Leerdoelen - konijn

Question 1

Voedster

Answer 1

vrouwelijk

Question 2

Rammelaar

Answer 2

mannelijk

Question 3

Schedel

Answer 3

• Lateraal - bij maxila een zone met gaten - spons - facies cribrosa maxillae
  - Dorsaal - orbita - lateraal geplaatst en vrij groot - inkepingingen - incisura supraorbitales
  - Ventraal - bulla tympanica - beetje naar de zijkant geplaatst

Question 4

Scapula

Answer 4

slank - scherpe driehoek
- Ter hoogte van spina scapulea - acromium - 2 goed palpeerbare structuren, processus hamatus en processus suprahamatu

Question 5

Os carpi centrale

Answer 5

ingesloten tussen het os carpi radiale en os carpi intermedium enerzijds en het os carpale II en III anderzijds - weinig tot geen pronatie

Question 6

Os tarsi centrale

Answer 6

ter hoogte van het plantaire uiteinde is een groot puntig verlengstuk aanwezig dat loopt tot aan de metatarsus

Question 7

Voorpoten

Answer 7

5 tenen met 3 kootjes, behalve duim die heeft 2 kootjes

Question 8

Achterpoten

Answer 8

4 tenen met 3 kootjes

Question 9

Tastharen

Answer 9

pili tactiles - op bovenlip - voedsel aftasten

Question 10

Philtrum

Answer 10

bij bovenlip die iets zwaarder gebouwd is - ook bij hazen

Question 11

Stifttand

Answer 11

dens minor - kleine extra tand achter de snijtanden

Question 12

hypsodont

Answer 12

geen echt onderscheid tussen kroon en wortel, radix clinica en corona clinica - groeien levenslang door omdat pulpaholte niet sluit

Question 13

Radix clinica

Answer 13

onderste deel tand

Question 14

Corona clinica

Answer 14

bovenste deel tand

Question 15

Tandformule

Answer 15

bovenhelft, 2I, 3P, 3M - onderhelft, 1I, 2P, 3M

Question 16

Welke tanden monophydont, diphodont en hypsodont zijn

Answer 16

dens major en onderkaak niet gewisseld, kleine stifttandje wel

Question 17

Normale occlusiewijze tussen bovenste en onderste snijtanden en tussen de kiezen van de boven- en onderkaak

Answer 17

premolaren en molaren sluiten aan op tussentandruimte van tegenoverliggende premolaren en molaren van andere kaak, zichzag lijn op rx-foto

Question 18

Ampulla ilei

Answer 18

dikwandig - veel lymfoid weefsel - belangrijk voor immuunsysteem - obstructie

Question 19

Appendix vermiformis

Answer 19

zonder haustra - glad oppervlak - immunologische functie

Question 20

Ampulla coli

Answer 20

eivormige en gladde dilatatie in het colon ascendens

Question 21

Cecotrofen

Answer 21

zachter, lichter en slijmlaagje - gedeeltelijk gefermenteerde cecum inhoud - weinig vezels, hoge gehaltes aan AZ, vit B en K - voedingswaarde voor konijn - nachtmest

Question 22

Cecotrofie

Answer 22

actief terug opgenomen voor de hoge voedingswaarde - eigenlijk geen mest

Question 23

Longen

Answer 23

vrij klein in verhouding met het lichaam - rechter het grootst - klassieke indeling - roze - veel bindweefsel

Question 24

Nieren

Answer 24

dorsaal - veel vet errond - unilobair - rood/bruin - klassieke bouw

Question 25

Type uterus en leg uit - voedster

Answer 25

uterus dublex - twee cornua - dubbel corpus - dubbele cervix

Question 26

Vestibulum vaginae - voedster

Answer 26

ostium urethrea externum zit hierin, niet in de buitenwereld (verschil met knaagdieren, 3 openingen)

Question 27

Sinus perinealis - voedster

Answer 27

2 soort kale gaten/instulpingen naast de vagina - klieren - glandulae perineales

Question 28

Sinus perinealis - rammelaar

Answer 28

2 gaten langs de zijkant - glandula perionalis major en minor - stinkend secreet

Question 29

Canalis vaginalis - rammelaar

Answer 29

verbinding met buikholte, deze blijft open staan - hernia - mooi afsluiten bij castratie

Question 30

Gl. perinealis major en minor - voedster en rammelaar

Answer 30

perineaalklieren

Question 31

Vv. auriculares caudales

Answer 31

op de achterzijde van de oorschelp

Question 32

A. auricularis caudalis

Answer 32

centraal op het oor

Question 33

Twee bloedvaten die kunnen aangeprikt worden voor bloedname

Answer 33

oor - vv auriculares caudales, lateralis, intermedia, medialis die oppervlakkig liggen - a. auricularis caudalis, midden, bloed nemen - v. jugulairs, bloed nemen, grote bloed volumes - voorpoot en achterpoot ook mogelijk om bloed te nemen

Question 34

Lissencephalon

Answer 34

grote hersenen - cerebrum - glad oppervlak, geen windingen

Question 35

Oren

Answer 35

thermoregulatie - sterke vascularisatie en grote arterio-veneuze anastomosen

Question 36

Intugement

Answer 36

- Geen zoolkussens, alles behaard, bacteriele infecties

Question 37

Melkklieren

Answer 37

4/5 paar - moeilijk terug te vinden