Onregelmatige Werkwoorden 200 Flashcards
(140 cards)
aandoen
deed aan
deden aan
hebben aangedaan
to get into
aangeven
gaf aan
gaven aan
hebben aangegeven
to pass, to mention
aanhouden
hield aan
hielden aan
hebben aangehouden
to keep sth on, to detain, to arrest
aankijken
keek aan
keken aan
hebben aangekeken
to look at, to think over
*aanlopen (tegen)
liep aan
liepen aan
zijn aangelopen
to face with
aannemen
nam aan
namen aan
hebben genomen
to accept
aanraden
raadde aan
raadden aan
hebben aargeraden
to recommend
aanrijden
reed aan
reden aan
hebben aangeraden
to collide, to crash
aansluiten
sloot aan
sloten aan
hebben aangesloten
to connect, to install
aanspreken
sprak aan
spraken aan
hebben aangesproken
to appeal to sentiment
aansteken
stak aan
staken aan
hebben gestoken
to light up
aanwijzen
wees aan
wezen aan
hebben aangewezen
to indicate, to point out
!afbreken
brak af
brakken af
hebben/zijn afgebroken
to cut offf, to break down
!afnemen
nam af
namen af
hebben/zijn afgenomen
to remove, to decline, decrease
!afslaan
sloeg af
sloegen af
hebben/zijn afgeslagen
to reject, refuse
afsluiten
sloot af
sloten af
hebben afgesloten
to turn off, to close
*afstuderen
studeerde af
studeerden af
zijn afgestudeerd
to graducate
zich afvragen
vroeg af
vroegen af
hebben afgevraagd
to wonder
bakken
bakte
bakten
hebben gebakken
to bake
bedenken
bedacht
bedachten
hebben bedacht
to conceptualize, think about
overhallen
overtuigen
to convince
beginnen
begon
begonnen
zijn begonnen
begrijpen
begreep
begrepen
hebben begrepen
behangen
behing
behingen
hebben behangen