H2- Het kwetsbaarheid-stressmodel Flashcards
(18 cards)
Erfelijkheid
veroorzaakt door genetische factoren
Heritabiliteit
mate waarin genen belangrijk zijn bij het uitlokken van een stoornis
overerfbaarheid
= herhalingsrisico bij eerstegraadsverwanten
monogenetische aandoening
= één gen, één stukje erfelijk materiaal is verantwoordelijk voor de overerving van een stoornis
Polygenetische aandoening
= meerdere genen zijn verantwoordelijk voor de overerving van een stoornis
kwetsbaarheid
= aanleg of vatbaarheid (voor het ontwikkelen van een bepaalde stoornis)
Epigenetica
genetisch materiaal kan tijdens het leven gewijzigd worden door externe omstandigheden zoals (extreme) honger, verwaarlozing of trauma
stress
= een bedreiging van ons lichamelijk of psychisch evenwicht en de psychologische en fysiologische processen die worden geactiveerd om het evenwicht te behouden of te herstellen
Hippocampale atrofie
minder neuronen in de hippocampus => minder groeifactoren, uitlopers van de zenuwcellen verschrompeld waardoor geheugenproblemen ontstaan
early life stress
= vroegkinderlijke trauma, kan een verstoorde werking van de HHB-as veroorzaken en gaat gepaard met een verhoogde CRH-secretie
EE
= “expressed emotion”
= kritiek, vijandigheid en/of emotionele overbetrokkenheid van een familielid tov patiënt
Caspi-studie
1 of 2 kopieën met de korte vorm van serotoninetransporter = meer kansen op depressie
episode sensitization
= hoe vaker je een depressieve episode hebt gehad, hoe makkelijker en sneller je weer in een nieuwe depressieve episode belandt, ook zonder grote aanleiding.
🧠 Voorbeeld: Iemand heeft al drie depressies gehad. Bij de vierde hoeft er amper iets te gebeuren (bv. een kleine tegenslag) om opnieuw depressief te worden. Het brein raakt als het ware “gesensitiseerd” voor depressie.
stress sensitization
= je wordt gevoeliger voor stress naarmate je meer (of ernstigere) stressvolle gebeurtenissen hebt meegemaakt, vooral in de vroege levensjaren.
🧠 Voorbeeld: Iemand die als kind veel trauma heeft meegemaakt, kan later in het leven al bij kleinere stressoren (bv. een ruzie met een vriend) een sterke psychologische reactie ontwikkelen zoals depressie of angst.
Kindling
= term die verwijst naar allerhande materiaal om een vuurtje te maken
Kindlinghypothese
herhaalde stemmingsstoornissen ontstaan steeds makkelijker, zelfs zonder duidelijke trigger.
Predisponerende factoren
persoonlijkheidskenmerken die iemand meer of minder vatbaar maken voor bepaalde psychiatrische problemen
Onderhoudende factoren
Persoonlijkheidskenmerken die een rol spelen bij het aanhouden van klachten