der Forschungsgegenstand - gesetzwidrig Flashcards
(47 cards)
1
Q
der Froschungsgegenstand
A
onderwerp van onderzoek
2
Q
fortschrittlich
A
vooruitstrevend
3
Q
der Fortschritt
A
vooruitgang
4
Q
in Frage stellen
A
in twijfel trekken
5
Q
fraglos
A
ongetwijfeld
6
Q
fragwürdig
A
twijfelachtig
7
Q
frech
A
brutaal
8
Q
freilich
A
weliswaar, echter; zeker
9
Q
der Fremdkörper
A
indringer
10
Q
der Frevel
A
misdrijf
11
Q
die Frist
A
termijn
12
Q
der Funk
A
radio, mobilofoon
13
Q
gängig
A
gangbaar, gebruikelijk
14
Q
im Ganzen
A
over ‘t algemeen
15
Q
die Gattung
A
genre; soort
16
Q
sich gebärden
A
zich gedragen
17
Q
gebühren
A
toekomen, passen
18
Q
die Gebühren
A
kosten; leges
19
Q
gedanklich
A
inhoudelijk
20
Q
geeignet
A
geschikt
21
Q
gefällig
A
prettig, aangenaam
22
Q
der Gegensatz
A
tegenstelling
23
Q
die Gegenwart
A
tegenwoordige tijd, heden
24
Q
gegnerisch
A
van de tegenpartij
25
gehässig
hatelijk
26
gehoben
hoger, beter
27
geistig
geestelijk, verstandig
28
geistlich
geestelijk, kerkelijk
29
gelegentlich
af en toe, soms
30
das Gelenk
gewricht
31
gemäß
overeenkomstig
32
gemeinhin
gewoonlijk
33
genehmigen (Genehmigung)
toestaan
34
genügen
voldoende zijn
35
zur Genüge
genoegzaam, voldoende
36
gerade
juist
37
geradezu
gewoonweg, bepaald
38
gerecht
rechtvaardig
39
gerecht werden
recht doen (aan)
40
geringfügig
minimaal, gering, onbetekenend
41
gesättigt
verzadigd
42
geschickt
handig
43
geschweige denn
laat staan dat
44
die Geschwindigkeit
snelheid
45
gesellschaftlich (Gesellschaft)
maatschappelijk
46
das Gesetz
wet
47
gesetzwidrig
in strijd met de wet
