Thema 10 Flashcards
(129 cards)
hashtag
de
hashtag
De hashtag maakt het makkelijk om op internet iets terug te vinden.
like
de
like
Nahom checkt elk uur hoeveel nieuwe likes hij heeft gekregen voor zijn artikel.
melding
de
message
produceren
to generate, produce
vt: produceerde
vd: geproduceerd
Deze fabriek produceert auto’s.
Deze Duitse fabriek produceert auto’s voor de Europese markt.
scrollen
to scroll
vt: scrolde
vd: gescrold
Ik scroll door het document.
Ik heb door heel het document gescrold, maar ik kan jouw opmerking niet vinden.
Wil je niet zo snel scrollen? Zo kan ik de tekst niet rustig lezen.
selfie
de
selfie
Karlijn is verslaafd aan haar telefoon. Ze maakt de hele dag selfies van zichzelf.
symptoom
het
symptom
tegengaan
to avoid
Ik probeer verspilling tegen te gaan.
Deze fabriek moet nu de overlast van zijn stank tegengaan.
toename
de
increase
Er is een toename van patiënten in het ziekenhuis.
verleiden
to attract, tempt, allure
vt: verleidde
vd: verleid
Ik verleid hem met chocola.
Kan ik je nog met een lekker bakje koffie verleiden
om langer te blijven?
Ik word door advertenties op internet steeds verleid om nieuwe schoenen te bestellen.
webshop
de
webshop
*beperken
to limit, restrict
vt: beperkte
vd: beperkt
Ik beperk jou in je vrijheid.
We hebben het gebruik van plastic zoveel mogelijk beperkt.
Carlos moet van zijn arts het eten van taart tot 1 keer per maand beperken.
*bron
de
resource, source, spring
De containers bij ons in de straat zijn een bron van ongedierte.
Ik heb deze informatie uit twee betrouwbare bronnen gehaald.
De zon is een grote bron van energie voor onze aarde.
*hormoon
de
hormon
Vrouwen krijgen op oudere leeftijd soms last van hun hormonen.
Mijn zoon heeft last van zijn hormonen.
*icoontje
het
icon
Je moet op het icoontje van de camera klikken om een foto te maken.
Ik wil een paar icoontjes van mijn scherm verwijderen, maar ik weet niet hoe dit moet.
*laptop
de
laptop
De school heeft 20 nieuwe laptops gekocht.
Ik werk het liefst op mijn laptop. Dan kan ik werken waar ik wil.
*laten weten
to inform, let you know
Ik laat het je weten.
Mijn collega liet me gisterenavond weten, dat ze met hoofdpijn naar huis is gegaan.
Wil je me via whatsapp laten weten wanneer de baby geboren is?
*seks
de
sex
We vinden het niet goed als je al seks hebt.
In Nederland krijgen kinderen op de basisschool les over het lichaam, seks en kinderen krijgen.
*vinkje
het
check
Ik heb het vinkje op de verkeerde plaats gezet.
*werken
to function, operate
vt: werkte
vd: gewerkt
Mijn computer werkt niet goed.
Ik baal dat mijn wasmachine weer niet werkt.
Tijdens haar stage leert Nina ook hoe de machines werken.
*afstandsbediening
de
remote control
Mijn moeder drukt de hele avond op de afstandsbediening. Ze kijkt een programma nooit tot het eind.
*drone
de
drone
Je hebt een training en een vliegbewijs nodig, voordat je een drone mag besturen.
*flitspaal
de
speed camera
Je moet zachter rijden. Er staat daar een flitspaal.
*gordel
de
sphere, belt
Je moet in de auto wel een gordel dragen, anders krijgen we een boete.