H12 - Somatisch-symptoomstoornis Flashcards

(13 cards)

1
Q

somatisch-symptoomstoornis

A

= SSS
= het hebben van een of meerdere symptomen, die al dan niet samenhangen met een bestaande lichamelijke ziekte, waarbij ze zich excessief zorgen maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Chronische-vermoeidheidssyndroom

A

= ME/CVS
= uitsluitingsdiagnose
= landurige en invaliderende vermoeidheid van zowel lichamelijk en psychische aard (+ min 4 andere symptomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ziekteangststoornis

A

= illness anxiety disorder
=> patiënten hebben weinig of geen symptomen
=> patiënt lijden door de angst een ziekte te hebben of te zullen krijgen of door de angst voor de betekenis of de oorzaak van de (milde) klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

conversiestoornis

A

patiënt heeft een of meer symptomen of afwijkingen van de motorische of sensorische functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

conversie

A

= actief omzetten van een psychisch onwelzijn of conflict in een lichamelijke klacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hysterie

A

= wisselende lichamelijke klachten bij vrouwen die veroorzaakt worden door de baarmoeder (hystera) die door het lichaam zwerft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoover’s sign

A

Een test om te zien of een verlamming echt of schijn is: bij echte verlamming duwt het “verlamde” been onbewust mee als het andere been wordt opgetild.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Simulatie

A

= het bewust voorwenden van een ziekte
= malinering = nagebootste stoornis
=> doel = persoonlijk voordeel
≠ psychiatrische stoornis!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nagebootste stoornis

A

= het opnemen van een ziekterol
= overdrijven van ziektesymptomen, fabriceren of induceren van ziektesymptomen, bij zichzelf of bij anderen
=> geen duidelijke secundaire ziektewinst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Münchhausensyndroom

A

= nagebootste stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zwerfzucht

A

= patiënten trekken rond van ziekenhuis naar ziekenhuis om niet te snel ontmaskerd te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Pseudologia fantastica

A

= sterke verhalen over heroïsche daden of ongewone gebeurtenissen in het leven van de patiënt, kleurrijke leugens in fantastische verhalen
=> kan ook een afzonderlijk syndroom zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Münchhausen-by-proxy

A

= nagebootste stoornis opgelegd aan iemand anders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly