die Qual - schlicht Flashcards
(45 cards)
1
Q
die Qual
A
kwelling
2
Q
die Quelle
A
bron
3
Q
quotieren (Quote)
A
vast aandeel (%) aangeven
4
Q
im Rahmen
A
in het kader
5
Q
rangieren
A
een plaats innemen
6
Q
rar
A
zeldzaam, schaars
7
Q
der Rasen
A
grasveld
8
Q
die Rate
A
termijn; percentage
9
Q
der Rechner
A
computer
10
Q
rechthaberisch
A
betweterig
11
Q
reichen; ausreichen
A
voldoende zijn
12
Q
reizen
A
prikkelen, irriteren
13
Q
relevant
A
van betekenis
14
Q
die Rente
A
uitkering, pensioen
15
Q
der Rentner
A
AOW’er
16
Q
die Resignation
A
berusting
17
Q
riesig
A
reusachtig
18
Q
rücken in
A
plaatsen in
19
Q
rückgängig machen
A
ongedaan maken
20
Q
rücksichtlos
A
meedogenloos
21
Q
rücksichtsvoll
A
tactvol
22
Q
die Rückständigkeit
A
achterlijkheid
23
Q
rückwärtsgewandt
A
op het verleden gericht
24
Q
der Ruf
A
reputatie, naam
25
rügen
berispen, terechtwijzen
26
der Ruhestand
pensioen
27
der Rundfunk
radio
28
rüsten (Rüstung)
bewapenen
29
der Sachverhalt
stand van zaken
30
der Sachverständige
deskundige
31
schadhaft
schadelijk
32
schaffen
scheppen, creëren; lukken
33
schalten
schakelen, besturen
34
der Schatten
schaduw
35
schaudern
huiveren, rillen
36
der Schauspieler
toneelspeler, acteur
37
scheitern
mislukken
38
die Schicht
laag, klasse
39
das Schicksal
noodlot
40
schikanieren (Schikane)
pesten
41
schildern
beschrijven
42
der Schlachtenbummler
supporter
43
schlagartig
plotseling
44
Schlagzeilen (mv)
koppen (in krant); voorpaginanieuws
45
schlicht
eenvoudig; gewoon
