Monoamines en depressie Flashcards

(20 cards)

1
Q

Hoeveel mensen gebruiken antidepressiva?

A

1,1 miljoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

indicaties

A
  • 50% voor depressie, rest voor angst of andere klachten. 60-70% wordt door huisarts voorgeschreven, 30% psychiater
  • Ernstige depressie vs. milde depressie (overschrijding eigenlijke behoefte)
  • Werkzaamheid: 55% placebo-effect, 35%: daadwerkelijke bijdrage aan werkzaamheid bovenop overige therapie moeilijk inschatbaar (<10%)
  • Therapietrouw: zeer laag vanwege bijwerkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de monoamine theorie?

A

Associatie tussen werking van farmaca die op NA en 5-HT werken en kenmerken van depressie.
* Reserpine kan depressie veroorzaken
* 5-HT concentratie is verlaagd bij depressieve patiënten
* Polymorfisme in gen dat codeert voor 5-HT re-uptake eiwit associeert met depressie
* Intussen genuanceerd
Amygdala speelt een grote rol bij angststoornis en depressie, verbinding tussen prefrontale cortex en amygdala werkt niet goed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Belangrijkste drug targets serotonine

A
  • Re-uptake pomp
  • Afbraak monoamines door enzymen
  • Postsynaptisch receptoren stimuleren of remmen
  • Presynaptisch receptoren serotonine en adrenaline afgifte remmen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

noradrenaline

A

Wordt gemaakt uit tyrosine. Heeft een alfa en beta receptor.
* Verwijdering uit synapsspleet door re-uptake, afbraak (MAO-A en COMT) en receptorbinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

farmacologische interventie noradrenaline

A
  • Receptor (ant)agonisten en re-uptake blokkers  cocaïne
  • MAO-A remmers
  • Depletie NA bevattende granules  reserpine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

serotonine

A

Wordt gemaakt uit trytofaan. Heeft 5-HT1 tm 5-HT7 receptortypen, onderverdeeld in a, b, …
* Afbraak door MAO-A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

farmacologische interventie serotonine

A
  • 5-HT1a receptor agonisten (anxiolytica)
  • 5-HT2 receptor antagonisten (antipsychotica, antihypertensiva)
  • 5-HT3 receptor antagonisten (anti-braakmiddelen)
  • MAO-A remmers (antidepressiva)
  • Re-uptake blokkers (antidepressive)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

soorten antidepressiva

A
  • Klassieke (tricyclische) antidepressiva (TCA)
    o Amitrityline, nortriptyline, imipramine
  • Selectieve serotonine re-uptake inhibitors (SSRI)
    o Fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine, sertraline, citalopram
  • Serotonine-noradrenaline re-uptake inhibitors (SNRIs)
    o Venlafaxine
  • (presynaptische) alfa2 receptor antagonisten
    o Mianserine, mirtazapine, traxodon
  • MAO-A remmers
    o Tranylcypromine, moclobemide
  • Overige antidepressive
    o Bupropion, St. Janskruid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bijwerkingen MAO-A remmers

A

Met tyramine voedingsstoffen (kaas en wijn) krijg je hele hoge bloeddruk. Je moet dus aan een streng dieet met deze middelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bijwerkingen SSRI

A

Heeft veel seksuele bijwerkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bijwerkingen alfa2 receptor antagonisten

A

Je kan suf worden van deze middelen, wordt bij ouderen als soort sedatiemiddel gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

volgorde voorschrijven

A

SSRI en SNRI hebben minste bijwerkingen, daarna klassieke en daarna MAO remmers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Werkingsmechanismen antidepressiva

A

Blokkade van re-uptake, presynaptische receptoren of afbraak treedt acuut op.
- Gevolg: mono-amine concentraties stijgen direct
Antidepressieve effect is pas na 2-4 weken zichtbaar.

Heroverweging monoamine theorie:
- Allemaal placebo effect?
- Rol 5-HT anders dan gedacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

andere rol serotonine (1)

A

Geen serotonine tekort maar verstoorde receptor balans. Na 2-4 weken antidepressiva is er een betere overdracht van signalen door verlaging post-synaptische noradrenerge en serotonerge recetporen, en mogelijk ook presynaptische serotonerge receptoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

andere rol serotonine (2)

A

Indirect ipv direct betrokken bij klachten van depressiviteit (neurotrofie model). SSRIs induceren neurogenese in hippocampus en prefrontale cortex. Serotonine helpt mee om positief te leren reageren op stress: brain-derived neurotrofic factor gaat omhoog. Dit heeft invloed op leerproces en lange termijn gedrag.

17
Q

stoppen of doorgaan

A

Hierover bestaat geen eenduidige mening. 40% van de patienten met een ernstige depressie wordt binnen een jaar na stoppen weer depressief, tov 20% bij diegene die doorslikken. Denk bij stoppen aan langzaam afbouwen of niet. Er zijn geen voordelen aantoonbaar van langzaam afbouwen op populatieniveau.

18
Q

nieuwe strategieën

A
  • Ketamine: heb je tegenwoordig in neusspray, terughoudendheid bij artsen
    o Lange termijn bijwerkingen onbekend
    o Korte termijn kan vervelend zijn (dissociatie0
    o Taboe: partydrug special K
  • Anti-inflammatoire middelen (celecoxib, steroiden)
    o Associatie tussen inflammatoire status en mono-amines of klachten depressiviteit, angst, stress
  • Neurovasculaire dysfunctie; effect cardiovasculaire geneesmiddelen
  • Repetitieve transcraniële magnetische stimulatie, deep brain stimulation  moeizaam beloop
  • Nieuwe dierproefmodellen: van stress coping en anhedonie naar effectieve bias (positieve houding aanleren; BDNF)
19
Q

glutamaat theorie

A
  • Glutamaat NMDA receptor antagonist ketamine werkt acuut anti-suicidaal
  • Glutamaat in bloed hoger bij depressie
  • Verstoorde glutamaat metabolisme in cortex
  • Antidepressiva verlagen glutamaat