Fysica examen brainscape Flashcards

(17 cards)

1
Q

Wat is thermische energie?

A

Dit is een vorm van energie dat ook wel eens warmte energie wordt genoemd ,
is de totale bewegingsenergie van de structurele elementen van een systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is temperatuur?

A

dit is een maat voor de gemiddelde snelheid van de deeltjes van een stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer is er een thermisch evenwicht?

A

Wanneer 2 systemen dezelfde temperatuur hebben is er thermisch evenwicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is warmte?

A

dit is de hoeveelheid thermische energie die uitgewisseld wordt tussen 2 voorwerpen ter gevolg van een temperatuursverschil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de grootheid en eenheid van temp?

A

grootheid= delta t & C°
eenheid = T & k kelvin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het deeltjesmodel van de vaste fase leg uit.

A

In een vaste stof zijn de de aantrekkingskrachten tussen de verschillende deeltjes groot

deze aantrekkingskrachten tussen deeltjes van dezelfde soort= cohesiekrachten

vaste stof lage temperatuur= trillen beetje,vaste posities

vaste stof hoge temp=trillen heftiger,ruimte tussen atomen is toegenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de vloeibare fase van het deeltjesmodel leg uit.

A

In de vloeibare fase zitten de deeltjes nog steeds dicht bij elkaar maar zonder vaste positie , ze kunnen vrij langs elkaar heen bewegen. Als de temperatuur toeneemt zullen de deeltjes ook sneller bewegen .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de gasvormige fase van het deeltjesmodel?

A

in een gas is de krachtwerking tussen de deeltjes klein. Ze zijn heel beweeglijk en los van elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg in eigen woorden de inwendige energie uit.

A

de inwendige energie is de SOM VAN ALLE VORMEN van energie die inwendig in een systeem aanwezig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de inwedige kinetische energie?

A

Om een beeld te krijgen van de bewegingsenergie bekijken we de “gemiddelde inwendige kinetische energie”
Als de temp van een systeem toeneemt neemt de inwendige kinetische energie ook toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leg in eigen woorden de inwendige potentiele energie uit.

A

Tussen deeltjes van een stof heersen er cohesiekrachten zij bepalen de toetstand waarin een stof zich bevindt . de inwendige potentiele energie stijgt als de afstand tussen de deeltjes stijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de term geleiding?

A

warmte gaat van het ene voorwerp naar het andere via direct contact. de warmte energie stroomt van deeltjes met een hoge temperatuur naar deeltjes met een lage temperatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent straling?

A

Gebeurt tussen 2 systemen die niet met elkaar in aanraking zijn bv de zon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is stroming?

A

verplaatsing van een warm gas of een warme vloeistof , bv radiator warme lucht stijgt koude lucht daalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen merkbare en latente warmte?

A

merkbare warmte= temperatuurverandering

latente warmte= faseovergang zonder een temperatuurverandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke term hoort vij de faseovergang vast-vloeibaar

17
Q

welke term hoort bij de faseovergang van vleoibaar-vast?