H8 - drang- en impulscontrolestoornissen Flashcards

(32 cards)

1
Q

Dwangmatig

A

zich herhalend gedrag, tegen de wil van de betrokkene, leidend tot vermindering van spanning, angst of just-not-right-gevoelens
=> ego-dystoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Drangmatig

A

innerlijk verlangen naar dit gedrag; na opbouw van spanning en opwinding uitgevoerd, leidt tot voldoening en opluchting OF schuldgevoel
=> egosyntoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Impulsief

A

Directe uiting van een opkomende impuls, zonder overweging van de gevolgen en zonder planning
=> egosyntoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

periodieke explosieve stoornis (PES)

A

= één van de belangrijkste impulscontrolestoornissen
= terugkerende uitbarstingen van verbale en/of fysieke agressie, die een uiting zijn van het niet kunnen beheersen van agressieve impulsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Body-focussed repetitive behavior

A

groep gedragingen die gerelateerd zijn aan dwangstoornissen, maar eerder als dwangstoornissen begrepen kunnen worden, problematisch gedragingen die op het lichaam gericht zin en tot lichamelijke letsels kunnen leiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

trichotillomanie

A

= haaruittrekstoornis, herhaaldelijk uittrekken van eigen haar, waardoor er haarverlies optreedt
=> Body-focussed repetitive behavior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Excoriatiestoornis

A

= huidpulkstoornis, mensen prutsen en pulken voortdurend aan hun huid, waardoor ze letsels veroorzaken
=> Body-focussed repetitive behavior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dermatofagie

A

= bijten op de huid van nagelrand, of binnenkant wangen of lippen
=> Body-focussed repetitive behavior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Onychofagie

A

= nagelbijten
=> Body-focussed repetitive behavior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Onychotillomanie

A

= pulken aan nagels
=> Body-focussed repetitive behavior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rhinotillexomanie

A

= neuspeuteren
=> Body-focussed repetitive behavior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

trichofagie

A

knabbelen op haarwortels en opeten van de haren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bezoar of trichobezoar

A

samenklitten van haren in de maag tot een grote haarbal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

parafilie

A

= een intense en aanhoudende seksuele interesse die afwijkt van de seksuele belangstelling voor genitale simulatie of voorspel van fenotypische normale, lichamelijke volgroeide en instemmende menselijke partners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

lovemap

A

een ontwikkeld beeld van een ideale partner en een ideale liefdesrelatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Lovemaps-theorie

A

=> van Money
=> lovemap wordt tijdens de puberteit geseksualiseerd en “geactiveerd”
=> eens lovemap gevormd => niet meer veranderbaar

17
Q

voyeurisme

A

kijken naar anderen bij seksuele handeling

18
Q

Exhibiotionismestoornis

A

seksueel opgewonden worden door zich naakt te tonen, maar heeft niet de intentie seksueel contact te hebben met zijn slachtoffer

19
Q

frotteurismestoornis

A

tegen anderen aanwrijven

20
Q

seksueelmasochismestoornis

A

vernederd, gereinigd worden

21
Q

seksueel-sadisme-stoornis

A

vernederen, pijnigen

22
Q

pedofiele stoornis of pedoseksuele stoornis

A

= seksueel voorkeur naar prepubertair of vroegpubertaire kinderen
≠ pedoseksualiteit

23
Q

pedoseksualiteit

A

parafiele stoornis waarbij de persoon ook overgaat tot het plegen van seksueel misbruik van kinderen

24
Q

efebofilie

A

voorkeur gaat naar post-pubertaire kinderen waarbij reeds secundaire geslachtskenmerken aanwezig zijn

25
fetisjismestoornis
niet-levende objecten
26
transvestiestoornis
dragen van kleding van andere sekse
27
preferentiële verkrachting
gedwongen penetratie
28
telefoonscatalogie
obscene uitspraken via telefoon
29
zoöfilie
dieren
30
types van pedoseksuelen
1) klassieke pedoseksuele type 2) situationele type 3) antisociale type 4) geen uiting
31
vierfactorenmodel van flinkelhor
4 voorwaarden waaraan voldaan moet zijn, wil een volwassen tot seksueel contact met een kind overgaan 1. Seksuele en emotionele motivatie 2. Interne remming overwinnen 3. Externe belemmeringen moeten uit de weg geruimd worden 4. Weerstanden van het kind moeten overwonnen wordn
32
grooming
he t proces waarin een volwassene doelbewust contact opbouwt met een minderjarige (vaak online of in vertrouwen) om die uiteindelijk seksueel te misbruiken.