Duits 40 fragen

Question 1

Hoe zeg je in elk geval in het Duits

Answer 1

auf jeden fall

Question 1

Hoe zeg je van harte gefeliciteerd in het Duits ?

Answer 1

Herzlichen Glückwunsch

Question 2

Hoe zeg je op negentien Januari in het Duits ?

Answer 2

Am neunzehnten Januar

Question 3

Vervoeg in de Imperativ Singular (Geben) nicht zu viel geld aus.

Answer 3

Gibt nicht zu viel geld aus

Question 4

Vervoeg in den Imperativ Singular (Entscheiden) nicht zu schnell.

Answer 4

Entscheide nicht zu schnell!

Question 5

Hoe zeg je ik in de nominatief ?

Answer 5

Ich

Question 6

Hoe zeg je ik in de accusatief

Answer 6

Mich (mij)

Question 7

Hoe zeg je persoonlijk voornaamwoord jullie in de nom en acc

Answer 7

Ihr und Euch

Question 8

Wat is ons in de accusatief ?

Answer 8

Uns

Question 9

Welke genus heeft het woord Sportschuche?

Answer 9

Die Sportschuhe

Question 10

Welk genus heeft het woord Regenschirm?

Answer 10

Der Regenschirm

Question 11

Welk genus heeft het woord uur?

Answer 11

Die Uhr

Question 12

Welk genus heeft het woord Kopfhörer?

Answer 12

Der Kopfhörer

Question 13

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord Essen?

Answer 13

Gegessen

Question 14

Hoe vervoeg je het werkwoord Spielen in de indikativ presens met du

Answer 14

Du Spielst

Question 15

Wat is het voltooid deelwoord van Sehen

Answer 15

Gesehen

Question 16

Hoe vertaal je de waardebon in het Duits ?

Answer 16

Der Gutschein

Question 17

Hoe vertaal je het dagboek in het Duits ?

Answer 17

Das Tagebuch

Question 18

Hoe vervoeg je het werkwoord haben in de Indikativ presens voor Ich , du ?

Answer 18

Ich habe, du hast

Question 19

Hoe zeg je laat me iets weten in het Duits

Answer 19

Gib mir bescheid

Question 20

Hoe zeg je tweeentwintigste in het Duits

Answer 20

Zweiundzwanzigsten

Question 21

Hoe zeg je zestiende in het Duits ?

Answer 21

Sechzehnte

Question 22

Vertaal) heb je al opgeruimd ?

Answer 22

Hast du schon aufgeräumt?

Question 23

Hoe zeg je du in de Accusatief?

Answer 23

Dich

Question 24

Wat is vijftiende in het Duits ?

Answer 24

Fünfzehnte

Question 24

Hoe zeg je derde in het Duits ?

Answer 24

Dritte

Question 26

Wat is uitnodigen in het Duits ?

Answer 26

Einladen

Question 27

Wat is de krant in het Duits?

Answer 27

Die Zeitung?

Question 28

Hoe zeg je altijd in het Duits ?

Answer 28

Immer

Question 29

Bij welke soort woorden gebruiken we das ?

Answer 29

Leenwoorden, -chen -um

Question 30

Hoe vertaal je hem in het Duits?

Answer 30

Ihn

Question 31

Geef alle persoonlijke voornaamwoorden in de nominatief

Answer 31

Ich, du , er, sie, es , wir, ihr, sie , Sie

Question 32

Wat is het gezelschapsspel in het Duits

Answer 32

Das Gesellschaftsspiel

Question 33

Wat betekent schoonmaken in het Duits ?

Answer 33

Putzen

Question 34

Wat betekent een beetje in het Duits

Answer 34

Ein bisschen

Question 35

Wat is vieren in het Duits ?

Answer 35

Feiern

Question 36

Hoe zeg je verjaardag in het Duits ?

Answer 36

Der Geburtstag