HC 11.6 Huidtumoren: van premaligne naar maligne Flashcards

1
Q

Wat zijn de kenmerken van de Epidermis?

A
  • Stratum Basale: vanuit deze laag ontstaan de keratinocyten, je ziet dat deze laag veel kernen heeft.
  • Vervolgens rijpen de cellen uit en neemt het cytoplasma ook wat toe, je ziet dan ook dat de kernen langzamerhand verdwijnen.
  • Boven het stratum Basale liggen ook de melanocyten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit welke cellen bestaat de epidermis?

A

De epidermis bestaat uit de volgende cellen: keratinocyten, melanocyten (zorgen voor de pigmentatie van de huid, ze produceren melanine), langerhanscellen (antigeen presenterende cellen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit welke laag van de epidermis ontstaan de volgende afwijkingen: BCC / PCC / AK / Bowen?

A

BCC / PCC / AK / Bowen: deze afwijkingen ontstaan met name vanuit het stratum basale en soms vanuit het stratum spinosum en dat ze vanuit die laag gaan groeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom bestuderen we de epidemiologie van huidmaligniteiten?

A

Het verteld wat over de:
- Etiologie (oorzaken)
- Impact
- Trends/prognose
- Effect van interventies
Hiermee kunnen we de preventieve en curatieve zorg verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe verloopt de incidentie van huidkanker? En is die gelijk voor mannen en vrouwen?

A

De incidentie van huidkanker stijgt enorm hard. De incidentie was eerst wat hoger bij mannen dan bij vrouwen maar nu lopen we ongeveer weer gelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de kans op huidkanker?

A

Kans op huidkanker is 1 op de 5.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel nieuwe huidkankerpatiënten zien we per jaar voor de verschillende typen huidkanker?

A
  • BCC: 60.000
  • PCC: 14.800
  • Melanoom: 8.000
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat rekenen we meestal niet mee in de incidentie van huidkanker?

A

We rekenen het BCC meestal niet mee, en het feit dat mensen meerdere keren huidkanker ontwikkelen rekenen we ook niet mee. Dus als we nu alle huidkankers zouden meenemen dan is de helft van de kankers die voorkomen huidkanker. Maar gelukkig is deze vorm van kanker goed te behandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij welke tumor is de kans op opeenvolgende huidtumoren het grootst?

A

De kans op opeenvolgende huidtumoren is bij het basaalcelcarcinoom het grootst (namelijk 30%), iets minder bij PCCs en weinig bij melanomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke manier ging het aantal nacontroles omlaag bij mensen met een gecureerde tumor en een laag risico op een volgende tumor?

A

Door mensen meer gepersonaliseerde informatie te geven over hun tumor, dus de behandeling die ze hebben gehad, en het risico op een volgende tumor, daarop zagen we dat het aantal nacontroles omlaag ging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe zien we de toekomst van opsporen van huidtumoren voor ons? En wat bleek uit onderzoek?

A

Mensen kunnen thuis met behulp van een app die met AI de verdachte plekjes bekijkt. Een voorbeeld hiervan is SkinVision, die knopt ook meteen een consequentie eraan vast, moet je wel of niet naar de dokter gaan.
- Uit onderzoek bleek dat de helft van de mensen met een benigne afwijking, die volgens de app een benigne afwijking hadden, niet naar de huisarts gingen omdat ze al gerustgesteld waren. Dus deze mensen kun je op die manier weghouden van de zorg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op welke locatie is de incidentie van het BCC de afgelopen decennia het hardste gestegen? En op welke plaatst komt het nog steeds het meeste voor?

A

Romp, het komt waarschijnlijk door de manier van het bedekken van de romp, bijvoorbeeld als je naar het strand gaat. Maar huidkanker komt wel het meeste voor op het hoofdhalsgebied, want dat is het gebied wat het meeste zon vangt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom neemt de incidentie van huidkanker nog steeds verontrustend toe?

A

Zon cultuur, zonnebank, immunosuppressie (door immuunsuppressie ontstaat er sneller huidkanker), vergrijzing, vergroot bewustzijn, registratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de risicofactoren voor huidkanker?

A
  • Leeftijd en geslacht
  • UV-expositie: leeftijd (vooral verbranding op de kinderleeftijd is een grote risicofactor), intermitterend & cumulatief, verbranding, UVB, UVA
  • Dermato-oncologische voorgeschiedenis
  • Iatrogene factoren: immuunsuppressie, fototherapie, radiotherapie, arseen
  • Leefstijl: roken, BMI, Alcohol, SES, Koffie verlaagd het risico op huidkanker
  • Chronische ulcera
  • Fenotype: huidtype I, UV-schade
  • Virus infectie: HPV, HHV 6
  • Genetica: pigment (on)afhankelijke genen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen UVA en UVB?

A

UVA, is breedgolvig, komt dieper in de huid, zorgt daar voor oxidatieve stress en dit geeft DNA schade, UVA zorgt met name voor veroudering van de huid. UVB, is kortgolvig, komt oppervlakkiger in de huid en geeft meer direct beschadiging van het DNA, UVB zorgt meer voor verbranding van de huid en zorgt ervoor dat de huid wat dikker wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe zorgt UV-straling nou voor kanker?

A

het zorgt voor mutaties (direct of door oxydatieve stress) en het zorgt voor immuunsuppressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke premaligniteiten zijn er voor het BCC/PCC/melanoom?

A

BCC heeft geen premaligniteiten. PCC heeft actinische keratose en morbus Bowen als premaligniteiten. En het melanoom heeft Melanoma in situ, Lentigo maligna en Giant congenitale naevus als premaligniteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn kenmerken van actinische keratose?

A

Je ziet wat ruwe plekjes meestal op zon blootgestelde huid, soms zie je ook wat roodheid. Op een histologische plaatje zie je onderin wat onrust in de basale laag (dysplasie). De uitrijping gaat ook niet goed, de kernen blijven zitten tot in het stratum corneum, dit wordt parakeratose genoemd. De elastinevezels in de huid gaan kapot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de prevalentie van actinische keratosen?

A

De prevalentie van actinische keratosen boven de 50 jaar is 30% van de mannen en 20% van de vrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de drie opties voor het natuurlijke beloop van actinische keratosen?

A

Er zijn drie opties voor het natuurlijk beloop (bij expectatief beleid): persisteren, spontane regressie (15-63% na zes maanden) of invasieve groei (=PCC) tot 0,075% per AK per jaar. Des te meer AK’s, des te hoger de kans op PCC. AK’s zijn vooral ook een biomarker voor field cancerization.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de kenmerken van Morbus Bowen?

A

Is een in situ plaveiselcelcarcinoom. Je ziet meer solitaire erytheem/squameuze plakken. Ze liggen niet in groepjes zoals bij actinische keratose. Morbus Bowen kan overal voorkomen ook op slijmvliezen (vaak HPV geassocieerd). 3-10% wordt een plaveiselcelcarcinoom. Bij actinische keratose is het alleen nog de basale laag die dysplastisch is, bij morbus Bowen is het de gehele epidermis. Ook hierbij is het niet mooi uitgerijpt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is het aanvullende onderzoek voor een morbus Bowen of actinische keratosen?

A

Voor actinische keratosen en morbus Bowen geldt: bij twijfel over de diagnose en voor het uitsluiten van een maligniteit wordt een biopt genomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is het therapie beleid bij actinische keratosen en Morbus Bowen?

A

Lokale destructie: bij één of enkele laesies
- Cryotherapie (bevriezen)
- Curettage (wegkrabben) /elektrocoagulatie (wegbranden)
- Excisie (alleen bij Morbus Bowen)
Veldbehandeling: bij multipele laesies
- Efudix crème (5 FU)
- Aldara crème (imiquimod)
- PDT (fotodynamische therapie): met roodlicht
- Dermabrasie / peeling: hele laag eraf halen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is 5-fluorouracil/Efudix? En wat zijn daarvan de voor- en nadelen?

A

Het is een cytostaticum/lokale chemotherapie, je gebruikt het voor 4 weken 2 keer per dag. Het kan toepast worden voor AK’s, sBCCs, m. Bowen. Het voordeel hiervan is: veldbehandeling en de patiënt kan het zelf doen, nadeel: allergie, lokale reacties, therapietrouwheid van belang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is imiquimod 5% creme / aldara? En wat zijn daarvan de voor- en nadelen?

A

Het is een immuunmodulator. Je gebruikt het bij AK voor 4 weken 3x per week en bij superficieel BCC 5x per week voor 6 weken lang. Het nadeel hiervan is dat bij 1-10% van de mensen er een systemische bijwerking is (griepklachten), daarnaast zorgt het ook voor lokale reacties en kan het enkel gebruikt worden voor een beperkt oppervlak (het zijn kleine zakjes die de mensen krijgen).

26
Q

Wat is fotodynamische therapie en wat zijn daarvan de voor- en nadelen?

A

De volgende reactie treedt op: O2 + licht + fotosensitizer (5-aminolevulinezuur, methylaminolevulinaat)  protoporfyrine IX. De zuurstofradicalen zorgen voor apoptose en necrose. Nadelen zijn dat het een dagbehandeling is (hoge kosten) en pijnlijk is. Voordelen zijn therapietrouw en fraaie genezing. Tegenwoordig weet men dat het effect ook via normaal daglicht gevormd kan worden (dit wordt ook wel daglicht fotodynamische therapie genoemd). Maar het nadeel hiervan is cave weersomstandigheden.

27
Q

Waar kijk je naar bij het maken van een therapiekeuze voor actinische keratosen?

A

Je kijkt bij het maken van de therapiekeuze voor actinische keratosen naar om hoeveel plekken het gaat, naar de therapietrouwheid van de patiënt en naar hoe uitgebreid de plekken zijn. Graad 1: je voelt ze meer dan dat je ze ziet, graad 2: je voelt ze makkelijk en ziet ze nu ook beter, graad 3: hyperkeratose, ze zijn ook dik. Bij graad 3 moet je ook de korst weghalen met curettage en daarna kun je de zalf pas gebruiken.

28
Q

Wat is de anamnese bij premaligne afwijkingen?

A
  • UV straling: cumulatief + intermitterend
  • Immunosuppressie
  • Klachten (pijn, snelle progressie)
  • Dermato-oncologische voorgeschiedenis
29
Q

Wat is het lichamelijk onderzoek bij premaligne afwijkingen?

A
  • Voorkeursplekken: zon blootgestelde delen huid: aangezicht, onderlip, oren, handruggen, onderarmen, onbehaarde schedel (mannen), decolleté + onderbenen (vrouwen).
  • Palperen!
  • Let op: wondjes, zwelling/induratie, pijn
  • Totale huid inspectie
30
Q

Wat zijn congenitale melanocytaire naevi (CMN)?

A

Dit zijn grote moedervlekken en komen bij 1% van de pasgeborenen voor:
- < 1,5 cm –> 1:100 (Klein)
- 1,5 – 20 cm –> 1:1000 (medium)
- 20 – 40 cm –> 1:20.000 (groot)
- > 40 cm –> 1:500.000
De indeling gebeurt op basis van verwachte grootte op volwassen leeftijd.

31
Q

Wat zijn de kenmerken van CMN?

A

Het lifetime risico op het ontwikkelen van een melanoom uit de naevi is < 5%. Het risico is gerelateerd aan de grootte van de plek en de hoeveelheid congenitale naevi (3 of meer geeft een verhoogd risico). De kans wordt pas echt groot vanaf een cm of 20 en als je een hele grote laesie hebt met satelietlaesies. Een melanoom op kinderleeftijd is zeldzaam, één op de 3 uit CMN. Bij het verwijderen van de CMN-plekken wordt de kans op een melanoom niet kleiner.
Bij mensen met 3 of meer CMN-plekken (1,5-20 cm) of bij mensen met CMN-plek van >20 cm + satelieten, daarbij is er ook verhoogd risico op neurologische complicaties.

32
Q

Wat zijn de kenmerken van Lentigo maligna?

A

Dit is een intra-epidermaal melanoom of een in situ melanoom. Je ziet onscherpe begrensde bruine macula, grillig gepigmenteerd (sommige plekken wat donkerder). De mediane leeftijd is 70 jaar. Het komt voor op de aan zon blootgestelde huid, in 74% van de gevallen in het gelaat. Progressie van een lentigo maligna naar een melanoom is ongeveer 5%. Het is moeilijk klinisch afgrensbaar. Diagnostiek bestaat uit dermatoscopie en (mapping) biopten (op meerdere plaatsen een biopt nemen).

33
Q

Wat is de behandeling van Lentigo maligna?

A

De behandeling kan bestaan uit conventionele excisie met 5 mm marge. Hiervan is bekend dat er ondanks het ruime marge vaak niet radicaal verwijderd wordt. De recidiefkans is 7 tot 20%. Om deze reden is er ook een andere optie, de micro grafische gecontroleerde chirurgie (Breuninger chirurgie). Hierbij worden de excisie randen volledig beoordeeld deze methode is meer weefselsparend, waarbij de wond pas wordt gesloten als de chirurgie radicaal is. De recidiefkans is daarmee wel heel laag, namelijk 2-5%.
- We halen bij de micrografisch gecontroleerde chirurgie dus de laesie eruit, na een week komt de patiënt dan weer terug en dan sluiten we het als er sprake was van radicale excisie. Het nadeel is dat het lijdt tot grotere defecten en dat het soms leidt tot meerdere rondes.

34
Q

Waarvoor staat PROVOKE?

A

Plaats – Rangschikking – Omvang (aantal en grootte) – Vorm – Omtrek – Kleur – Efflorescentie (erytheem, macula, papel, tumor, plaque, ulcus, squamae, keratose, tumor, erosie, teleangiectasie)

35
Q

Wat zijn de kenmerken van een basaalcelcarcinoom?

A

Kenmerkend voor een basaalcelcarcinoom is dat het eruit ziet als een glazige, wasachtige, doorschijnende papel, plaque of nodus met parelmoerachtige glans. Vaak is er een centrale ulceratie met een verheven bleke rand, teleangiëctasieën (vaattekening, zeker dermatoscopisch), de afwijking is snel bloedend en niet genezend. Soms is er atrofie en onscherpe begrenzing en soms ook gepigmenteerd (dat zien we ook bij wat meer gepigmenteerde huid). Het is een langzaam groeiende tumor, in de loop van een jaar ontstaan, vaak niet pijnlijk, gaat soms spontaan kapot of bloeden.

36
Q

Wat is de anamnese bij een basaalcelcarcinoom?

A

Bij de anamnese is het belangrijk om de volgende aspecten goed uit te vragen:
- Beloop: spontaan of langzaam ontstaan
- Klachten: relatief weinig bij BCC
- UV-straling: cumulatief + intermitterend
- Immunosuppressie
- Dermato-oncologische voorgeschiedenis: eerder huidkanker gehad
- Andere risicofactoren: genetisch, radiotherapie, na lokaal trauma

37
Q

Wat is het basaalcelnaevus syndroom?

A

Dit genetisch syndroom heet ook wel het Gorlin-Goltz syndroom. Er zijn mutaties (autosomaal dominant) in het PTCH-gen (tumorsuppressorgen), waardoor basaalcelcarcinoom vanaf jonge leeftijd kunnen ontstaan (onder de 20 jaar). Preventieve adviezen zijn erg belangrijk, zoals de bescherming tegen UV-straling, niet verbranden en röntgenstraling beperken. Dit syndroom gaat vaak gepaard met kaakcysten. De diagnose kan worden gesteld op het klinisch beeld en is aannemelijk bij aanwezigheid van twee major criteria of een major en twee minor criteria.

38
Q

Wat zijn de major criteria van het basaalcelnaevus syndroom?

A
  • Meer dan twee BCC of één BCC onder de 20 jaar
  • Odontogene kaakcyste
  • 3 of meer palmar pits of plantar pits (pitjes in de handen of voeten)
  • Ectopische calcificatie of vroege (< 20 jaar) calcificatie van de falx cerebri.
  • Ribafwijkingen
  • Eerstegraads familielid met BCNS
39
Q

Waar moet er op worden gelet bij het lichamelijk onderzoek bij een basaalcelcarcinoom?

A

Bij lichamelijk onderzoek moet er worden gelet op de omvang van de tumor, onderliggende structuren, indien gelaat dan de H-zone en totale huid inspectie (de kans dat je er nog eentje vangt is 30% bij het eerste onderzoek). De H-zone op het gelaat is alles behalve het voorhoofd en de wangen, dit is het gebied waar het basaalcelcarcinoom vaak agressiever en dieper groeit, en dit is ook uitdagender te opereren. Als diagnostiek moet er histopathologisch onderzoek worden gedaan middels een biopt. Hiermee kan de groeiwijze worden bepaald. Het niet agressief basaalcelcarcinoom is superficieel en nodulair, terwijl het agressief basaalcelcarcinoom sprieterig groeit.

40
Q

Wat zie je op deze afbeelding?

A

1 = superficieel
2 = nodulair
3 = sprieterig

41
Q

Hoe maken we onderscheid tussen hoog risico en laag risico BCC?

A
42
Q

Wat is de behandeling voor laag risico BCC en die voor hoog risico BCC?

A

Bij een laag risico wordt een excisie gedaan met een marge van 3 mm. Topicale therapie mag ook worden gegeven bij een superficieel groeiend BCC, dus niet bij nodulair (want die groeit dieper, met de topicale therapie kom je dus niet diep genoeg):
- 5-fluorouracil crème
- Imiquimod crème
- Fotodynamische therapie
Een excisie marge van 3 mm bij laag risico BCC en 5 mm bij hoog risico BCC heeft vaak voldoende radicaliteit. Daarnaast doen we voor hoog risico BCC soms ook een mohs’ micrografische chirurgie (H-zone gelaat).

43
Q

Wat is het verschil tussen conventionele chirurgie en Mohs’ chirurgie?

A

Bij de conventionele chirurgie is er 0,1% beoordeling van snijvlakken, terwijl bij Mohs’ micrografische chirurgie er 100% snijvlak controle is. Dit komt doordat conventionele chirurgie enkele snijvlakken beoordeeld, maar tumor resten aan de zijkant kan missen. Mohs’ chirurgie neemt alle het weefsel rondom de tumor mee (met een krappe marge) en kan dus veel preciezer aangeven of er tumor resten achtergebleven zijn. Met de Mohs’ chirurgie werken we met vriescoupes en kunnen we binnen 1 dag goed zien of we de tumor goed hebben verwijderd. We doen Mohs’ chirurgie met name voor plaveisel- en basaalcelcarcinomen.

44
Q

Waarvoor doen we met name Mohs’ chirurgie?

A

Mohs’ chirurgie doe je voor tumoren in het gelaat, voor recidieve tumoren in het gelaat, rondom de neuspunt / oogleden.

45
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van Mohs’ chirurgie?

A

Voordeel Mohs chirurgie
- Weefselsparend
- Hogere kans radicaliteit, lagere kans recidief
Nadeel Mohs chirurgie:
- Arbeidsintensief
- Kostbaarder dan excisie

46
Q

Is er bewijs dat Mohs’ chirurgie beter is dan conventionele chirurgie?

A

Op basis van RCT (mohs versus excisie) met 10 jaar follow-up:
- Recidief kans na conventionele excisie 12-14%
- Recidief kans na Mohs 4%

47
Q

Wanneer GEEN mohs chirurgie?

A
  • Melanoom / Melanoom in situ (wel geschikt voor bijvoorbeeld PCC, merkelcelcarcinomen, DFSP, talgkliercarcinomen): de gepigmenteerde afwijkingen zijn niet zo goed zichtbaar op de vriescoupes en daarvoor doen we dus de Breuninger (je laat de wond van de patiënt open en na een week sluit je het).
  • Voldoende ruimte voor excisie inclusief passende marge
  • Inoperabel (met mohs chirurgie)
48
Q

Wat kunnen we doen voor het basaalcelcarcinoom als we er met snijden niet uitkomen?

A

Als we er met snijden niet meer uitkomen is er ook een systemische optie: orale hedgehog inhibitors (vismodegib of sonidegib), is kostbaar 4500 euro/mnd. Het dient voor volwassenen met symptomatische gemetastaseerd BCC of lokaal uitgebreid BCC dat ongeschikt is voor operatief ingrijpen of radiotherapie.

49
Q

Wat zijn de kenmerken van een plaveiselcelcarcinoom?

A

Het is een sneller groeiende tumor, waar de patiënt wel last van heeft (pijn).
Kenmerkend: huidkleurig tot erythemateuze plaque/nodus/tumor. De patiënt heeft ook pijn. Vaak zien we schilfering (keratose) en centrale ulceratie, ook zien we omliggende actinische keratosen, de laesie is vaak snel bloedend en niet genezend.

50
Q

Waar bevinden PCCs zich vooral?

A

80% van de PCCs bevinden zich in het hoofd-hals gebied. Het is wel echt iets van chronische UV-straling.

51
Q

Wat zie je histologisch terug bij PCC?

A

Je ziet histologisch veel keratinisatie in de dermis liggen. Je ziet soms ook de delingen terug (atypische mitose).

52
Q

Wat zijn risicofactoren voor PCC?

A

UV-straling, Arseen, roken, mannen > vrouwen, huidtype I/II, immuungecompromiteerd, chronische huidontstekingen (ulcera, lichen sclerosus).

53
Q

Wat zijn genodermatosen?

A

Hierbij zien we vaak veel plaveiselcelcarcinomen:
- Xeroderma pigmentosum: DNA-repair stoornis, autosomaal recessief.
- Albinisme: geen/weinig melanine, meestal oculocutaan (autosomaal recessief)

54
Q

Wat is de incidentie van het PCC? En wat is de kans op metastasen?

A

Incidentie van 14.000 nieuwe patiënten per jaar en stijgend (2-3%/jr). De kans op metastasen van een PCC is 2-3%. Bij het PCC proberen we altijd heel goed te stadiëren. We kijken eerst naar de regionale lymfeklieren, zijn die er niet dan hoef je niet over metastasen op afstand na te denken.

55
Q

Wat is de anamnese van het PCC?

A
  • UV straling: cumulatief + intermitterend
  • Immunosuppressie
  • Klachten: pijn!
  • Dermato-oncologische voorgeschiedenis
  • Andere risicofactoren: na lokaal trauma, chronische wonden.
56
Q

Wat is het lichamelijk onderzoek voor PCC?

A
  • Omvang tumor
  • Aanwijzingen voor perineurale uitbreiding
  • Onderliggende structuren (ingroei spier/kraakbeen/bot)
  • Palpatie drainerende lymfeklierstations.
  • Totale huid inspectie
57
Q

Wat voor aanvullend onderzoek doen we bij verdenking op PCC?

A

We beginnen altijd met een biopt. Vanaf stadium III doen we een echo van de drainerende lymfeklieren van het hoofd-hals gebied.

58
Q

Wat zijn de behandelopties van PCC?

A
  • Excisie
    o Stadium I: 5 mm marge (T1)
    o Stadium II: 10 mm marge (T2)
  • Mohs-chirurgie / micrografische gecontroleerde chirurgie
  • Radiotherapie (het liefst opereren en bestraling voor bepaalde indicaties)
59
Q

Hoe metastaseert PCC?

A

PCC kan lymfogeen metastaseren of zich vertonen als huidmetastasen.

60
Q

Wat voor systemische therapie is er voor PCC?

A

Cemiplimab: is een anti-PD1 antilichaam. Het blokkeert de rem op de T-cel immuunrespons tegen de tumor. De respons is 46% in locally advanced / gemetastaseerd PCC. Na 2 jaar zien we bij 69% ongoing respons. In Nederland beschikbaar in Drug Access programma.