Week 2 HC.3 Afwijkingen Aan Hoofd En Hals En Romp Flashcards
(37 cards)
Naden en fontanellen in de kinderschedel
- metopicanaad: voorhoofdsnaad
- coronanaad: kroonnaad
- sagittaalnaad: pijlnaad
- lambdoïdnaad: lambdanaad
- grote (anterieure) fontanel: kruispunt van de metopicanaad, de coronanaden en de sagittaalnaad
- kleine (posterieure) fontanel: kruispunt van de sagittaalnaad en de lambdoidnaden
Welke schedelnaad sluit als eerst?
Metopicanaad hoort in 1e jaar te sluiten
- de rest van de naden pas veel later
Craniosynostose
Vroegtijdige sluiting van een schedelnaad
3 vormen van craniosynostose
- geïsoleerd/unisuturaal
- complex/mulltisuturaal
- syndromaal
Geïsoleerd/unisuturaal craniosynostose
- 1 schedelnaad betrokken
- geen andere congenitale afwijkingen
- verhoogde hersendruk bij 10%
Complex/multisuturaal craniosynostose
- > 1 schedelnaad betrokken
- geen andere congenitale afwijkingen
- verhoogde hersendruk bij 40%
Syndromaal craniosynostose
- > 1 schedelnaad betrokken
- andere congenitale afwijkingen
- verhoogde hersendruk bij 40%
Schedelafwijkingen ingedeeld op basis van de vorm van de schedel
- trigonocephalie (wigschedel)
- scaphocephalie (bootschedel)
- brachycephalie (brede schedel)
- synostotische plagiocephalie (scheve schedel)
- positionele plagiocephalie (scheef achterhoofd)
- oxycephalie: multisuturaal probleem (vaak vergroeiing van coronanaden en saggitaalnaad)
- tryphyllocephalie: multisuturaal probleem
Trigonocephalie
- punthood met driehoeksvorm van voorhoofd
- ontstaan bij te vroege sluiting van metopicanaad geduerende de intra-uteriene fase
- gaat vaak gepaard met hypotelorisme
Scaphocephalie
- bootvormige schedel (lang en smal)
- ontstaat door te vroege sluiting van de sagittaalnaad
- meest voorkomende vorm van craniosynostose
behandeling scaphocephalie
- veerdistractie: de naad wordt open gezaagd en er worden veren tussen de 2 zijden geplaatst -> veren duwen geopende naad langzaam uit elkaar -> schedel kan weer naar buiten groeien (deze operatie is mogelijk tot ong 6 maanden)
- open remodellatie: het gehele schedeldak wordt open gezaagd -> wordt geheel geremodelleerd (deze operatie kan op latere leeftijd)
Brachycephalie
- kort en breed hoofd
- ontstaat door te vroege sluiting van beide coronaden
Synostotische plagiocephalie
- scheef hoofd door een te vroege sluiting van 1 coronanaad (anterieure plagiocephalie) of lambdoïdnaad (posterieure plagiocephalie)
Positionele plagiocephalie
- scheef achterhoofd
- ontstaat doordat kinderen te veel op 1 zijde van het hoofd liggen (dus geen craniosynostose)
- zonder chirurgie reversibel -> kind positioneren op andere zijde -> bij onvoldoende effect een helm om te corrigeren
Syndromen geassocieerd met meervoudige craniosynostosen
- syndroom van Apert: bicoronale craniosynostose, complexe syndactylie handen/voeten, hypoplasie van mandibula en middengezicht
- syndroom van Crouzon/Pfeiffer: bicoronale craniosynostose, geen voet- of handafwijkingen
- syndroom van Saethre-Chotzen: bicoronale craniosynostose, oof- en gehoorproblemen
- syndroom van Muenke: bicoronale craniosynostose, gehoorprobleem
Cycloop
Synopthalmia (cycloop)
- het hebben van 1 oog
- vaak ook slecht gevormd neus
- vaak gepaard met ontwikkelingsstoornissen van hersenen
Behandeling hypotelorisme & hypertelorisme
hypotelorisme: vaak niet behandeld
hypertelorisme: behandeld bij dubbelzien of esthetisch oogpunt ->
- U-shaped osteotomy: verplaatsing van 1 deel van oogkas -> subcraniale ingreep
- box osteotomy: verplaatsing van gehele oogkas -> intra- en extracraniale ingreep
- facial bipartition: verplaatsen gehele middengezicht -> intra- en extracraniale ingreep
Facial cleft / aangezichtsspleet
Een opening in het gezicht of een malformatie van een deel van het gezicht
Treacher Collins Syndroom
- specifieke cleft in de lijnen 6,7,8 volgens classificatie van Tessier
- gaat in 80% van gevallen samen met een genetische afwijking in TCOF1
- autosomaall dominant
- gebied rondom de mond en oor zijn aangedaan
- ook kan er macrostomie (vergrote mond) zijn
Ptosis
- hangen van het gehele ooglid -> deel van pupil bedekt
- ontstaat door verminderde functie / afwezigheid van m. Levator palpebrae
- kind kan amblyopie (lui oog) krijgen -> slecht gezichtsvermogen of blindheid
- vaak geopereerd
Kort tongriempje (frenulum)
- geeft problemen met drinken
- behandelen door tongriempje door te knippen en verderop vast te hechten
Schisis
Gespleten lip, gehemelte of kaak
Bijoor
- een extra oor
- operatief verwijderen -> belangrijk om alle kraakbeen te verwijderen om teruggroei te voorkomen
Macrosotomie
- te grote mond
- mogelijke oorzaak: onderbroken m. Orbicularis oris
- opereren