Delftse 13 Flashcards

(44 cards)

1
Q

Waar was je gisteren? Je was niet … (present).

A

aanwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar ben je geweest? … (I have missed you yesterday).

A

Ik heb je gisteren gemist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

… (I’ve been to the police.). Ik moest mijn visum in orde maken

A

Ik ben bij de politie geweest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ik ben bij de politie geweest. Ik … (I had to my visa) in orde maken.

A

moest mijn visum

het visum: the visa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ik ben bij de politie geweest. Ik moest mijn visum … (to right make).

A

in orde maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Heeft dat de hele dag geduurd? … (How is that possible).

A

Hoe is dat mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

… (It took a long time), omdat het erg druk was bij de politie.

A

Het duurde lang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het duurde lang, omdat … (it was very busy) bij de politie.

A

het erg druk was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

… (I had to wait a long time). Ik heb een paar uur gewacht voordat ik aan de beurt was

A

Ik moest lang wachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ik moest lang wachten. Ik heb een paar uur gewacht … (before it was my turn, sıra bana gelmeden önce).

A

voordat ik aan de beurt was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Er wonen nu eenmaal … ( many foreigners) in Rotterdam en daardoor is het meestal erg druk bij de politie.

A

veel buitenlanders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Er wonen … (simply, bir kere, bilinir ki) veel buitenlanders in Rotterdam en daardoor is het meestal erg druk bij de politie.

A

nu eenmaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe … (has it ended)?

A

is het afgelopen

aflopen/ liep af / is afgelopen :to end up

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe … (has it gone)?

A

is het gegaan

gaan / ging / is gegaan :to go

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

… met je visum? (Has your visa been successful?)

A

Is het gelukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

… (Well, şey), ik zat eerst wel … (in anxiety), maar het is gelukt

A

Nou

in spanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ik heb weer een … (residence permit) voor twaalf maande

A

verblijfsvergunning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Ik hoef … (for the time being, şimdilik) niet terug te komen, pas over een heel jaar.

19
Q

Ik hoef voorlopig niet … (come back), pas over een heel jaar.

A

terug te komen

20
Q

Ik hoef voorlopig niet terug te komen, … (only for a whole year).

A

pas over een heel jaar.

21
Q

Wat moet je eigenlijk doen … (may stay here).

A

om hier te mogen blijven

22
Q

De politie stelt eerst … (a number of questions ) waarop je antwoord moet geven: Wat is de reden dat u naar Nederland bent gekomen?

A

een aantal vragen

23
Q

De politie stelt eerst een aantal vragen waarop je antwoord moet geven: … (What is the reason that ) u naar Nederland bent gekomen?

A

Wat is de reden dat

24
Q

Hoe lang bent u … (planning to stay) ?

A

van plan te blijven

25
Hebt u ... (enough money) of middelen van bestaan?
voldoende geld
26
Hebt u voldoende geld of ... ( means of existence/ varlığını sürdürmek için imkan ya da destek) ?
middelen van bestaan | het bestaan: life, existence, var olma
27
Hebt u ... (a bank account) ?
een bankrekening
28
Mag ik zien ... (how much money) daarop staat?
hoeveel geld
29
... (Does it take a lot of effort to?) in Nederland te mogen blijven?
``` Kost het veel moeite om? de moeite (de) (kost -):zahmet, zorluk, difficulty ```
30
... (It depends). Dat hangt onder andere (o.a.) af van de reden waarom je in Nederland bent.
Dat ligt eraan
31
Dat ligt eraan. ... (That depends) onder andere (o.a.) ... (on the reason) waarom je in Nederland bent.
Dat hangt ... af van de reden
32
Dat ligt eraan. Dat hangt ... (among other things) af van de reden waarom je in Nederland bent.
onder andere (o.a.)
33
Als je hier gaat studeren en je hebt voldoende geld, dan komt het meestal ... (be fine soon.).
snel in orde
34
Als je uit een land komt waar ... (war is being waged), is de kans ook groot dat je mag blijven.
oorlog wordt gevoerd de oorlog: war voeren/voerde/gevoerd: to wage, savaş açmak, devam etmek
35
... (as soon as) het echter vrede is, moet je eigenlijk weer terug.
Zodra
36
Zodra ... (however it is peace), moet je eigenlijk weer terug.
het echter vrede is
37
Een visum ... (is usually refused), als de politie constateert dat je weinig of geen geld bezit en hier werk komt zoeken.
wordt meestal geweigerd
38
Een visum wordt meestal geweigerd, als de politie ... (discover that, note that) je weinig of geen geld bezit en hier werk komt zoeken.
constateert dat
39
Een visum wordt meestal geweigerd, als de politie constateert dat ... (you have little or no money) en hier werk komt zoeken.
je weinig of geen geld bezit bezitten/bezat/bezeten: to have got, to own, to possess het bezit: possession, mal mülk
40
Dus als je ... (for economic reasons) bent gekomen.
om economische redenen
41
Dan ... (you have to leave again).
moet je weer vertrekken
42
Behalve als je uit een land komt dat tot ... (the European Union) behoort.
de Europese Unie
43
Behalve als je uit een land komt dat ... (belongs to the European Union.).
tot de Europese Unie behoort | behoren/ behoorde/behoord ... tot: to belong, is part of
44
Dan heb je ... (not even need a visa).
zelfs geen visum nodig.