H16 - Persoonlijkheidsstoornis Flashcards

(20 cards)

1
Q

persoonlijkheid

A

= de kwaliteit die elk van ons uniek maakt
= complex patroon van diepgewortelde psychologische kenmerken
= de dynamische organisatie van temperament en karakter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

temperament

A

verwijst naar de deel erfelijk bepaalde basale emotionele reacties
= de manier waarop we emotioneel reageren, die al erg vroeg in het leven is ontwikkeld en daarna vrij stabiel blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

karakter

A

hogere orde cognitieve processen, die zich stapsgewijs ontwikkelen gedurende het leven, en een rol spelen bij het reguleren van emoties, het bereiken van langetermijndoelstellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

temperament and character inventory (TCI)

A

instrument om 7 dimensies in kaart te brengen, bij zowel de algemene bevolking als patiënten met een psychiatrische problematiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

pathologisch

A

afwijkend van de cultuur en veroorzaakt lijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

persisterend

A

langdurig aanwezig, vanaf vroege volwassenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

pervasief

A

ze uit zich op diverse levensdomeinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

cluster A

A

= het zonderlinge, bizarre of excentrieke cluster
* Paranoïde
* Schizoïde
* Schizotypische

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Paranoïde persoonlijkheidsstoornis

A

patiënt verdenkt anderen van slechte bedoelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Schizoïde persoonlijkheidsstoornis

A

patiënt heeft weinig behoefte aan omgaan met anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

schizotypische persoonlijkheidsstoornis

A

patiënt is afstandelijk
=> zijn anders, voelen zich anders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cluster B

A

het impulsieve, dramatische of emotionele cluster
* antisociale
* bordeline
* theatrale
* narcistische

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Antisociale persoonlijkheidsstoornis (APS)

A

gekenmerkt door veelvuldig en ernstig grensoverschrijdend gedrag waarbij weinig rekening wordt gehouden met anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS)

A

7 kenmerken:
1) zeer gevoelig voor feitelijke of vermeende verlating
2) langdurige stabiele relaties opbouwen lukt erg moeilijk
3) negatief zelfbeeld
4) impulsief
5) zeer wisselend stemmingen
6) psychoseachtige verschijnselen vertonen
7) paranoïde reacties, dissociatief van aard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Histrionische persoonlijkheidsstoornis

A

of theatrale persoonlijkheidsstoornis
overdreven emotioneel en aandachtvragend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Narcistische persoonlijkheidsstoornis

A

beminnen wat men zelf is, was en zou willen zijn. steeds bezig zijn met zijn eigen grootheid en wordt gedreven door de behoefte aan bewondering

17
Q

Cluster C

A

Het angstige cluster
* vermijdend
* afhankelijk
* obsessieve-compulsieve

18
Q

vermijdend persoonlijkheidsstoornis

A

zijn bang, sociaal onhandig en geremd, zijn bezig met wat anderen over hun zullen denken, hunkeren wel naar relaties

19
Q

afhankelijke persoonlijkheidsstoornis

A

= pervasieve en excessieve behoefte om verzorgd te worden
=> zoeken steun, bescherming en waardering van meestal één belangrijke ander

20
Q

dwangmatige persoonlijkheidsstoornis

A

= obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis
=> persuasief patroon van preoccupatie met ordelijkheid, van perfectionisme en van intrapsychische en interpersoonlijke beheerstheid, ten koste van flexibiliteit, openheid en efficiëntie