TENTAMEN MEERKEUZE Flashcards
(165 cards)
Een aantal studenten bespreekt de relatie tussen het ventrikelsysteem en onderdelen van de hersenen. Ze doen daarbij een aantal
uitspraken.
Welke twee van onderstaande uitspraken zijn juist?
Let op! Bij deze vraag worden alleen punten toegekend wanneer de vraag volledig juist beantwoord wordt.
A de thalamus is een deel van het diencephalon
B het ruggenmerg is gelegen rondom het aquaduct
C het telencephalon bestaat uit cortex cerebri en thalamus
D de hersenstam bestaat uit mesencephalon en diencephalon
E het mesencephalon gaat caudaal over in het rhombencephalon
A en E
Spinale zenuwen vervoeren sensibele en motorische informatie.
Kies de juiste alternatieven (sensibel/motorisch/beide) om onderstaande zinnen kloppend te maken.
Spinale vezels in de dorsale radix vervoeren ??? informatie.
Spinale vezels in de voorste ramus (ramus anterior) vervoeren ??? informatie
sensibel
beide
Welk van de onderstaande kanalen wordt het meest geremd door ethosuximide?
A calciumkanalen
B chloridekanalen
C kaliumkanalen
D natriumkanalen
A dit is een anti-epileptica
Je ziet een kind van 20 maanden oud met een eerste koortsstuip op de spoedeisende hulp. Ouders vragen of dit vaker kan gebeuren met
hun kind.
Wat is ongeveer het herhalingsrisico van een kind dat een eerste koortsstuip heeft gehad?
A 10%
B 30%
C 50%
D 90%
B
Hoe wordt de diagnose epilepsie gesteld?
A op basis van typische EEG afwijkingen
B op basis van typische MRI afwijkingen
C op basis van het vóórkomen van meerdere epileptische aanvallen
D op basis van neurologisch onderzoek
C
Bij bepaalde epilepsiesyndromen wordt als behandeling het ketogeen dieet ingezet.
Welk bestanddeel dient veel voor te komen in het ketogeen dieet?
A vocht
B eiwit
C koolhydraten
D vet
D
ketogeen dieet heeft 50% van werking en reduceert 50-100% van de aanvallen.
Als wat voor een aanval is een absence in het kader van het epilepsiesyndroom “absence epilepsie van de kinderleeftijd” te
classificeren?
A focale aanval met verminderde gewaarwording met motorisch begin, automatisme
B focale aanval met verminderde gewaarwording met niet motorisch begin, gedragsonderbreking
C gegeneraliseerde aanval, motorisch
D gegeneraliseerde aanval, niet motorisch
D
absence komt vaak niet met schokken
focaal is in een deel van de hersenen.
generaliseerbaar zijn er gelijktijdig afleidingen van alle elektrodes hypersynchrone neuronale activiteit te zien
Je bent arts assistent op de spoedeisende hulp. Er wordt een patiënt met een status epilepticus binnengebracht.
Wat dien je als eerste te doen bij een patiënt met een status epilepticus?
A ademweg controleren
B EEG maken
C bloedonderzoek uitvoeren
D midazolam geven
A
1. ABC protocol
2. midazolam
3. ???
In een neurofysiologisch experiment meet je de activiteit van een ON-center bipolaire cel in de retina. Eerst meet je de activiteit van deze cel
terwijl het hele receptieve veld gelijkmatig maar zwakjes wordt verlicht. Vervolgens verhoog je de intensiteit van het licht specifiek op het
rand van het receptieve veld.
Wat gebeurt er als reactie op deze verhoging met de activiteit van deze cel?
A deze cel zal gaan depolariseren
B deze cel zal gaan hyperpolariseren
C deze cel zal meer actiepotentialen gaan afgeven
D deze cel zal minder actiepotentialen gaan afgeven
B
ganglion zijn de enige die actiepotentialen maken dus die kan sws weg
- de ON-cel heeft MGluR6 receptoren en gaat bij afname van glutamaat depolariseren. en dus meer glutamaat afgeven
- de OFF-cel bevat AMPA-receptoren en gaat hyperpolariseren bij afname van glutamaat. hier komt minder glutamaat bij vrij
wat gebeurt er als er licht valt op het centrum ij een ON en OFF cel?
- licht in centrum dan ON cel depolariseert (stimuleert) en OFF hyperpolariseert (remt)
- donker in centrum is ON hyperpolariseert en OFF depolariseert
Het visueel systeem functioneert over een groot gebied van licht intensiteiten.
Kies de juiste alternatieven om onderstaande zinnen kloppend te maken.
1. Kleurenzien werkt het beste onder ??? omstandigheden.
2. De overgang van scotopisch naar mesopisch zicht wordt bepaald door de???
opties
- mesopische, fotopische of scotopische
- drempel stimulatie van kegeltjes (rod threshold)/drmepel stimulatie van staafje (rod threshold) of start van de cerzadiging van kegeltjes/staafjes
fototopisch
drempel van kegeltjes
- de staafjes werken vooral als het donker is (scotopisch)
- de kegeltjes als het licht is (fotopisch)
- mesopisch zit hier tussen in
- staafjes kunnen op een gegeven moment niet meer licht waarnemen en dan worden de kegeltjes actief. ook de kegeltjes hebben een drempel als er nog meer licht is gaan de fotoreceptoren kapot.
- ze bedoelen hierbij dat je bij scotopisch alleen donker hebt en dan mesopisch begint pas als kegeltjes aangaan en drm is het die drempel
- Vijf graden nasaal naast de fovea zijn ??? te vinden.
- Bij een bepaalde lichtintensiteit is de reactie van ??? afhankelijk van de golflengte van het licht.
- Bij een kortdurende licht stimulus duurt de reactie van een staafje ??? dan de reactie van een kegeltje.
- voornamelijk kegeltjes/staafjes of ongeveer evenveel of beide geen
- staafjes/kegeltjes/beid
- langer dan/ even/korter dan
- voornamelijk staafjes
- beide
- langer dan
kegeltjes zitten met namen in fovea en staafjes in de periferie
- er zijn 4 typen opsine moleculen (3 kegeltjes en 1 staafjes).
Een 25-jarige man is redelijk hersteld van zijn hersenschudding, nadat hij met zijn racefiets een ernstig ongeluk kreeg tijdens de
Giro d’Italia. Hij heeft echter nog steeds last van een gekanteld beeld. Als hij naar links kijkt, ziet hij verticaal dubbel. De afstand tussen de
beelden neemt toe wanneer hij naar beneden kijkt om de trap af te lopen. Hij houdt het hoofd iets gekanteld naar de linker schouder.
Welke hersenzenuw van welk oog is verlamd?
A de nervus abducens rechts
B de nervus abducens links
C de nervus trochlearis rechts
D de nervus trochlearis links
C
bij de n. trochlearis verlammis is de m. obliquus superior verlamd en zal het oog in bovenblik en naar buiten gerold staan.
de scheelzienshoek en de klachten van dubbelzien nemen namelijk toe als de ptn in de werkingsrichting van de verlamde spier kijkt
- bij de n. abducens verlamming zal de m. rectus lateralis alleen horizontaal werken en oog zal naar binnen staan.
Er valt een lichtbundel op het oog.
Wat zijn de achtereenvolgende structuren die deze lichtbundel tegenkomt van anterior naar posterior?
A traanfilm - cornea - lens - retina
B lens - cornea - iris - retina
C cornea - lens - retina - iris
D traanfilm - lens - cornea - retina
A
Bij patiënten met laesies in het gebied van het chiasma en de visuele cortex kan de gezichtsvelduitval goed vastgesteld worden met een
confrontatief gezichtsveldonderzoek volgens Donders.
Geef voor de volgende uitspraken aan of je er bij het confrontatief gezichtsveldonderzoek volgens Donders goed op moet
letten?
1. Dat de patiënt met zijn rechter oog in jouw linker oog kijkt en dat de patiënt zijn linker oog gesloten heeft en jij je rechter oog gesloten
hebt. ?
2. Je langzaam je hand of een object, van lateraal naar mediaal in het gezichtsveld beweegt. ?
3. Dat de patiënt het direct zegt als je hand of het object in beeld komt. ?
4. Dat je hand of het object op gelijke afstand tussen jouw ogen en die van de patiënt worden gehouden. ?
alles is wel
Bevindt zich normaal gesproken vocht in de recessus epitympanicus en zo ja, wat voor soort vocht?
A ja, endolymfe
B ja, perilymfe
C ja, waterige oplossing
D nee, normaal gesproken géén vocht
D
dit is de ruimte boven het trommelvlies. het deel eronder heeft hypotympanicus. en er tussen heet mesotympanum.
in dit deel zit de caput mallei en corpus incus
Als gevolg van bijvoorbeeld een afname van de doorbloeding, kunnen de pompen in de stria vascularis minder goed gaan functioneren.
Kies de juiste alternatieven om onderstaande zinnen over de consequenties van een verminderde werking van de pompen
in de stria vascularis voor de endocochleaire potentiaal en de evenwichtspotentiaal van K+ (EK) aan de apicale zijde van de
haarcel kloppend te maken.
Let op! Bij deze vraag worden alleen punten toegekend wanneer de vraag volledig juist beantwoord wordt.
1. De endocochleaire potentiaal wordt ??
2. De EK aan de apicale zijde van de haarcel wordt ??
kies 2 maal uit negatiever en positiever
beide negatiever
als de haartjes richt de stria vascularis, laterale wand, worden getrokken dan stroom er kalium naar binnen. in de endolyfe is er een hoge conc K en hoog potentiaal van 80mV.
door naar binnen stromen gaan de Ca aan de basale zijde open waardoor CA naar binnen stroomt en fusseert met vesicles in het membraan.
deze geven glutamaat af waardoor er een actiepotentiaal ontstaat.
- als er lagere K in endolymfe is dan wordt endocochleaire potentiaal negatiever.
- ook de evenwichtspotentiaal van K aaan apicaal is negatiever door het slechter functioneren van de pomp
Bij een familie met slechthorendheid wordt gevonden dat een mutatie in het otoferline gen voor de slechthorendheid verantwoordelijk is. Met
immunocytochemie blijkt dat dit gen vrijwel uitsluitend in binnenste haarcellen tot expressie komt.
Twee stellingen over de slechthorendheid binnen deze familie zijn:
1. de slechthorendheid is non-syndromaal
2. otoakoestische emissies zijn normaal, terwijl de Brainstem Evoked Response Audiometry (BERA, ook wel ABR genoemd) afwijkend is
beide juist
- omdat de FA+ is wordt er meer gedacht aan een erfelijke oorzaak. en dan niet-syndromaal omdat er verder geen andere afwijkingen voorkomen in de familie of bij het kind.
- een afwijkende BERA en afwijkende OAE OF een afwijkende BERA en normale OAE staan beide voor perceptief gehoorverlies.
- een normale BERA + OAE afwezig is conductief
Het trommelvlies en de gehoorbeentjes versterken het geluid. Wanneer deze niet goed werken, ontstaat een conductief gehoorverlies.
Het conductieve gehoorverlies kan oplopen tot 50 - 60 dB bij volledig afwezige middenoor functie.
Welk frequentie gebied is het meest getroffen bij conductief gehoorverlies bij volledig afwezige middenoor functie?
A het laagfrequente gebied tot 2 kHz
B het midfrequente gebied, van 2 tot 4 kHz
C het hoogfrequentie gebied, van 4 tot 8 kHz
D alle frequenties
D
De onderstaande structuren hebben elk een functie in het waarnemen van geluid. Functieverlies leidt tot gehoorverlies.
Van welke van de onderstaande structuren wordt de functie overgenomen door een beengeleiding hoortoestel?
A de buitenste haarcellen
B de N VIII
C het ganglion spirale
D de gehoorbeentjes
D
vooral voor mensen met conductief gehoorverlies met een goede cochlea.
met het apparaat kan men de trillingen brengen via een trilling via een schroef naar schedel naar cochlea. beide oren worden gestimuleerd
Je bent huisarts en ziet een 65-jarige gezonde man met gehoorverlies aan het linker oor. Recent was hij betrokken bij een vechtpartij op
straat en kreeg daarbij een klap op zijn linker oor. Het oor was hierna pijnlijk, maar hij werd niet duizelig, en heeft het gehoorverlies niet
onmiddellijk gemerkt.
Je doet de stemvorkproeven.
Bij de proef van Weber hoort de man het geluid aan de rechterkant. Aan beide zijden hoort hij bij de proef van Rinne het geluid van de op
het mastoid geplaatste stemvork zachter dan wanneer deze voor het oor gehouden wordt.
Kies de juiste alternatieven om onderstaande zinnen met betrekking tot de interpretatie van de stemvorkproeven in deze
casus kloppend te maken.
Let op! Bij deze vraag worden alleen punten toegekend wanneer de vraag volledig juist beantwoord wordt.
De proef van Rinne is ???
Het gehoorverlies kan veroorzaakt zijn door ???
- positief/negatief
- een perforatie van het trommelvllies/luxatie stapes incus gewricht/lawaaitrauma door klap op het oor
positief
lawaaitrauma door klap op het oor
hij is positief dus geen conductief verlies
weber gaat geluid naar
- aangedane oor bij conductief
- gezonde oor bij perceptief
er is hier dus geen conductief verlies en hij gaat naar recht dus links heeft perceptief verlies.
- lawaai is perceptief; perforatiee n luxatie is conductief
Je bent KNO-arts. Je vraagt voor een patiënte van 66 jaar, die sinds een half jaar last heeft van draaiduizeligheid bij snelle
hoofdbewegingen, een ENG aan. Dit bestaat uit onderzoek van het oculomotorsysteem, een draaistoelonderzoek en calorische testen.
Wat is de stimulus voor de halfcirkelvormige kanalen tijdens het draaistoelonderzoek?
A de positie van de stoel
B de snelheid van de stoel
C de versnelling van de stoel
C
Je bent huisarts en op je spreekuur verschijnt een man van 56 jaar met sinds enkele maanden bestaande duizeligheidsklachten. Je neemt
een grondige anamnese af en onderzoekt hem met behulp van de head impulse test ofwel hoofd impuls test.
Binnen welk systeem kan de head impulse test afwijkingen opsporen?
A de vestibulo-spinale reflex
B de vestibulo-oculaire reflex
C de cervico-oculaire reflex
B
Veel patiënten met een bilaterale uitval van het vestibulaire systeem klagen over oscillopsie.
Wat wordt er bedoeld met de term oscillopsie?
A een intern gevoel van heen-en-weer gaande hoofdbeweging, optredend zonder echte hoofdbeweging
B het optreden van spontane perioden met vertigo
C een schijnbare beweging van de visuele omgeving tijdens een hoofdbeweging
D een chronisch licht gevoel in het hoofd