-men ik kom jij/u komt hij/zij komt wij/zij/jullie komen ik/jij/u/hij/zij kwam wij/zij/jullie kwamen hij is gekomen
Ik vond het … (a special experience).
een bijzondere ervaring.
In het begin … (many things were strange).
waren veel dingen wel vreemd.
… (In the first place, ilk önce) is Nederland zo groen en vlak, wat ik trouwens prachtig vind.
In de eerste plaats
In de eerste plaats is Nederland … (so green and flat), wat ik trouwens prachtig vind.
zo groen en vlak
In de eerste plaats is Nederland zo groen en vlak, … (which I think by the way wonderful).
wat ik trouwens prachtig vind.
trouwens: by the way, besides, bu arada
prachtig: beautiful, wonderful, splendid, müthiş
In de tweede plaats is Nederland druk en vol. … (People live everywhere).
Overal wonen mensen.
… (Hardly nowhere, neredeyse hiçbiryerde) is een rustig gebied te vinden.
Vrijwel nergens
Vrijwel nergens is … (a quiet area) te vinden.
een rustig gebied
En in de derde plaats, het weer! … (The sky is constantly gray) in plaats van blauw.
De lucht is voortdurend grijs
voordurend: constantly, daima, sürekli
En in de derde plaats, het weer! De lucht is voortdurend grijs … (instead of blue).
in plaats van blauw
De lucht is voortdurend grijs in plaats van blauw. … (I miss the sun).
Ik mis de zon.
… (I have the impression that) het weer grote invloed heeft op het karakter, op de aard van de mensen.
Ik heb de indruk dat
Ik heb de indruk … (that the weather has a big influence) op het karakter, op de aard van de mensen.
dat het weer grote invloed heeft
Ik heb de indruk dat het weer grote invloed heeft … (on the character), op de aard van de mensen.
op het karakter
Ik heb de indruk dat het weer grote invloed heeft op het karakter, … (on the nature of the people).
op de aard van de mensen
… (They are friendly), maar je krijgt naar mijn gevoel moeilijk contact.
Ze zijn wel vriendelijk
Ze zijn wel vriendelijk, maar je krijgt … (in my opinion, feelings) moeilijk contact.
naar mijn gevoel
Zelfstandig naamwoord: ge-VOEL: dat wat je voelt
het gevoel
vb:hij heeft gevoel voor humor [vindt grappen leuk]
… (People live on their own). Ik ken bijvoorbeeld mijn buren niet, noch de mensen die tegenover mij wonen.
De mensen leven op zichzelf
Ik ken bijvoorbeeld mijn buren niet, … ( (neither)… nor) de mensen die tegenover mij wonen.
noch
de buur: the neighbor
… (Despite) dat heb ik toch een positief gevoel ten aanzien van Nederland.
Ondanks
Ondanks dat heb ik toch een positief gevoel … (with respect to) Nederland.
ten aanzien van
Er is … (a great degree of freedom).
een grote mate van vrijheid
de MAte: degree, derece, ölçü
de VRIJheid: the freedom
Verder … (the difference between rich and poor is small). Bijna iedereen heeft werk of krijgt financiële steun van de overheid. En iedereen kan studeren.
is het verschil tussen arm en rijk gering
Bijvoeglijk naamwoord: ge-RING: minimum
het verschil: the difference