HNH20306 - HC 8 Flashcards

1
Q

Genetics load the gun, environment pulls the trigger:
• Genen verklaren … variantie in BMI.
• Bepaalde genen maken ‘hyper’ gevoelig voor voedselsignalen.
• Onderzoek naar verblijf in de US en obesitas: hoe langer mensen in de US verbleven, …

A

67%

hoe dikker ze werden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Duale modellen, twee systemen

Unieke vaardigheid van systeem 2 …

A
  1. Impulsieve/automatische processen: snel, weinig energie.
  2. Gecontroleerde/reflexieve processen: bewust, veel energie, kost tijd.

het vermogen tot zelfcontrole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is zelfcontrole

A
  • Regulering van impulsen (gedachten, emoties).
  • Jezelf veranderen naar een idee of standaard.
  • Basis voor verbeelding, vrije wil.
Mensen met veel zelfcontrole:
•	Meer succes op werk en school.
•	Betere relaties, minder scheidingen.
•	Betere mentale en fysieke gezondheid.
•	Minder crimineel, misbruik.
•	Langer leven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

• Werd het gewenste gedrag uitgevoerd?

  • Zonder weerstand: …
  • Met weerstand: …
  • Zelfcontrole zorgt ervoor dat mensen zich inhouden.
A

70% en 17%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Het hangt ook af van de … van mensen in de omgeving.
  • Vergelijking van marshmallow experiment data van geteste kinderen in 1960s, 1980s en 2000s (kunnen kinderen nu net zo lang wachten als in de jaren 60?) > Volgens survey onder volwassenen niet, kinderen hebben …
A

betrouwbaarheid

steeds meer zelfcontrole over de jaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gesuggereerde verklaringen van meer zelfcontrole onder kinderen over de jaren:

• Toch is zelfregulatie niet voldoende: er is steeds meer zelfcontrole, maar er is nu meer obesitas dan vroeger.

A
  • Toename van symbolisch denken, technologie.
  • Publieke aandacht voor zelfregulatie.
  • Flynn effect (absolute scores IQ testen kinderen stegen gemiddeld 3 punten per decennium).
  • Toegenomen gebruik peuterschool.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Systeem 1:
• Ons brein beslist zeer snel hoe een stimulus verwerkt wordt.
• Er zijn teveel stimuli om te verwerken via systeem 2.
• Systeem 1 prominent, met name als: … (4 dingen)

A
  • Informatie complex of incompleet is.
  • We niet geïnteresseerd zijn.
  • Er gevaar dreigt.
  • We moe zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

2 mogelijke verklaringen voor automatisch gedrag

A
  • Lange termijn geheugen: associatief netwerk.

* Elk concept dat je kent is een knoop in je netwerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Elk concept heeft connecties met andere concepten:
• Concepten zijn hetzelfde of gerelateerd (via ‘paden’)
• Als je blootgesteld wordt aan concept, dan triggert dit: …
- … worden ook geactiveerd. Bijv. bij Apple …
- Kunnen invloed hebben op percepties en gedrag.

A

spreading activation

Gerelateerde concepten

denk je aan een appel of Steve Jobs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Elk concept heeft connecties met andere concepten:
• Concepten zijn hetzelfde of gerelateerd (via ‘paden’)
• Als je blootgesteld wordt aan concept, dan triggert dit: spreading activation
- Gerelateerde concepten worden ook geactiveerd. Bijv. bij Apple denk je aan een appel of Steve Jobs.
- Kunnen invloed hebben op percepties en gedrag.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
Heuristieken: snelle en simpele denkregels:
•	Mentale shortcuts/vuistregels.
•	Vaak onbewust.
•	Gebaseerd op ... en ...
•	Helpt om snel problemen te ... en ...
A

ervaring en associatieve netwerken

identificeren en op te lossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voorbeeld heuristiek ‘gezond = duur’:
• Met name onder mensen met … en …
• Implicaties in verschillende situaties, bijv. als consumenten een keuze maken met gezondheidsdoel in hun hoofd.
• Voorbeeld heuristiek ‘dosis ongevoeligheid’: …

A

hoger BMI en slechtere eetgewoonten

als iets schadelijk is in grote hoeveelheden, dan is het ook schadelijk in kleine hoeveelheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cognitieve bias: systematische error die ontstaat door het gebruik van heuristieken:
• Status-quo bias: …
• Confirmatie bias: …
• Optimistische bias: …

A

voorkeur voor inactiviteit

voorkeur voor info die onze eigen vooroordelen bevestigt

overschatten van eigen kansen op ellende en overschatten van eigen capaciteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Samenvattend systeem 1 en 2 (tabel) > zie samenvatting

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Maaltijd initiatie:
• Eerste (mentale) stappen om voedsel te verkrijgen en consumeren.
• 3 externe signalen:

A
  • Maaltijd plannen is gebruikelijk ‘eten met de klok’
  • Sociale normen
  • Aanblik of geur van voedsel geeft fysiologische reactie: Cephalic Phase Response, Dopamine.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Maaltijd planning:
• Nadenken over activiteiten en middelen die nodig zijn om voedsel te consumeren.
• ‘Wat en hoeveel ga ik eten?’
• Geconditioneerde verzadiging: …
• Verzadigingsverwachting is niet altijd nauwkeurig.
• Bord leeg eten.
• Verpakkingen en portiegroottes ondermijnen geconditioneerde verzadiging door …

A

de associatie te beschrijven tussen zintuiglijke aspecten van een voedingsmiddel, zoals een zoete smaak of romigheid, en het interne gevoel van volheid daarna

te suggereren dat de gepresenteerde portie de normale hoeveelheid is om te consumeren

16
Q
Inschattingsbias:
•	Consumptie illusies: 
- Verticaal-horizontaal illusie: ...
- Delboeuf illusie: ...
- Unit grootte: ...
A

een hoog, smal glas lijkt meer volume te bevatten dan een kort, wijd glas

eenzelfde hoeveelheid voedsel lijkt minder op een groot bord dan op een klein bord

als je een yoghurtje koopt in US is het meer dan in NL

17
Q
Health halo effect:
•	...
•	Claims als ‘low fat’
•	Woorden als ‘dieet’ en ‘vezels’
•	Biologisch voedsel
•	Als een persoon goed wordt beoordeeld op 1 aspect, dan ...
A

Labels veranderen verwachtingen over verzadiging en gezondheid.

breidt deze positieve evaluatie zich uit naar andere (ongerelateerde) aspecten.

18
Q

Sport op verpakking:
• 37% meer snacks als er fitness plaatjes op verpakking staan.
• … van label maakt chocolade minder ongezond.

A

Groene kleur

19
Q

Consumptiefase:
• Sensorisch specifieke verzadiging: …
• Waargenomen variatie
• Einde van consumptie episode, 4 dingen …

A

als je veel zoet gegeten hebt, dan wil je toch nog wat zouts. Mensen eten dus veel meer als er variatie op tafel staat

  • Verzadiging
  • Afleiding
  • Atmosfeer
  • Completion compulsion (de hele zak chips opeten als die toch al open is).
20
Q

Wie past er eetgedrag aan later op de dag:
• Verplicht opdrinken van preload drankje voor kinderen (2,5-5 jaar) en volwassenen.
• Deze drank was ofwel hoog of laag in calorieën, maar smaakte hetzelfde.

Beslissen hoeveelheid is moeilijker voor … dan voor … :
• Kinderen consumeerden minder na een … en meer na een …, resulterend in ongeveer hetzelfde aantal calorieën geconsumeerd in de condities.
• Volwassenen consumeerden in totaal 100 calorieën meer na de hoogcalorische preload.

A

volwassenen
kinderen

hoogcalorische preload
laagcalorische preload

21
Q

Dieet met strenge eetregels werkt matig:
• Dieet-vrijwillige beperking van voedselinname om gewicht te verliezen.
• Kan zelfs de kans op overeten vergroten > …

Klassieke studie:
• 45 vrouwen (lijners en niet-lijners) kregen voedsel, ofwel hoog of laag in calorieën (chocolade of crackers) > gevraagd dit alles op te eten.
• Daarna zogenaamde smaaktest: ‘eet zoveel je wilt’.
• Lijners aten meer in smaaktest als ze … hadden.
- Terughoudend eten kan leiden tot overeten.

A

restraint theorie

hoge calorie preload (chocolade)

22
Q

Alles of niets mentaliteit:
• Belangrijkste … na afvallen.
• Ook … (‘zwart-wit’) denken genoemd.
• Voorbeelden van meetinstrument:
- When dieting, I view my eating as having been either good or bad.
- I think of food as either ‘good’ or ‘bad’.

A

voorspeller van aankomen

dichotoom

23
Q

What the hell effect:
• Komt veel voor bij restrained eaters (milkshake studie)
• Leidt tot overeten
• Manifesteert zich wanneer: … 3 dingen

A
  • Een periode zonder voedsel wordt verwacht.
  • Je kijkt naar een model die aan het overeten is.
  • Je denkt alleen maar dat je extra calorieën hebt binnengekregen.
24
Q

Boundary model:
Mensen die chronisch op dieet zijn, hebben een … Daar tussenin heb je een zone van indifference (altijd wel ruimte voor een toetje, niet echt honger of vol). Mensen die op dieet zijn hebben …

A

bredere range tussen de uiteinden (extreem hongerig of extreem vol)

die grenzen uitgerekt (het duurt langer om vol te voelen en ze hebben sneller honger)

25
Q

Echter, er bestaan individuele verschillen tussen volwassenen:
• Klassieke preload experimenten laten zien dat sommige mensen beter zijn in het luisteren naar hun interne signalen en zelfregulatie > …
• Eten door externe signalen en emoties: maar kunnen we ook eten als reactie op interne, lichamelijke signalen van honger en verzadiging?
• Twee complementaire manieren van eten:

A

body wisdom

  • Mindful eten.
  • Intuïtief eten.
26
Q

Intuïtief eten:
• Initiële claim: …
• Idee ontstond in jaren 80 in parallel met de anti-dieet beweging.

A

lichaam ‘weet’ intrinsiek wat en hoeveel te eten en hoe voedingsdeskundig gezond en op het juiste gewicht te blijven

27
Q

Interoceptieve bewustwording:
• …
• Intuïtieve eters reageren ook op deze sensaties.

A

Het vermogen om fysieke sensaties in je lichaam waar te nemen.

28
Q

4 karakteristieken van intuïtieve eters:

A
  1. Eten voor fysieke i.p.v. emotionele redenen.
  2. Inconditionele toestemming om te eten.
  3. Vertrouwen op honger en verzadiging.
  4. Lichaam-voedselkeuze congruentie.
29
Q

Internally regulated eating: …

A

mensen zijn gevoeliger voor fysieke signalen en geloven dat ze daarop kunnen vertrouwen, ze hebben die internal trust (dat hun lichaam aangeeft of je honger of vol zit), mensen hebben een relaxte relatie met voedsel (al het voedsel is goed), kunnen erg van eten genieten.

30
Q

Enkele effecten van intuïtief eten:
• Negatieve associatie met BMI.
• Positief effect op …, minder effecten op …
• Geen eenduidig bewijs over effecten op fysieke gezondheidsindicatoren.
• Positieve associatie met …
• Geen bewijs dat het leidt tot betere dieet-kwaliteit.

A

gewichtsbeheersing

gewichtsverlies

psychologisch welzijn

31
Q

Kan je intuïtief eten aanleren:
• Review 14 studies over effect van mindfulness-gerelateerde eetstrategieën op gewichtsverlies en gewichtsbeheersing.
• Veelbelovend waren ‘bewustzijn van huidig moment’ en decentering.
- Kan …
- Geen bewijs voor …

A

later inname en verlangen naar voedsel verminderen

gewichtsverlies

32
Q

Bewustwording van interne verzadiging signalen:
Experiment met 3 taken:
1. Een mindfulness oefening gericht op aandacht voor ademen, houding en interne lichaamssensaties, zoals hartslag – gericht op lichaam, maar niet direct op honger of verzadiging.
2. Een mindfulness oefening gericht op een extern object in de omgeving, zoals een schilderij van een landschap.
3. Geen oefening, maar simpelweg luisteren naar een opgenomen verhaal.
• Helft deelnemers kreeg hoogcalorische milkshake, andere helft laagcalorische milkshake.
• Conclusie: …

A

het maakt uit waar de aandacht op is gericht. Bij kleine portie voel je beter of je genoeg gegeten hebt

33
Q

Toekomstig onderzoek:
• Valideren meetinstrumenten:
- Vaak alleen maar bewijs gebaseerd op …
- Betere steekproeven, lange termijneffecten.
• Wat bepaalt of iemand een intuïtieve eter wordt?

Tot slot:
• Obesogene omgeving door groot verleidelijk aanbod en eetgedrag gedreven door combinatie van …
• … doen ertoe.

A

associaties

heuristieken, biases en zelfregulatie.
Individuele verschillen