HC.4 - Organisatie van het piramidaal systeem Flashcards

(13 cards)

1
Q

welke afferenten motoneuronen zijn er?

A
  1. primaire afferenten (monosynaptisch, van perifeer, spierpoeltjes)
  2. interneuronen (ruggenmerg en herstenstam: excitatoir of inhibitoir)
  3. piramidebaan (en andere supraspinale banen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar zijn de basale kernen belangrijk voor?

A

initiatie van motorprogramma’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar is het cerebellum belangrijk voor?

A

de uitvoering van motorprogramma’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe is het motorisch systeem georganiseerd?

A

de motoneuronen die een bepaalde spier innerveren vormen tezamen een kolom (meestal) over meerdere segementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke 2 groepen motoneuronen zijn er?

A
  • een mediale groep: innerveert axiale spieren (rug bijv) worden bilateraal aangestuurd
  • een laterale groep: innerveert de ledematen wordt unilateraal aangestuurd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het piramidaal systeem?

A

over het algemeen is dat het motorisch systeem. maar er is ook een deel wat zorgt voor sensorische verwerking. soma liggen in de cortex met input van dendrieten. en axon kan heel lang zijn en daardoor andere naam krijgen terwijl het dezelfde weg is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe wordt een axon dat naar de duim gaat genoemd op verschillende plekken?

A
  1. soma
  2. capsula interna: axon is op de hoogte van de basale kernen en de thalamus
  3. pedunculus cerebri: axon is ter hoogte van de middenhersenen
  4. piramidebaan: ter hoogte van de medulla (anatomisch zit het dus alleen hier maar klinisch is dit de hele baan die een axon volgt)
    hierna zal de helft ong kruisen en anterolaterale baan naar duim volgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar herken je de medulla oblongata aan?

A

onderste lijstkernen of wel inferieure olijfkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe kan je de middenhersenen herkennen?

A

heeft een voetafdruk vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar wordt de piramidebaan in onderverdeeld?

A
  • corticospinaal = wat naar ruggenmerg gaat
  • corticobulbaire = gaat naar de bulbus in de hersen stam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar is de ontwikkeling van de piramidebaan belangrijk voor?

A

voor de precisiegreep of fijne motoriek zoals piano spelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn voorbeelden van cortico-bulbaire banen?

A
  • naar de facialis kern (n.VII, aangezicht)
  • naar de motor V (kauwen)
  • naar de n. hypoglossus (n. XII. tong)
  • naar de n. ambiguus (pharynx/larynx)
  • naar de n. accessorius (schouders, trapezius bovenste deel)
  • NIET de oogspierkernen (3,4 en 6)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat doet het monoaminerge systeem?

A

dit is meer emotioneel deel van het brein, het limbisch systeem. emotioneel lachen is anders dan geforceerd lachen
- als je laesie van de piramidebaan naar de n. facialis hebt kan een persoon niet bewust zn tanden laten zien of lachen.
- indien het signaal vanuit de gyrus cinguli nog intact is, kan de persoon mogelijk wel spontaan lachen (duchenne smile , = lachen met ogen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly