Week 5 HC.4 Puberteit Flashcards

1
Q

Tanner stadia - meisjes - M

A

Borstontwikkeling (M)
- 1: prepubertair
- 2: budding, tepel komt naar voren
- 3: klierweefsel breidt zich uit buiten de tepel
- 4: verdere uitbreiding klierweefsel
- 5: volwassen stadium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tanner stadia - meisjes - P

A

Pubisbeharing (P)
- 1: prepubertair
- 2: enkele haren op labia majora
- 3: pubisharen (gepigmenteerd in pubisgebied)
- 4: uitbreiding in pubisgebied
- 5: volwassen stadium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tanner stadia - jongens - G

A

Genitale ontwikkeling (G)
- 1: prepubertair
- 2: scrotum ontwikkeling
- 3: penis en scrotum ontwikkeling
- 4: penisontwikkeling in lengte & breedte, dikkere en donkerdere huid scrotum
- 5: volwassen stadium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tanner stadia - jongens - P

A

Pubisbeharing (P)
- 1: prepubertair
- 2: enkele haren op scrotum of basis penis
- 3: pubisharen pubisgebied
- 4: pubishaar uitbreiding in pubisgebied
- 5: uitbreiding benen/buik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • wat is belangrijk om te meten bij mannen om te bepalen of de puberteit is begonnen?
  • hoe wordt het gemeten?
  • bij welke waarde is het de start van de puberteit?
  • welke waarde is het volwassen stadium?
A
  • testisvolume
  • orchidometer
  • 4 ml
  • 20-25 ml
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar worden de borstgroei en pubisbeharing door gestimuleerd bij een vrouw?

A
  • borstgroei: oestrogeen van ovaria
  • pubisbeharing: androgenen van ovaria en bijnieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar wordt de centrale puberteit door gereguleerd?

A
  • (hypothalamus-hypofyse-gonaden) HPG-as: spermatogenese, menarche, borstvorming
  • (hypothalamus-hypofyse-bijnier) HPA-as: pubarche (groei pubishaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom komt de grootte van de testes in het begin van de puberteit niet altijd overeen met de mate van beharing?

A

Testisgrootte is niet gecorreleerd met de mate van beharing
- verschil in testosteronproductie
- gevoeligheid van haarfollikels voor testosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer behandel je te vroege of te late puberteit?

A
  • altijd, ongeacht de diagnose
  • puberteit heeft niet alleen effect op uiterlijke kenmerken, maar ook op het CZS, eindlengte, cardiovasculaire en urogenitale systemen, etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Te vroege puberteit

A

Pubertas praecox

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer sprake van pubertas praecox bij meisjes en jongens?

A
  • meisjes: borstgroei ontwikkelt tot M2 <8j
  • jogens: testis groter dan 4 ml < 9j
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Te late puberteit

A

Pubertas tarda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer sprake van pubertas tarda bij meisjes en jongens?

A
  • meisjes: M1-stadium bij ≥ 13 j
  • jongens: testisvolume kleiner dan 4 ml bij 14 j
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar bestaat de diagnostiek van een afwijkende puberteit uit?

A
  • handfoto voor de skeletleeftijd: loopt achter bij late rijping & loopt voor bij te vroege rijping
  • LH & FSH: zegt alleen iets als het verhoogd is
  • oestrogeen of testosteron: al is dit vaak aan de uiterlijke kenmerken te zien
  • GnRH-test: onderzoeken of LH en FSH centraal geactiveerd worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Behandeling pubertas praecox

A

Geremd met GnRH-agonist of antagonist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Behandeling pubertas tarda

A

oestradiol aan meisjes & testosteron aan jongens

17
Q

Wat is premature adrenarche/pubarche?

A

Te vroege pubisbeharing zonder groeiversnelling of significant voorlopende botleeftijd, dus geen pubertas praecox

18
Q

Wanneer premature adrenarche/pubarche bij jongens en meisjes?

A
  • jongens: stadium P2 < 9 j
  • meisjes: stadium P2 < 8 j
19
Q

Wat is premature thelarche

A

Geïsoleerde borstontwikkeling, maar geen beharing en een normale groei, botrijping en eindlengte -> geen centrale pubertas praecox

20
Q

Wanneer kan premature thelarche voorkomen?

A

Tijdens de minipubertijd bij 0-2 jaar
- nog aanwezige FSH-activiteit van de zwangerschap
- GnRH-systeem nog niet volledig in rust -> stimulatie van een ovarium follikel

Tussen 5-8 jaar
- vroege activatie van de gonadale as met een zeer langzame progessie van de borstontwikkeling

21
Q

Genderidentiteit bij DSD - aandoening -> 46,XY CAIS (compleet androgeen ongevoeligheid)

A
  • androgenen: normale androgeenproductie, mutatie in androgeenrecepor -> cel insensitief voor androgenen
  • bevindingen: vrouwelijk in gedrag en interesse met vrouwelijke genderidentiteit
22
Q

Genderidentiteit bij DSD - aandoening -> 46,XY PAIS (partieel androgeen ongevoeligheid)

A
  • androgenen: normale androgeenproductie, mutatie van androgeenreceptor -> cel insensitief voor androgenen. Mate van androgene gevoeligheid afhankelijk van type AR-mutatie
  • bevindingen: opgegroeid als meisje -> mannelijker in gedrag en interesse -> 90% vrouwelijke genderidentiteit en 10% gender change. Opgegroeid als jongen: vrouwelijker in gedrag en interesse -> 90% mannelijke genderidentiteit en 10% gender change
23
Q

Genderidentiteit bij DSD - aandoening -> 46,XX AGS (androgenitaal syndroom)

A
  • androgenen: verhoogde productie van bijnierandrogenen vanaf w6-7. Door mutatie tekort van cortisol en aldosteron -> productie testosteron. Vruchtbaar als vrouw
  • bevindingen: opgegroeid als meisje: mannelijker in gedrag en interesse: 95% vrouwelijke genderidentiteit en 5% intersekse of gender change. Opgegroeid als jongen: mannelijk in gedrag en interesses in mannelijke genderidentiteit