Thema 10 Flashcards

(129 cards)

1
Q

hashtag

A

de
hashtag
De hashtag maakt het makkelijk om op internet iets terug te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

like

A

de
like
Nahom checkt elk uur hoeveel nieuwe likes hij heeft gekregen voor zijn artikel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

melding

A

de
message

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

produceren

A

to generate, produce
vt: produceerde
vd: geproduceerd
Deze fabriek produceert auto’s.
Deze Duitse fabriek produceert auto’s voor de Europese markt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

scrollen

A

to scroll
vt: scrolde
vd: gescrold
Ik scroll door het document.
Ik heb door heel het document gescrold, maar ik kan jouw opmerking niet vinden.
Wil je niet zo snel scrollen? Zo kan ik de tekst niet rustig lezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

selfie

A

de
selfie
Karlijn is verslaafd aan haar telefoon. Ze maakt de hele dag selfies van zichzelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

symptoom

A

het
symptom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

tegengaan

A

to avoid
Ik probeer verspilling tegen te gaan.
Deze fabriek moet nu de overlast van zijn stank tegengaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

toename

A

de
increase
Er is een toename van patiënten in het ziekenhuis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

verleiden

A

to attract, tempt, allure
vt: verleidde
vd: verleid
Ik verleid hem met chocola.
Kan ik je nog met een lekker bakje koffie verleiden
om langer te blijven?
Ik word door advertenties op internet steeds verleid om nieuwe schoenen te bestellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

webshop

A

de
webshop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

*beperken

A

to limit, restrict
vt: beperkte
vd: beperkt
Ik beperk jou in je vrijheid.
We hebben het gebruik van plastic zoveel mogelijk beperkt.
Carlos moet van zijn arts het eten van taart tot 1 keer per maand beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

*bron

A

de
resource, source, spring
De containers bij ons in de straat zijn een bron van ongedierte.
Ik heb deze informatie uit twee betrouwbare bronnen gehaald.
De zon is een grote bron van energie voor onze aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

*hormoon

A

de
hormon
Vrouwen krijgen op oudere leeftijd soms last van hun hormonen.
Mijn zoon heeft last van zijn hormonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

*icoontje

A

het
icon
Je moet op het icoontje van de camera klikken om een foto te maken.
Ik wil een paar icoontjes van mijn scherm verwijderen, maar ik weet niet hoe dit moet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

*laptop

A

de
laptop
De school heeft 20 nieuwe laptops gekocht.
Ik werk het liefst op mijn laptop. Dan kan ik werken waar ik wil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

*laten weten

A

to inform, let you know
Ik laat het je weten.
Mijn collega liet me gisterenavond weten, dat ze met hoofdpijn naar huis is gegaan.
Wil je me via whatsapp laten weten wanneer de baby geboren is?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

*seks

A

de
sex
We vinden het niet goed als je al seks hebt.
In Nederland krijgen kinderen op de basisschool les over het lichaam, seks en kinderen krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

*vinkje

A

het
check
Ik heb het vinkje op de verkeerde plaats gezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

*werken

A

to function, operate
vt: werkte
vd: gewerkt
Mijn computer werkt niet goed.
Ik baal dat mijn wasmachine weer niet werkt.
Tijdens haar stage leert Nina ook hoe de machines werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

*afstandsbediening

A

de
remote control
Mijn moeder drukt de hele avond op de afstandsbediening. Ze kijkt een programma nooit tot het eind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

*drone

A

de
drone
Je hebt een training en een vliegbewijs nodig, voordat je een drone mag besturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

*flitspaal

A

de
speed camera
Je moet zachter rijden. Er staat daar een flitspaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

*gordel

A

de
sphere, belt
Je moet in de auto wel een gordel dragen, anders krijgen we een boete.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
*gps
de gps Volgens mij is onze gps kapot. Hij kan de Eikenstraat niet vinden.
26
*koptelefoon
de headphone Ik zit in de trein altijd met mijn koptelefoon op en luister naar muziek.
27
*microfoon
de microfoon We horen de zanger niet zo goed, omdat hij niet goed voor de microfoon staat.
28
*modder
de mud De honden hadden modder aan hun poten en maakten alles vies.
29
*omleiding
de detour, redirect Omdat er aan de snelweg werd gewerkt, moesten we via Leiden naar Den Haag rijden. Dat was een lange omleiding.
30
*oprit
de accsess route, entranceway, slip road Als je veilig op de snelweg wilt komen, moet je wel harder op de oprit rijden.
31
*slagboom
de barrier We moesten wachten bij de brug, want de slagboom ging naar beneden.
32
*vluchtstrook
de shoulder, road verge Ik hoor iets geks aan de motor. Ik zet mijn auto even op de vluchtstrook aan de kant van de weg.
33
afdrukken
to copy, to print vt: drukte af vd: gedrukt Ik druk de foto's af. Olga heeft de uitnodigingen voor het personeelsfeest in kleur afgedrukt.
34
demonstreren
to demonstrate vt: demonstreerde vd: gedemonstreerd Ik demonstreer hoe het werkt. De BHV'er demonstreert hoe je moet reanimeren.
35
installeren
to install vt: installeerde vd: geinstaleerd Ik installeer mijn nieuwe computer. De monteur heeft de nieuwe verwarming geïnstalleerd.
36
invoegen
to merge, insert Ik voeg deze zin in. Samir heeft de notulen bijna afgerond; hij moet alleen het overzicht met namen nog invoegen.
37
onderstrepen
to underline vt: onderstrepen vd: onderstreept Ik onderstreep alles met potlood.
38
ongedaan maken
undo Ik maak de reservering ongedaan.
39
pagina
de page
40
selecteren
to select vt: selecteerde vd: geselecteerd Ik selecteer de foto's.
41
suggestie
de suggestion Lisa organiseert een dagje uit voor haar werk, en vraagt haar collega's suggesties voor een activiteit.
42
verschijnen
to come to light, appear vt: verscheen vd: is verschenen Ik verschijn in de krant. Als er twee blauwe vinkjes in Whatsapp verschijnen, is het bericht ontvangen.
43
vet
fat De datum op de uitnodiging is vet gemaakt, zodat iedereen die goed kan lezen.
44
*afbeelding
de image, picture Op deze poster staat een afbeelding van een tropisch landschap. Ik geniet altijd van de mooie afbeeldingen op het blog van Alex. Hij downloadt de plaatjes van gratis websites.
45
*muis
de mouse Klik met de muis op 'opslaan' om je bestand op te slaan.
46
*opmaken
to finish up vt: maakte op vd: opgemaakt Ik maak de tekst op. Nadat Marisol de tekst getypt heeft, maakt ze de tekst op als een uitnodiging.
47
*schema
het graph, diagram In het magazijn hangt een schema met informatie over de werktijden. Als je veel informatie overzichtelijk wilt maken, kun je de gegevens in een schema zetten.
48
*schuin
curved, slanting De brommer ging zo schuin door de bocht, dat ik dacht dat hij ging vallen.
49
*slepen
to slide, haul, drag vt: sleepte vd: gesleept Ik sleep het woord in de zin. Als je een zin wilt verplaatsen, kun je die naar een andere plek in je tekst slepen.
50
*uploaden
to upload Ik upload de foto's. Als u online een hypotheek aanvraagt, moet u een digitale kopie van uw paspoort uploaden.
51
*bukken
to bend over, bend down vt: bukte vd: gebukt ik buk voor de lage brug. Ik bukte om de portemonnee te pakken. Ik word soms duizelig als ik buk en weer omhoog kom.
52
*glijden
to slip, slide, glide vt: gleed vd: gegleden Ik glijd van de heuvel in de sneeuw. Mijn bril is eigenlijk te groot; hij glijdt steeds van mijn neus.
53
*handsfree bellen
to call hand free Ik bel handsfree in de auto. Jij belde handsfree in de auto. Als je autorijdt, mag je je mobiel niet vasthouden dus je kunt alleen handsfree bellen.
54
*jagen (op)
to chase, to hunt, to hurry Ik houd niet van jagen. De man jaagde op een vogel. De poes jaagt op muizen.
55
*kappen
to cut down vt: kapte vd: gekapt Ik kap twee bomen. Er zijn helaas veel bomen gekapt, om deze weg aan te leggen.
56
*krabben (aan)
to scratch vt: krabde vd: gekrabd Ik krab achter mijn oor. De kat krabde aan de bank. De hond krabt aan zijn poot want hij heeft jeuk.
57
*likken (aan)
to lick vt: likte vd: gelikt Ik lik aan het ijsje. De koeien likten aan elkaar met hun tong. Dit is een foto van Sanne als kind toen ze aan een ijsje likte.
58
*scheppen
to create, set up, establish vt: schiep vd: geschapt Ik schep het zand uit de tuin. De hovenier schept zand uit de tuin om plaats te maken voor een vijver.
59
*smelten
to melt vt: smolt vd: is gesmolten Mijn ijsje smelt in de zon. Mijn broodje lag in de zon en nu is de kaas gesmolten.
60
*snurken
to snore vt: snurkte vd: gesnurkt Ik snurk hard. De bejaarde snurkte zachtjes in zijn slaap.
61
*verdwalen
to get lost, disappear vt: verdwaalde vd: verdwaald Ik verdwaal soms. Felix en Lisa zijn verdwaald tijdens een uitstapje in de bergen. Ze zijn vijf kilometer in de verkeerde richting gewandeld.
62
*zonnen
to sunbate vt: zonde vd: gezond Ik zon graag aan zee. In de zomer picknicken en zonnen veel jongeren in het park.
63
cabaret
het cabaret キャバレー Mijn buurman doet mee aan een cabaretwedstrijd. Hij heeft heel grappige liedjes bedacht.
64
detective
de detective
65
documentaire
de documentary Deze documentaire gaat over het leven van vrouwen in de achttiende eeuw.
66
lokaal
local het class-room, hall Het gaat niet in het hele land regenen, maar wel lokaal. Deze kaas wordt lokaal gemaakt, dus in dit gebied.
67
realityprogramma
het reality show
68
seizoen
het seazon Elk jaar verschijnt er een vervolg van die populaire serie. Er zijn nu al vijf seizoenen. Vanavond start het nieuwe seizoen van de serie Goede Tijden, Slechte Tijden.
69
strijden (voor/tegen)
to battle, struggle vt: streed vd: gestreden Ik strijd tegen discriminatie. Als advocaat moet je voor de rechten van je cliënt strijden.
70
soap
de soap Ahmed is een populaire acteur in een soap die dagelijks op televisie komt.
71
studio
de studio
72
uitzenden
to transmit, emit, sent out, spread vt: zond uit vd: uitgezonden De radio zendt mijn programma uit. Een radioprogramma wordt meestal direct uitgezonden.
73
quiz
de quiz
74
wesp
de wasp カリバチ
75
*aflevering
de edition, issue, delivery Deze serie bestaat uit twintig afleveringen.
76
*jury
de jury
77
*met zijn drieen, met zijn vieren
with three (four) of us Deze zomer hebben we een grotere auto, dus we kunnen met zijn vijven op vakantie.
78
*programma
het programm Marisol werkt bij de televisie. Zij maakt televisieprogramma's .
79
*theater
theater
80
*zender
de broadcasting tation/channel Als je graag naar de radio luistert, kun je uit veel verschillende radiozenders kiezen.
81
*artiest
de artist Ali heeft zijn beroep gemaakt van graffiti spuiten; hij is nu artiest. De beroemde artiest heeft veel volgers op sociale media. Jing treedt regelmatig op met haar band; ze is een populaire artiest.
82
*exporteren
to export vt: exporteerde vd: geexporteerd Ik exporteer bloemen naar Italië. Nederlandse boeren exporteerden vorig jaar veel melk en kaas naar het buitenland. Nederland exporteert dit jaar meer aardappelen naar het buitenland dan vorig jaar.
83
*in de eerste plaats
in the first place, above all Ik wil graag al mijn collega's bedanken voor de fijne samenwerking, en in de eerste plaats mijn leidinggevende. Ik ga in de eerste plaats op vakantie om me te ontspannen. De schoonheidsspecialiste verzorgt in de eerste plaats de huid. Daarnaast geeft ze ook advies voor de behandeling van huidproblemen.
84
*kwart
quater, fourth Als we de pizza in vier stukken snijden, krijgt iedereen precies een kwart. Vanwege een blessure speelde Olga alleen het eerste kwart van de hockeywedstrijd. Een kwart van de studenten van deze opleiding stopt binnen 2 jaar. Dat is dus 25%.
85
*publiek
het public Alex treedt op met de band, natuurlijk zit zijn trotse familie in het publiek. Ik sta vooraan in het publiek als mijn favoriete zanger optreedt. Het lukte de muzikanten om het publiek helemaal stil te krijgen tijdens het spelen van een gevoelig liedje.
86
*verblijven
to live, stay, reside, be established vt: verbleef vd: verbleven Ik verblijf in een hotel. Laila reist veel voor haar werk; ze verblijft dan vaak in een hotel. De gasten van de bruiloft verbleven in een hotel in de buurt. Als Nahom en Aster een buitenlandse stad bezoeken, verblijven ze meestal in een klein, romantisch hotel.
87
*verdubbelen
to double, duplicate vt: verdubbelde vd: verdubbelen Ik verdubbel de prijs. Mijn ouders zijn gul; elk jaar verdubbelen ze mijn zakgeld. Het aantal toeristen in de stad verdubbelde deze zomer van 5.000 naar 10.000. De prijs van een kaartje voor het festival is vorige maand verdubbeld van 30 naar 60 euro.
88
afkomstig zijn van
come from Mijn informatie is afkomstig uit de krant.
89
bereiken
to accomplish, to achieve vt: bereikte vd: bereikt Ik bereik altijd mijn doel.
90
ervan uitgaan dat
assume that Ik ga ervan uit dat het waar is.
91
misleiden
misleading Ik misleid je niet.
92
neturaal
neutral
93
origineel
original
94
pers
de press
95
sensationeel
sensational
96
tegenstander
de opponent, enemy, antagonist
97
uitspraak
de statement, message, announcement
98
vaag
vague, dim, unclear
99
voorstander
de advocate, supporter
100
wijs
tune, melody
101
*conclusie
de conclusion We hebben lang gediscussieerd over onze financiën. Uiteindelijk was de conclusie dat we toch een nieuwe auto gaan kopen.
102
*doen alsof
to pretend, perfrom, act vt: deed vd: gedaan Emma doet alsof ze ziek is, zodat ze niet naar school hoeft.
103
*nep
fake Wat een teleurstelling! Ik dacht dat mijn ketting van echt goud was gemaakt, maar het blijkt nep te zijn.
104
*onzin
de rubbish, nonsense Mijn broer gelooft dat de aarde plat is, maar dat idee is natuurlijk onzin!
105
*politicus/politici
de politician Nahom is erg geïnteresseerd in het beleid van de regering en hij kan goed discussiëren. Ik denk dat hij politicus moet worden!
106
*verstanding
clever, wise, right-thinking Als je verstandig bent, dan blijf je thuis en in je bed. Je kunt beter niet gaan werken, terwijl je zo loopt te hoesten.
107
auteur
de author
108
beroemd
distinguished
109
bouwkundige
de building expert
110
(zich) verbergen
to conceal, disguise, hide vt: verborg vd: verborgen Ik verberg me op zolder.
111
*minister
de minisiter Veel ministers wonen in de buurt van Den Haag. De ministers van de regering vergaderen in het Binnenhof in Den Haag.
112
*minister-president
de Prime Minister De minister-president gaat op de fiets naar zijn werk. Lubbers heeft in de Nederlandse geschiedenis het langst als minister-president gewerkt. Hij was twaalf jaar voorzitter van zijn ministers.
113
*polder
de polder 干拓地 Ik ben geboren in een dorp in de polder. Ik hou van het Nederlandse landschap met de polder.
114
*ruimte
de space, universe, outer space Koen wil later de ruimte ontdekken.
115
*stemmen
to vote vt: stemde vd: gestemd Ik heb voor het eerst gestemd. Als ik achttien ben, mag ik stemmen. Dat vind ik fijn, want ik heb veel interesse voor politiek.
116
*stip
de spot, stain, dirt-mark Felix draagt vandaag zijn jasje met stippen. Ik speel het liefst met rode dobbelstenen met witte stippen.
117
*verkiezing
de elections Er worden weer nieuwe verkiezingen Om de vier jaar worden er in Nederland verkiezingen gehouden voor de Tweede Kamer.gehouden.
118
*wetenschap
de knowledge, science Weet jij hoelang je door de ruimte reist om bij de maan te komen?
119
dalen
dip, fall, sink vt: daalde vd: gedaald De prijzen dalen. De hoeveelheid orders per maand is gedaald van 10.000 naar 8.750 stuks. Er is al dagen een hittegolf. Ik hoop dat de temperatuur snel daalt. Elk jaar worden er minder televisies verkocht. Ook dit jaar daalde het aantal weer. Koptelefoons worden steeds goedkoper; ook afgelopen jaar zijn de prijzen weer gedaald.
120
eekhoorn
de squirrel
121
egel
de hedgehog
122
everzwijn
het boar
123
hert
het deer
124
mol
de mole
125
poot
de paw
126
vacht
de fur
127
vleermuis
de bat
128
vleugel
de wing
129
vos
de fox