PD.6.1 - Somatosensibiliteit: de periferie (inclusief weekinleiding) Flashcards

(9 cards)

1
Q

hoe kan je onderscheid maken tussen centraal en perifeer probleem?

A

centraal heeft verhoogde reflexen en bij perifeer vaak afwezig of verlaagd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat stuurt cervicaal aan?

A

armen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat stuurt lumbaal uit?

A

billen en benen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is neurotmesis?

A

zenuw is helemaal kapot en gaat niet zomaar aan elkaar groeien. er is chirurgische behandeling nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is axonotmesis?

A

zenuw is nog gedeeltelijk in contact en kan zich dan nog herstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

neuropraxie?

A

meest voorkomend. betekent druk op de buitenkant van de zenuw. kan spontaan herstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke zenuwen ervaren vaak compressie?

A
  • n. medianus
  • n. ulnaris
  • n. cutaneous demoralis laterale
  • n. peroneus (zit in de scheen, dorsiflexie voet + tenen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat doen de dermatomen C6, C7 en C8?

A
  • C6 = duim en deel wijsvinger
  • C8 = pink en deel ringvinger
  • C7 = doet alles ertussen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is carpaal tunnelsyndroom?

A

Tintelingen, prikkelingen of doof gevoel in:

Duim, wijsvinger, middelvinger en deel van de ringvinger.

Nachtelijke klachten (vaak wakker worden met dove hand).

Verminderde knijpkracht (vooral bij dingen vastpakken).

Soms pijn uitstralend naar onderarm of schouder.

er is door een zwelling druk op de n. medianus. het is een klinische diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly