strukturschwach - die Umweltverschmutzung Flashcards
(45 cards)
1
Q
strukturschwach
A
economisch zwak
2
Q
stur
A
koppig
3
Q
stützen
A
ondersteunen
4
Q
stützen auf
A
baseren op
5
Q
subventionieren
A
subsidiëren
6
Q
süchtig (Sucht, Süchtige)
A
verslaafd
7
Q
tadeln
A
berispen
8
Q
tagen (Tagung)
A
vergaderen
9
Q
die Tarifverhandlungen
A
CAO-onderhandelingen
10
Q
tätig (Tätigkeit)
A
actief
11
Q
die Tatsache
A
feit
12
Q
tatsächlich
A
daadwerkelijk, inderdaad
13
Q
taugen
A
deugen
14
Q
(ver)tauschen
A
(ver)wisselen, ruilen
15
Q
sich täuschen
A
zich vergissen
16
Q
die Tendenzwende
A
verandering (van houding, opvatting)
17
Q
der Termin
A
afspraak; termijn
18
Q
tiefgreifend; tiefschürfend
A
ingrijpend, diepgaand
19
Q
trennen
A
scheiden
20
Q
trotz
A
ondanks
21
Q
trotz (Trotz)
A
koppig
22
Q
trügen
A
misleiden, bedriegen
23
Q
der Trugschluss
A
verkeerde conclusie
24
Q
tüchtig
A
flink; bekwaam
25
die Tugend
deugd
26
übelnehmen
kwalijk nemen
27
überaus
buitengewoon
28
überdauern
overleven
29
überdies
bovendien
30
übereinstimmen
overeenkomen
31
überfordern
overbelasten
32
überholt
achterhaald
33
überlegen
superieur
34
die Überlegung
overweging
35
sich übernehmen
te veel hooi op de vork nemen
36
überragen
uitsteken
37
überragend
uitstekend boven
38
übertragen auf
toepassen op
39
üblich
gebruikelijk
40
die Umfrage
enquête
41
umgehend
onmiddelijk
42
die Umgestaltung
verandering
43
umsteigen
overstappen
44
der Umweltschutz
milieubescherming
45
die Umweltverschmutzung
milieuverontreiniging
