4 Restauratiefilosofie voor monumenten van de twintigste eeuw Twee Rotterdamse praktijkvoorbeelden Flashcards
(15 cards)
Het Justus van Effenblok, wooncomplex van M. Brinkman, Rotterdamse wijk Spangen is nu een rijksmonument sinds 1985. In 1922 waren aantal dingen een experiment, benoem ze?
- Door het samenvoegen van twee bouwblokken ontstond een groot bouwblok met veel ruimte in het binnenterrein.
- En de ontsluiting van de bovenwoningen verloopt aan de binnenkant van het blok. - Alle woonblokken omsloten aan de binnenkant. De BG hadden een eigen tuintje.
- Centrale gebouw voorzien van voorzieningen
- Architectonisch en stedenbouwkundig was het een experiment.
Renovatie in de jaren 80, wat werd er veranderd?
- de kleine woningen samengevoegd en nieuwe installaties toegevoegd.
- Centrale hal had zijn functie verloren en is opnieuw gekiemd.
- De oorspronkelijk aangestorte bovenstraat werd vervangen door een prefab constructie en de ramen werden door aluminium renovatiekozijnen. (later geen succes)
CONCEPT:
Rond 2000 behoefte opnieuw aan te pakken: te krappe huizen, niet duurzaam, slecht uiterlijk, slechte renovatie van de jaren 80. Prijsvraag gewonnen door van Molenaar & Van Winden architecten en Hebly Theunissen architecten. Nieuwe visie: 100% monument, verleden, heden en toekomst worden integraal benaderd. 100% monument buitenkant: originele staat, binnenterrein met sterke zeggingskracht en ruimte voor presentatie van de ontstaansgeschiedenis. 100% nu voor binnen: modern, ruimtelijk en flexibel.
- Gevels RC-waarde 4,5
WERKWIJZE:
Uit onderzoek is voort gekomen, dat problemen zijn ontstaan, op plaatsen die veranderd zijn, t.o.v. het originele ontwerp. Voorbeeld: opentrappenhuis met fietsenstalling. Deze was onveilig geworden door hang jongeren. Dit werd gewijzigd naar het oorspronkelijke ontwerpuitgangspunten met de huidige structuur. Op deze manier kon het architectonisch en stedenbouwkundige concept behouden blijven.
Wat was er ingrijpend veranderd aan de gevels? waarom en wat gedaan?
Door diverse onderzoeken zijn er aantal resultaten naar voren gekomen: Proefreiniging voor het metselwerk en dooivries onderzoek. Dit veranderde door plaatsing van Multipor gasbetonisolatie (18mm) met lage dichtheid. De vocht van binnen naar buiten en andersom word door het materiaal zelf geregeld. (Later is dit niet toegepast, omdat veel scheurvorming gaf).De diepe negge die in de raamopening ontstond gaf een karakteristieke beeld.
Wat was er de werkwijze van de kozijnen? Wat vervangen en wat gezet en waarom?
Door diverse De jaren 80 aluminiumkozijnen zijn uiteindelijk vervangen voor oorspronkelijke beeld, namelijk houten. Omdat de huidige kozijnen grof waren gesneden. Doormiddel van tekeningen en foto’s zo geod mogelijk gerestaureerd. Maar door de grote schade, konden ze niet originele hout gebruiken. De ramen konden zoals oorspronkelijk draaien, rollen en vallen. Nieuwe systemen zijn toegepast met dubbel glas en dorpel.
Wat was er bijzonder aan de installaties? Waarom en wat was er nieuw/anders?
De eerste wooncomplex met een collectieve CV- installatie. De nieuwe energie installatie is wederom collectief en in het oude systeem terug gebracht. Er is wel een koud-en warmte opslag in de bodem met pomp. Een in de dakbedekking van het badhuis geïntegreerd warmtedak zorgt voor warm tapwater en wordt gebruikt om zomers de warmtebron in de bodem te regenereren.
Waarom is het Justus van Effenblok 100% nu? Wat er hiermee bedoeld?
Omdat het een energie neutraal complex is. Dit komt door de neutraal gezoneerde vloerverwarming- en koeling, vraaggestuurde ventilatoren (in de gevel), draadloze aflezer van de warmtemeter enz. Alles word door het Justus van Effenblok bedrijf bijgehouden en op deze manier regelen de huishoudens alles. Geen sprake van prijsverhoging, omdat ze energie neutraal zijn.
Er kunnen twee conclusies getrokken worden, welke zijn dat?
- Duurzaamheid staat centraal. Door de renovatie is het oude beeld weer terug. Het gebouw functioneert weer, zoals het moet en kan meegaan met de tijd. Men kan van de historische waarde weer genieten.
- Gebruik van nieuwe innovatieve technieken, zoals een gietijzeren zweefvloer en vloerverwarming. Dit zijn materialen en technieken die passen bij het complex en moeten worden via kennis worden vergaard.
Naast het Justus Effenblok was er ook een ander complex die gerenoveerd werd, welke was dat? Wat was kenmerkend en wat moest er reconstrueert worden?
Huis Sonneveld, werd er technisch onderzoek gedaan naar de kleuren van het interieur. Dit onderzoek geeft een beeld van hoe belangrijk kleuren zijn voor reconstructie. Het huis moest gereconstrueerd worden naar het origineel en de juiste kleuren.
Waarom was de reconstructie zo moeilijk?
Omdat ze een beperkte bronnen hadden. Aan de hand van zwart/witte foto’s werden materialen en kleuren bepaald. Maar dat bleek lastiger te zijn dan ze dachten. De stoffering en meubelafwerkingen waren goed te onderscheiden, net als de bronzen en aluminium. Er werden ook familie leden gevraagd naar de kleuren: dit is onbetrouwbaar, omdat het subjectief is. Het waren juist aardkleuren met overwegend wit, grijs en zwart aangevuld met enkele accentkleuren die gedempt waren.
Welk werkwijze hebben ze gebruikt voor de kleuren bepaling?
Kleurladder: laagje voor laagje krabben zodat alle verflagen zichtbaar worden tot aan de grondlaag aan toe. Elk vakje vertegenwoordigt een diepere laag zodat tenslotte een strook ontstaat die de gehele kleuropbouw op archeologische wijze blootlegt. Meer dan 200 ladders gekrabd!
In een enkel geval werd tot pigmentonderzoek en een EDX analyse besloten, op deze manier kon de verftype ook naar voren komen.
Welke kleuren werden het uiteindelijk en waarom?
Er werd voor de hedendaagse kleurenwaaier gekozen. De kleuren grijs en berge waren moeilijkst te bepalen. Er werden ICN en ACC pigmentonderzoek gedaan voor deze kleuren. De lichtinval en vervuiling zorgde ook voor verschillende kleurentinten.
Naast de kleur bepaling waren twee andere dingen ook belangrijk? Hoe bepaalt?
De glans en oppervlakte structuur. Er waren 5 verschillende verfsoorten gebruikt. Deuren, betimmeringen en radiatoren werden voorgelakt aangeleverd op het werk. Vervolgens werden deze afgewerkt met een kleurlak op oliebasis in een zijdematte uitvoering. De wanden van de dienstruimtes en de badkamers zijn met een silicaat muurverf behandeld. Aluminiumkleurige metaalverf is toegepast op de stalen kozijnen, terwijl in de woonwerkkamer en de hoofdslaapkamer de stalen kozijnen, radiatoren en enkele wanddelen een gespoten bronskleurige afwerking kregen.
De kleurstellingen van de ruimtes?
De traphal en gangen hebben een warm beige kleur met een lichtgeel op deuren van de verschillende verblijfsruimten. De kamers waar het echtpaar Sonneveld verbleef of haar gasten ontving, zijn uitgevoerd in aardkleuren, brons, bruin en beige tinten met daaraan toegevoegd een enkel kleuraccent in het meubilair, bijvoorbeeld lichtgeel in de hoofdslaapkamer of vermiljoen rood in de haardhoek van de werkkamer. Opmerkelijk is de toepassing van bronsmetaalglans op wanden, radiatoren en stalen ramen in deze vertrekken, met name als achtergrond voor de zit- en rustplekken. Een andere kleurgroep is te vinden in die vertrekken waar fellere kleuren zijn toegepast bij het vaste meubilair en de stofferingen, zoals in de studio voor de dochters, de eethoek of de kinderslaapkamers. De derde kleurgroep betreft de dienstvertrekken en verkeersruimten, die geheel in beige tinten zijn gehouden. In de dienstruimten is het beige afgestemd op de kleur van het tegelwerk en is er alleen de toevoeging van een diep rood als accentkleur op deuren en op meubilair. De hal, het trappenhuis en de gangen hebben lichtgele accenten op deuren naar vertrekken en groengrijs op kastdeuren en radiatoren tegen een
beige-roze wandafwerking.