HSO20306 - HC 2

Question 1

Deltaprogramma, signaalgroep 2018

Answer 1

• Mogelijke versnelling van de zeespiegelstijging.
• Toenemende zware buien met schade door neerslag, hagel en windstoten.

= zeespiegelstijging, zware buien

Question 2

Milieueffecten

Answer 2

Weer
Ecosystemen
Zeepeil
Degradatie en erosie

Question 3

Gezondheidseffecten

Answer 3

Hittestress
Microbiële effect
Infectieziekten
Landbouw en visserij
Armoede en leefbaarheid

Question 4

Wat betekent klimaatverandering voor Nederland

Answer 4

Hogere gemiddelde jaartemperatuur

meer dagen met extreme temperaturen

minder neerslag in de zomer
meer neerslag in de winter

> grotere kans op overstromingen in rivier- en kustgebieden.

Question 5

Temperatuurstijging

Answer 5

Hittestress, huiduitslag, ademhalingsproblemen, uitdroging, sterfte

Question 6

UV straling

Answer 6

Huidkanker, staar

Question 7

Luchtvervuiling (smog)

Answer 7

Ademhalingsproblemen

Question 8

Natuurrampen: megabranden, overstromingen, orkanen, etc.

Answer 8

Sterfte, letsel, psychische problemen. Toename infectieziekten, bijv. dengue.

Question 9

Verschuiving klimaatzones: toename van pollen en mijten.

Answer 9

Allergieën en hooikoorts - arbeidsproductiviteit

Question 10

Zeespiegelstijging: verzilting bodem

Answer 10

Schaarste en vervuiling voedsel- en watervoorziening

Question 11

Economische en politieke stabiliteit

Answer 11

Druk op zorgstelsel, mentaal welzijn, toegang tot voorzieningen

Question 12

Migratie en leefomstandigheden

Answer 12

Hygiëne, stress, hart/vaatziekten

Question 13

Mitigatie + 2 voorbeelden

Answer 13

Reduceren van broeikasgassen, primaire preventie.

1. Energietransitie naar duurzame energiebronnen.
2. Innovatie in toepassingen (biogas, elektriciteit, etc.)

Question 14

Adaptatie + 2 voorbeelden

Answer 14

Verminderen van schadelijke gevolgen van klimaateffecten, secundaire preventie.

1. Stedelijk ontwerp
2. Deltaprogramma

Question 15

Recente ontwikkelingen in Nederland:
• Okt 2018 ‘Urgenda-uitspraak’: …
• Mei 2019 1e Klimaatwet: … 2030 -49% en 2050 -95%.

Answer 15

overheid is wettelijk aansprakelijk voor het naleven van de klimaatafspraken

doelen reductie CO2

Question 16

Mitigatie:
• Paris Climate Agreement in 2015 ondertekend, 2020 van kracht: …
• Universeel, wettelijk bindend mondiaal (195 landen).
- Herstel evenwicht tussen uitstoot broeikasgassen en absorptievermogen vd natuur.
• Verschillende scenario’s: Infographic climate pledge tool PBL

Answer 16

reductie van broeikasgassen

Question 17

28 juli 2019 Klimaatplan kabinet: maatregelen

Answer 17

• Kolencentrales sluiten binnen 10 jaar
• Gasgebruik vervangen door duurzame energiebronnen
• Electrische autogebruik subsidiëren
• Veeboeren uitkopen
• Co2belasting industrie

Question 18

Nov 2019 Planbureau Leefomgeving en Raad van State

Answer 18

plannen niet haalbaar, omdat het een herordening van productie en consumptie in alle sectoren van de maatschappij en de economie vereist

Question 19

Energietransitie

Answer 19

van fossiele brandstoffen (aardolie en aardgas, hout en kolen) naar wind, biomassa, zon en water.

Question 20

Positief mitigatie

Answer 20

• Minder luchtvervuiling door schonere brandstoffen voor industrie en vervoer
• Minder rest- en afvalproducten in het grondwater, de bodem en het zeewater
• Minder risico’s rondom productielocaties (bijv. Moerdijk petrochemische industrie)

Question 21

Minder positief: GGD GHOR Nederland brief aan kabinet 22 oktober 2019

Answer 21

• Risico’s bij opslag van biogas en CO2
• Geluidsoverlast windturbines: verstoorde nachtrust, stress en gezondheidsklachten
• Stijgende fijnstof emissie door biomassaverbranding

Question 22

Adaptatie aan extreme wateroverlast en overstromingen:
• Bij stedelijke overstromingen kan … het verschil maken in het ontstaan en de omvang van gezondheidsproblemen.
- Duurzame stadsbouw bevordert gemeenschapsveerkracht: …

Answer 22

architectuur

waterberging, drinkwatervoorziening, energiezuinig verbruik, duurzame materialen, binnenklimaat, biodiversiteit.

Question 23

Thermische perceptie

Answer 23

Hoe we het stadsklimaat ervaren: warmte, wind (en neerslag), omgevingswaarneming (bijv. kunnen we schuilen voor de regen).

Question 24

Hittestress

Answer 24

Als het ‘thermisch comfort’ boven de drempelwaarde uitkomt > is afhankelijk van luchttemperatuur en luchtvochtigheid.

Question 25

Plaatje physical thermal sensation:
• Individuele fysische en fysiologische factoren
• Externe fysische factoren
• Psychologische factoren

Answer 25

leeftijd, geslacht, ‘thermische geschiedenis’, stofwisseling en activiteit, klimaatgewenning, kleding.

windsnelheid. Langgolvige- en kortgolvige (zon) warmtestraling, luchttemperatuur, relatieve luchtvochtigheid > temperatuursensatie.

stemming, gezelschap, omgeving en sfeer > omgevingswaarneming.

Question 26

Drie fasen van oververhitting

Answer 26

1. Hittekramp: duizelig, kippenvel, kramp, dorst.
   - EHBO: toedienen van vocht en zout, en een koelere omgeving.
2. Warmtestuwing: transpiratie gestopt.
   - Hoofdpijn, braken, misselijkheid, extreme vermoeidheid, soms flauwvallen en een versnelde pols.
   - EHBO: anti-shock houding (zorg dat de benen hoger liggen).
3. Hitteberoerte: verward, bizar gedrag of hartstilstand.
   - Bewustzijnsstoornis, toevallen, shock en/of stilstand circulatie.

• EHBO: vitale functies controleren/beademing/reanimatie/defibrillatie, snel afkoelen door water, ijs of natte doeken, en deskundige hulp halen.

Question 27

Stedelijk hitte-eiland

Answer 27

• Verschil temperatuur stad en buitengebied
• Grootste verschil in de nacht
- Meting in Utrecht: temperatuur in stad ‘s nachts gemiddeld 2.8 graden hoger dan in buitengebied, met uitschieters naar 8 graden hogere temperatuur in de stad
- Ook in Rotterdam worden verschillen tot 8 graden gevonden
• Effect is het grootst tijdens heldere, windstille nachten

Question 28

3 effecten groen op temperatuur:

Answer 28

• Schaduw > minder directe straling
• Buffer tegen langgolvige straling gebouwen
• Verdamping > verlaging luchttemperatuur

Question 29

Hoe ontstaat een hitte-eiland

Answer 29

Materiaal
Weinig vegetatie
Dichte bebouwing
Antropogene warmte

Question 30

Materiaal

Answer 30

• Materiaal > lage albedo
- Albedo = fractie zonlicht die gereflecteerd wordt door het oppervlak
- Lage albedo = veel absorptie/weinig weerkaatsing van warmtestraling
Bijv. door gebouwen wit te schilderen kun je albedofactor verhogen.

Question 31

Weinig vegetatie

Answer 31

• Weinig vegetatie > weinig verdamping

- Als er geen verdamping is > meer energie vrij door opwarmen oppervlak

Question 32

Dichte bebouwing

Answer 32

• Dichte bebouwing

• Lage windsnelheden > slechte ventilatie (amper verkoelend effect wanneer er weinig wind is).
• Warmte afgifte ‘s nachts is evenredig met de fractie zichtbare hemelkoepel > is lager in de stad
• Langgolvige straling is straling dat wordt weerkaatst door gebouwen. Belangrijk dat de straling weg kan (bij hemelkoepel kan het weg doordat het aan alle kanten open is, maar in de stad wordt de straling gevangen tussen gebouwen en kan het niet weg).

Question 33

Antropogene warmte

Answer 33

mens-gemaakte warmte uitstoot, door: industrie, energiecentrales, verkeer, huishoudens (airconditioning!), computerservers, etc.

Question 34

Stad kan ook koelte-eiland zijn

Answer 34

Atmosferische grenslaag
• Koelte tot middaguur, daarna weer hitte-eiland
- In de binnenstad staan gebouwen dicht op elkaar > in de vroege ochtend is veel kortgolvige straling > schaduweffect door hoge gebouwen > verschil tussen stad en platteland wordt kleiner (platteland warmt sneller op). Rond de middag keert dat om, dan heeft de zon lang op de stad gestaan.
• Water warmt omgeving ’s nachts op
• In zomer wint het schaduw effect het van het hitte absorberend effect bij hoge bebouwing

Question 35

1. Adaptatie aan straling: …
2. Adaptatie luchttemperatuur: …
3. Adaptatie waterberging: …

Answer 35

bomen en witte verf gebouwen

huizen met groene begroeiing op de daken, fonteinen in de stad

water afvoer drainage en infiltratie