Jongeren lonken naar het buitenland Flashcards
(52 cards)
lorgner, regarder avec envie
lonken
entreprendre, entamer
aanvatten
la demande
de aanvraag
le marché du travail
de arbeidsmarkt
examiner
bekijken, bekeek, bekeken
contribuer, apporter sa contribution
bijdragen, droeg bij, bijgedragen, een steentje
l’étranger (endroit)
het buitenland
la compétence
de competentie
de très près
van heel dichtbij
le penchant, l’impulsion, la propension
de drang
au sens figuré
figuurlijk
la famille d’acceuil
het gastgezin
l’usage, l’utilisation
het gebruik
l’habitude
de gewoonte
annuel, chaque année
jaarlijks
les jeunes
de jongeren
faire connaissance avec
kennis maken met
le choix
de keuze
rétrécir, réduire, rapetisser
krimpen, kromp, gekrompen
au sens premier
letterlijk
avoir le vent en poupe
in de lift zitten, zat, gezeten
la plus-value
meerwaarde
la plupart du temps
meestal
contribuer
meewerken