7 Herbestemming volgens de methode Van Schagen Benutten van de aanwezige potenties Flashcards

(264 cards)

1
Q

Benutten van de aanwezige potenties

Een groot deel van de bestaande voorraad kwam tot stand in de Wederopbouwperiode (1940–’65). Naar hedendaagse begrippen mankeert er nogal wat aan deze gebouwen. De woningen uit die tijd bestaan voor een belangrijk deel uit portieketage- en galerijflats zonder lift, gebouwd voor Nederlandse gezinnen met drie of meer kinderen.

A

De gezins- en bevolkingssamenstelling zowel als de woonwens is tegenwoordig dramatisch anders dan die welke de architect eertijds voor ogen stond toen hij deze woningen ontwierp. Bovendien zijn de woningen technisch niet meer van deze tijd en voldoen ze bijvoorbeeld niet aan de nu normaal geachte mate van energiezuinigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar bij renovaties daarop al is ingespeeld, werd weinig rekening gehouden met de architectonische kwaliteit. Sloop en nieuwbouw lijkt daarom de meest voor de hand liggende aanpak.

Er is ook een andere mogelijkheid, die eruit bestaat om de kwaliteiten en potenties te herkennen en deze te benutten in een herontwerp.

A

Het Rotterdamse bureau Van Schagen Architekten werkt al vele jaren volgens dit concept. In dit college komt dat concept, aan de hand van gerealiseerde projecten, aan de orde. Sloop en nieuwbouw is geenszins een oplossing die categorisch moet worden afgewezen, maar behoort samen met herontwerp tot het instrumentarium waarover architecten en stedenbouwkundigen beschikken als ze voor de opgave worden gesteld om een Wederopbouwwijk te revitaliseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Transformatie van de stad

Ontwerpen voor de vernieuwing van bestaande woonwijken is een specifieke bezigheid. Dat is de conclusie uit twee decennia bureaupraktijk van onderzoek, nieuwbouw en renovatie in de functionerende stad, van Van Schagen Architekten.

A

Dat ontwerpen vraagt ten opzichte van het vormgeven van stadsuitbreidingen om een andere manier van werken, om andere kennis en vaardigheden, om andere interesses en fascinaties maar kent ook valkuilen. Tenminste, als we uitgaan van een vernieuwing die architectonische en stedenbouwkundige kwaliteiten respecteert maar niet bevriest, die bestaande sociale structuren zo veel als mogelijk wil behouden en versterken, die de berg sloopafval niet onnodig hoger maakt, die zo weinig mogelijk kapitaalvernietiging veroorzaakt, die betekenisvolle architectuur toevoegt en die last but not least de maatschappelijke problematiek aanpakt. Deze behoedzame vorm van vernieuwing van de stad, die ze bij Van Schagen transformatie noemen, is de basis van onze ontwerpbenadering, zo laten ze in dit hoofdstuk zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tussen consolidatie en herstructurering

Er zijn andere manieren van aanpak van de bestaande stad mogelijk dan een behoedzame vernieuwing. Soms is nog meer voorzichtigheid geboden, soms zijn drastischer maatregelen nodig.

A

Consolidatie gaat uit van het behoud van de stedenbouwkundige structuren en ook zo veel mogelijk van behoud van de bestaande bebouwing. Daarbinnen wordt gezocht naar de mogelijkheden om de gewenste verandering te accommoderen. Eventueel noodzakelijke nieuwbouw krijgt een historiserend karakter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Herstructurering is de andere uiterste vorm van stedelijke vernieuwing en introduceert nieuwe structuren, functies en vormen;

A

het is een tabula-rasabenadering, waarbij het bestaande wordt genegeerd of als onbruikbaar wordt gedefinieerd.
Slechts een enkel gebouw, een enkele route of groenstructuur wordt ingepast in de nieuwe structuur, het grootste deel van de bebouwing verdwijnt. De aanpak van oude bedrijventerreinen en havengebieden is een vorm van herstructurering. Ook in de aanpak van vele vroeg-naoorlogse wijken was de afgelopen jaren de tabula-rasabenadering bijna onomstreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het gevaar van de tabularasabenadering is dat waardevolle architectonische en stedenbouwkundige kwaliteiten verloren gaan, sociale structuren onnodig kapot worden gemaakt, kapitaal wordt vernietigd, de hoe- veelheid sloopafval onnodig groter wordt en dat er wezenloze en footloose architectuur wordt geproduceerd.

A

En misschien wel het ergste is dat de maatschappelijke problematiek, die de aanleiding tot de hele aanpak vormde, vaak verplaatst wordt in plaats van aangepakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De tabula-rasabenadering is primair een vastgoedbenadering die geen antwoord geeft op de maatschappelijke problematieken waarmee de bewoners te maken hebben. Deze benadering omzeilt via sloop de pro- blemen die in het beheer moeten worden opgelost.

A

De gebouwen krijgen de schuld en moeten worden gesloopt. Architecten die hieraan meewerken voelen zich niet verantwoordelijk voor de plek en sociale context waarbinnen het gebouw een plaats moet krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De sanering van oude woonwijken in de jaren zestig is ook een voorbeeld van herstructurering. Opvallend is natuurlijk de parallel tussen de huidige situatie in de naoorlogse wijken en de situatie begin jaren zestig in de woonwijken die eind negentiende en begin twintigste eeuw gebouwd waren.

A

Ook destijds deden pure tabularasabenaderingen opgeld. Denk bijvoorbeeld in Amsterdam aan de Roomtuintjes in de Dapperbuurt.

Maar ook toen waren er al critici. De Italiaanse architect Giancarlo de Carlo, lid van Team X van de CIAM-congressen, stoorde zich al heel vroeg aan het ahistorische, het contextloze van het Moderne concept waarmee architecten en architectenscholen vanaf de jaren vijftig werkten.

Dit dogma leidde volgens hem onvermijdelijk tot eindeloos herhaalde, niet passende bouwprojecten. Niet passend voor de oorspronkelijke bewoners die moesten verhuizen en ook niet passend in de stad qua vorm, materiaalgebruik en schaal. Opdrachtgevers kozen een architect, liefst van naam, uit catalogi omdat ze wisten wat ze kochten en omdat het meesterwerken zouden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wij zien tussen de extremen consolidatie en herstructurering een aanpak die voldoende ruimte geeft aan de veranderende vraag en behoeften van bewoners en tegelijkertijd de kwaliteiten en mogelijkheden van bestaande stadsdelen behoudt en benut.

A

In de consolidatie is het bestaande uitgangspunt, in herstructurering het nieuwe. Daartussen ligt een aanpak die noch het bestaande, noch het nieuwe op een voetstuk hijst, maar juist de versmelting van die twee als uitdaging ziet. Op het niveau van de buurt of wijk noemen wij zo’n benadering transformatie. Binnen transformatie wordt een mix van ingrepen op het niveau van stadsdeel, wijk en buurt ingezet: onderhoud, renovatie en nieuwbouw bestaan naast elkaar en vullen elkaar aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In naoorlogse wijken is het draagvlak voor transformatie veel smaller. Het is soms een bijna grappige kongsi van partijen die deze benadering voorstaat:

A

eigenaren die het in stand houden van betaalbaar woningaanbod als hun core business zien; bewoners die in hun wijk willen blijven wonen, maar zien dat daar- voor veranderingen noodzakelijk zijn; vooruitstrevende cultuurhistorici en monumentenzorgers die de artefacten uit de naoorlogse periode willen behoeden voor de slopershamer; ontwerpers en onderzoekers die terughoudendheid bepleiten ten aanzien consolidatie van de broze fysieke en sociale structuren van de stad en juist de botsing van bestaand en nieuw als uitdaging zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Transformatie van de naoorlogse woonwijken vergt eigen analysemethoden en concepten. De ontwikkeling daarvan staat nog maar in de kinderschoenen, zo maakt ook Han Meijer duidelijk in Van Pendrecht tot Ommoord.

A

Transformatie kunnen we tussen consolidatie en herstructurering plaatsen als een mogelijke benadering van de stedelijke vernieuwing. Afhankelijk van de situatie kiezen we dan de gepaste benadering. Transformatie is echter ook een pleidooi voor het beter op waarde schatten van de kwaliteiten en mogelijkheden van de bestaande stad zonder ze direct te willen bevriezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het bestaande en het programma

Bij transformatie is op voorhand niet duidelijk wat het uitgangspunt moet en zal zijn:
de bestaande gebouwen of het nieuwe programma. Dat hangt af van de kwaliteiten en mogelijkheden van de gebouwen en de gewenste veranderingen en de mogelijke synthese daartussen.

A

Bestaand en nieuw gaan een niet vooraf te voorspellen symbiose aan. In deel II van het boek De Methode van Schagen hebben we aan de hand van drie voorbeelden uitgebreid beschreven hoe in projecten zo’n huwelijk tot stand komt. Dat is een gecompliceerd proces van vallen en opstaan, met vele spelers en veelzijdige problematiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ontwerpvondsten spelen daarin een belangrijke, zo niet cruciale rol. We kunnen nog zo’n goed proces hebben georganiseerd, genoeg geld hebben geregeld, het iedereen naar de zin hebben gemaakt; als we geen oplossingen ontwikkelen die ingaan op de belangrijkste problemen en een aansprekend beeld opleveren, beklijft de vernieuwing niet. Dat is wat wij dragers van vernieuwing noemen; zij verbeelden het huwelijk tussen bestaand en nieuw.

A

Dragers van vernieuwing zorgen ervoor dat vernieuwing herkenbaar is zonder het bestaande te declasseren.Sterker, dragers van vernieuwing bestaan bij de gratie van de herkenning van oud en nieuw naast elkaar. Het één gaat niet zonder het ander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In deel III van genoemd boek zijn dragers benoemd en verbeeld zonder dat we daarbij ingaan op het achterliggende proces. Ze laten het resultaat zien van vaak lange processen. In de gebouwde resultaten van al deze projecten is niet direct een overeenkomst te ontdekken. De verschillen tussen interventies in vooroor- logse, vroeg-naoorlogse en laat-naoorlogse gebieden zijn groot.

A

De rode draad zien we in de benaderings- wijze en in de manier van werken aan de uiteenlopende opgaven. Dat maken we in de volgende twee hoofdstukken duidelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ontwerpproces

Transformatie is een specifieke benadering van de stedelijke vernieuwing. Cruciaal voor de ontwerpopgave binnen de transformatie is de zoektocht naar oplossingen voor maatschappelijke problematieken. Om die zoektocht te kunnen doen is een aantal stappen in het ontwerpproces nodig. Binnen die stappen verandert de functie van het ontwerp steeds.

A

In deel II hebben we drie projecten beschreven volgens een vast stramien. Dit stramien bestaat uit zes stappen die we in elk project doorlopen. In de eerste stap beschrijven we de situatie die geleid heeft tot een vraag aan ons bureau en hoe wij die vraag omzetten in een ontwerpopgave. De opdracht is gegeven, maar waar staat die voor? Indien doelen, prioriteiten onduidelijk zijn en de grenzen vaag, gaan we het probleem verbreden en herdefiniëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

. De tweede stap is het onderzoek naar mogelijkheden. Door de ontwer- pomgeving te bekijken proberen we een beeld te krijgen van de ontwerpopgave, te benoemen welke as- pecten dominant zijn en geven we structuur aan het te maken ontwerp.

A

We zetten verschillende opties, ontwikkeld vanuit programma, context of eigen fascinatie naast elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De derde stap is dan de formulering van een concept van aanpak. Dit is een fase van convergentie.

A

. Aan de hand van het eerste concept worden suboplossingen beschreven en gecombineerd in alternatieve ontwerpen die kunnen worden getoetst aan de hand van de opdracht, inclusief het voortschrijdend inzicht dat de zoektocht heeft opgeleverd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Pas in de vierde stap komen we toe aan het benoemen van het ontwerp in al zijn breedte en details.

A

De vijfde stap is de uitvoering van het werk, waarin de bewaking van concept en ontwerp centraal staan. In renovatieprojecten is deze fase van groter belang voor het eindresultaat dan bij nieuwbouw. Immers, tijdens de uitvoe- ring komen er altijd weer onverwachte dingen ‘achter het behang vandaan’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

De laatste en zesde stap is een terugblik op het resultaat met de betrokkenen: wat was het doel van het project?

A

wat was het doel van het project? Hebben we dat gehaald? Hoe was de procesgang daar naar toe? Wat kan er beter?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

De eerste drie stappen gaan vooraf aan het traditionele ontwerpwerk. En dat is niet voor niets. In een situ- atie van een nog onbekend huwelijk tussen situatie en programma zijn standaardoplossingen niet voorhan- den en zouden een slag in de pap zijn met onbekend resultaat tot gevolg.

A

Het vinden van antwoorden op complexe maatschappelijke problematieken is niet alleen een kwestie van een mooi ontwerp maken. Het vereist een fundamentele manier van vragen stellen ten aanzien van situatie, opgave en oplossingsconcept.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

In het geval van een maatschappelijk breed aanvaarde strategie kunnen we sneller door de eerste stappen heen. In dat geval kunnen we direct met het gewone werk beginnen, het benoemen van suboplossingen en ontwikkelen van alternatieven die kunnen worden getoetst. Het doorlopen van deze stappen in een of andere vorm is geen uitvinding van ons.

A

Al in de jaren zestig definieerde J. Christopher Jones deze benadering bij de ontwerpaanpak van grote maatschappelijke opgaven. Het belang zit volgens hem vooral in de erken- ning dat ontwerpen in de bestaande stad, vooral in moeizaam functionerende delen, draait om het vinden van antwoorden op brede maatschappelijke opgaven. En dat begint niet bij het vormgeven van een gebouw, maar bij het bevragen van de opgave.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Een voorbeeld van zo’n vraag is hoe we in op drift geraakte delen van de stad kunnen voorkomen dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan in plaats van naast elkaar:

A

rijkere bewoners van de nieuwbouw tegenover armere in de oudbouw van Katendrecht, Osdorp en Bijlmermeer. Welke bijdragen kunnen situatie, programma, concept en ontwerp leveren aan een antwoord op deze vraag? Het opvallende is dat het in dat opzicht niets uitmaakt of we in de vooroorlogse stad, in de vroeg-naoorlogse of de laat-naoorlogse stad werken. De benadering van de opgave is precies dezelfde, maar de stedenbouwkundige en architectonische morfologie en dus ook de concepten en resultaten zijn compleet anders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Functie van het ontwerp
Binnen de verschillende stappen is de functie van het ontwerp steeds weer anders. Stap 4 en 5 behelzen de traditionele functie van het ontwerp als document van uitvoering:

A

het vervaardigen van tekst en tekeningen, zodat eenduidige afspraken met een bouwer gemaakt kunnen worden. Architecten die uitsluitend denken in deze categorie zijn ongeschikt voor de stedelijke vernieuwing anno nu. Opdrachtgevers die archi- tecten alleen maar willen inzetten voor het ontwerp als uitvoeringsdocument zijn niet onze favoriete opdrachtgevers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

In stap 1 en 2 heeft het ontwerp vooral een functie om een droom of de verleiding te formuleren. Het ont- werp als droom maakt het onmogelijke mogelijk door het zichtbaar te maken. In het verleden hebben we deze functie van het ontwerp ook wel eens utopisch genoemd.

A

Maar het gaat er juist om dat de dromen werkelijkheid kunnen worden en zich niet in een Nergensland bevinden. In de context van de stedelijke vernieuwing laat het ontwerp als droom een synthese zien tussen het bestaande en het nieuwe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
De voorbeelden daarvan in ons werk zijn talloos. Bijvoorbeeld de schets van het prototype voor de nieuwe woning- differentiatie voor Welschen 7 dat een woningaanbod voor de diverse huidige bevolking mogelijk maakt; bewoners herkennen het als hun wijk door handhaving van de woningblokken. Of, bescheidener, de per- spectieftekening van een nieuw lifttrappenhuis aan de Schuddebeursstraat, waarin vooral de talrijke oudere bewoners een perspectief wordt geboden op een prettige manier van ouder worden in een vertrouwdeomgeving. Of de stedenbouwkundige tekening van de enclave van Huize Patrimonium; weliswaar moesten mensen hiervoor verhuizen, maar het was dichtbij en het bood veiligheid in een verstedelijkende omgeving.
Het ontwerp gaf in deze voorbeelden het zicht op een betere toekomst met behoud van het goede van het bestaande. Utopie? Zeker niet. Het ontwerp als droom is in de transformatie van de bestaande stad cruciaal, omdat het altijd om maatwerk gaat, waarin voorbeelden van elders nooit zullen voldoen.
26
Reikwijdte van het ontwerp Hoe ziet ons ontwerp er binnen de verschillende stappen uit? Waar richt het ontwerp zich op? Van oor- sprong richt de architect zich in navolging van Vitruvius op gebruik (utilitas), degelijkheid of constructie (firmitas) en schoonheid (venustas). Wij hanteren vijf begrippen:
programma, plek, tijd, beeld en proces.
27
Het Vitruviaanse utilitas vertalen wij als programma, omdat dat zich beter laat begrijpen op meerdere schaalniveaus. Schoonheid wordt weerspiegeld in ons begrip beeld. De Vitruviaanse schoonheid heeft een sterke relatie met de functie van het gebouw dat in de onderscheiden orden tot uitdrukking kan worden gebracht. Ons begrip beeld borduurt daar op voort door terug te grijpen op de definitie van Van Tijen: architectuur is het tot uitdrukking brengen van de bouwopgave.
Met een Ionische, Dorische of Corinthische orde heeft dat natuurlijk niets meer te maken. Het begrip firmitas (constructie) is voor ons onderdeel van de plek en vormt daarom geen aparte categorie. Opvallend genoeg komt het begrip context niet voor in de drie-eenheid van de klassieke architectuur.
28
Het vinden van de juiste locatie is wel een thema, maar daarmee kunnen we in de stedelijke vernieuwing niet zo veel, omdat de locatie een gegeven is. Sinds de bouwopgave zich meer en meer richt op herontwikkeling van de bestaande stad, is de context dan ook als één van de bepalende ontwerpaspecten toegevoegd in het vocabulaire van de meeste architecten.
Wij gaan daarin ver. Wij denken dat het uiteindelijke ontwerp voor de transformatieopgave in de stedelijke vernieuwing vooral voortkomt uit de opgave zelf. Als een ontwerp pretendeert in te gaan op brede maat- schappelijke problematieken, zal het die breedte ook in zich moeten hebben. Niet alleen nemen wij de fysieke context mee als aspect in onze ontwerpbenadering, maar ook de sociale context en de historische context, respectievelijk vertaald tot plek, proces en tijd.
29
Functionele schaalgebonden elementen Ontwerpers onderscheiden verschillende schaalniveaus waarop het ontwerp functioneert. Het gaat er in onze praktijk om dat er verbinding tussen de niveaus wordt gelegd, ook met schaalniveaus die buiten de directe opgave liggen.
De schaalniveaus zijn gekoppeld aan partijen (huurder, eigenaar, verhuurder, gemeente, diensten, ondernemers, bedrijven, rijksoverheden) en kennen hun eigen geschreven en ongeschreven wetten. Wanneer een ontwerp zou worden gemaakt op één schaalniveau, zouden de verbanden tussen de partijen niet aan bod komen en daarmee zou een kwetsbaar ontwerp ontstaan.
30
Dit betekent voor een gebouw dat de situering, de ruimtelijke compositie, de overgang van straat naar gebouw, het ontslui- tingssysteem zoals de portieken, liften en galerijen, de woningtypen, de installaties, de constructie en de opbouw van de schil worden onderzocht.
Omdat een interventie in de stad niet alleen betrekking heeft op gebouwen maar ook op gebruikers, is het verstandig de schaalgebonden functionele elementen zo te kiezen dat het onderdelen worden die gebruikers ook als zodanig ervaren.
31
Zoals Christopher Alexander dat doet in Houses Generated by Patterns. Zo wordt het eenvoudig de probleemanalyse te richten op gebruikers en de culturele context. En daarmee wordt de besluitvorming rond dit soort thema’s dominanter gemaakt. Voor architectenbureaus is het heel gebruikelijk om het werk te verdelen met behulp van deze schaalgebonden kennisgebieden.
Dit heeft te maken met specialisaties binnen het bureau. Binnen een school of architectenbureau kunnen deze studies worden geperfectioneerd. Een mooi voorbeeld van een ontwerponderdeel dat op verschillende schaalniveaus functioneert, is de poort van Complex 50
32
Op stadsdeelniveau koppelt de poort de hoofdstructuur aan de velden. Op het niveau van de buurt of complex geeft de poort direct toegang tot het nieuwe park. Op gebouwniveau splitst de poort het grote gebouw in organisatorische eenheden en regelt de ontsluiting van de nieuwe galerij-ontsloten woningen in de tussen- en bovenbouw.
Op detailniveau wordt de poort opgeno- men in het gevelraster van kolommen. Op alle schaalniveaus wordt invulling gegeven aan de vijf ontwerpaspecten. Schaalniveaus en aspecten vormen een matrix aan de hand waarvan een ontwerp zich kan laten definiëren.
33
Ontwerp en programma: het bepalen van de opgave Programma staat voor het antwoord op de vraag op wie de vernieuwing zich richt en doelt op het gebruik van alle onderdelen van de opgave op de verschillende schaalniveaus, van woningdifferentiatie tot het bedieningsgemak van een raamkozijn.
In een hiërarchisch geordend ontwerpproces zien opdrachtgevers het ontwerp als een verdere uitwerking van het programma. Het programma vormt samen met het budget de neerslag van de doelen die de opdrachtgever zichzelf heeft gesteld en wordt gebruikt als direct sturingsmiddel.
34
De achter het programma liggende doelen worden bij de uitwerking niet meer ter discussie gesteld; die zijn van bovenaf gegeven. In zulke situaties kan er echter veel mis gaan, want in de opdracht ontbreekt veel kennis van de plek, de ge- schiedenis daarvan, de wooncultuur en gegroeide sociale netwerken. Goede voorbeelden van dergelijke situaties hebben wij niet in onze praktijk, vanwege het simpele feit dat wij daar nooit bij betrokken worden.
Wel krijgen we soms te maken met het resultaat van een dergelijk hiërarchisch geordend proces. In Rotterdam-Kleinpolder wil de eigenaar sloop en nieuwbouw van het complex Welschen 7. Bewoners zien in dat de nieuwbouw niet voor hen bestemd is en gaan niet akkoord. Uiteindelijk wordt op basis van ons ontwerp- onderzoek naar mogelijkheden een ander vernieuwingsprogramma vastgesteld, dat een synthese is van situatie en gewenst programma.
35
In een behoedzame vernieuwingsstrategie is het noodzakelijk door middel van het ontwerp inzicht te geven in de kwaliteiten en toekomstmogelijkheden van het bestaande en om meerdere varianten te schetsen om te toetsen welke doelgroepen en leefstijlen zijn te ontwikkelen in het gebied.Op deze wijze kunnen we als ontwerper een bijdrage leveren aan maatschappelijke vraagstukken. Giancarlo de Carlo zegt daarover:
‘architectuur is te belangrijk om aan architecten over te laten.’ De ontwerpactiviteiten moeten niet worden verklaard vanuit de persoon van de ontwerper maar vanuit het object, of juister het proces, dat ontworpen wordt. Hij vindt een gebouw geen architectuur maar een verzameling wanden en vloeren, holten en ruimten en materialen die de omtrek vormen van een potentie voor de gemeenschap waarvoor ze werd voorzien. Het primaat van het ontwerpproces ligt bij het actuele gebruik, bij maatschappelijke behoeften. Ontwerpen is een lange zoektocht vol valkuilen.
36
In deel III van genoemd boek zijn dragers benoemd en verbeeld zonder dat we daarbij ingaan op het achterliggende proces. Ze laten het resultaat zien van vaak lange processen. In de gebouwde resultaten van al deze projecten is niet direct een overeenkomst te ontdekken. De verschillen tussen interventies in vooroor- logse, vroeg-naoorlogse en laat-naoorlogse gebieden zijn groot.
De rode draad zien we in de benaderings- wijze en in de manier van werken aan de uiteenlopende opgaven. Dat maken we in de volgende twee hoofdstukken duidelijk.
36
In deel III van genoemd boek zijn dragers benoemd en verbeeld zonder dat we daarbij ingaan op het achterliggende proces. Ze laten het resultaat zien van vaak lange processen. In de gebouwde resultaten van al deze projecten is niet direct een overeenkomst te ontdekken. De verschillen tussen interventies in vooroor- logse, vroeg-naoorlogse en laat-naoorlogse gebieden zijn groot.
De rode draad zien we in de benaderings- wijze en in de manier van werken aan de uiteenlopende opgaven. Dat maken we in de volgende twee hoofdstukken duidelijk.
36
In deel III van genoemd boek zijn dragers benoemd en verbeeld zonder dat we daarbij ingaan op het achterliggende proces. Ze laten het resultaat zien van vaak lange processen. In de gebouwde resultaten van al deze projecten is niet direct een overeenkomst te ontdekken. De verschillen tussen interventies in vooroor- logse, vroeg-naoorlogse en laat-naoorlogse gebieden zijn groot.
De rode draad zien we in de benaderings- wijze en in de manier van werken aan de uiteenlopende opgaven. Dat maken we in de volgende twee hoofdstukken duidelijk.
37
Ontwerpproces Transformatie is een specifieke benadering van de stedelijke vernieuwing. Cruciaal voor de ontwerpopgave binnen de transformatie is de zoektocht naar oplossingen voor maatschappelijke problematieken. Om die zoektocht te kunnen doen is een aantal stappen in het ontwerpproces nodig. Binnen die stappen verandert de functie van het ontwerp steeds.
In deel II hebben we drie projecten beschreven volgens een vast stramien. Dit stramien bestaat uit zes stappen die we in elk project doorlopen. In de eerste stap beschrijven we de situatie die geleid heeft tot een vraag aan ons bureau en hoe wij die vraag omzetten in een ontwerpopgave. De opdracht is gegeven, maar waar staat die voor? Indien doelen, prioriteiten onduidelijk zijn en de grenzen vaag, gaan we het probleem verbreden en herdefiniëren.
37
Ontwerpproces Transformatie is een specifieke benadering van de stedelijke vernieuwing. Cruciaal voor de ontwerpopgave binnen de transformatie is de zoektocht naar oplossingen voor maatschappelijke problematieken. Om die zoektocht te kunnen doen is een aantal stappen in het ontwerpproces nodig. Binnen die stappen verandert de functie van het ontwerp steeds.
In deel II hebben we drie projecten beschreven volgens een vast stramien. Dit stramien bestaat uit zes stappen die we in elk project doorlopen. In de eerste stap beschrijven we de situatie die geleid heeft tot een vraag aan ons bureau en hoe wij die vraag omzetten in een ontwerpopgave. De opdracht is gegeven, maar waar staat die voor? Indien doelen, prioriteiten onduidelijk zijn en de grenzen vaag, gaan we het probleem verbreden en herdefiniëren.
37
Ontwerpproces Transformatie is een specifieke benadering van de stedelijke vernieuwing. Cruciaal voor de ontwerpopgave binnen de transformatie is de zoektocht naar oplossingen voor maatschappelijke problematieken. Om die zoektocht te kunnen doen is een aantal stappen in het ontwerpproces nodig. Binnen die stappen verandert de functie van het ontwerp steeds.
In deel II hebben we drie projecten beschreven volgens een vast stramien. Dit stramien bestaat uit zes stappen die we in elk project doorlopen. In de eerste stap beschrijven we de situatie die geleid heeft tot een vraag aan ons bureau en hoe wij die vraag omzetten in een ontwerpopgave. De opdracht is gegeven, maar waar staat die voor? Indien doelen, prioriteiten onduidelijk zijn en de grenzen vaag, gaan we het probleem verbreden en herdefiniëren.
38
. De tweede stap is het onderzoek naar mogelijkheden. Door de ontwer- pomgeving te bekijken proberen we een beeld te krijgen van de ontwerpopgave, te benoemen welke as- pecten dominant zijn en geven we structuur aan het te maken ontwerp.
We zetten verschillende opties, ontwikkeld vanuit programma, context of eigen fascinatie naast elkaar.
38
. De tweede stap is het onderzoek naar mogelijkheden. Door de ontwer- pomgeving te bekijken proberen we een beeld te krijgen van de ontwerpopgave, te benoemen welke as- pecten dominant zijn en geven we structuur aan het te maken ontwerp.
We zetten verschillende opties, ontwikkeld vanuit programma, context of eigen fascinatie naast elkaar.
38
. De tweede stap is het onderzoek naar mogelijkheden. Door de ontwer- pomgeving te bekijken proberen we een beeld te krijgen van de ontwerpopgave, te benoemen welke as- pecten dominant zijn en geven we structuur aan het te maken ontwerp.
We zetten verschillende opties, ontwikkeld vanuit programma, context of eigen fascinatie naast elkaar.
39
De derde stap is dan de formulering van een concept van aanpak. Dit is een fase van convergentie.
. Aan de hand van het eerste concept worden suboplossingen beschreven en gecombineerd in alternatieve ontwerpen die kunnen worden getoetst aan de hand van de opdracht, inclusief het voortschrijdend inzicht dat de zoektocht heeft opgeleverd.
39
De derde stap is dan de formulering van een concept van aanpak. Dit is een fase van convergentie.
. Aan de hand van het eerste concept worden suboplossingen beschreven en gecombineerd in alternatieve ontwerpen die kunnen worden getoetst aan de hand van de opdracht, inclusief het voortschrijdend inzicht dat de zoektocht heeft opgeleverd.
39
De derde stap is dan de formulering van een concept van aanpak. Dit is een fase van convergentie.
. Aan de hand van het eerste concept worden suboplossingen beschreven en gecombineerd in alternatieve ontwerpen die kunnen worden getoetst aan de hand van de opdracht, inclusief het voortschrijdend inzicht dat de zoektocht heeft opgeleverd.
40
Pas in de vierde stap komen we toe aan het benoemen van het ontwerp in al zijn breedte en details.
De vijfde stap is de uitvoering van het werk, waarin de bewaking van concept en ontwerp centraal staan. In renovatieprojecten is deze fase van groter belang voor het eindresultaat dan bij nieuwbouw. Immers, tijdens de uitvoe- ring komen er altijd weer onverwachte dingen ‘achter het behang vandaan’.
40
Pas in de vierde stap komen we toe aan het benoemen van het ontwerp in al zijn breedte en details.
De vijfde stap is de uitvoering van het werk, waarin de bewaking van concept en ontwerp centraal staan. In renovatieprojecten is deze fase van groter belang voor het eindresultaat dan bij nieuwbouw. Immers, tijdens de uitvoe- ring komen er altijd weer onverwachte dingen ‘achter het behang vandaan’.
40
Pas in de vierde stap komen we toe aan het benoemen van het ontwerp in al zijn breedte en details.
De vijfde stap is de uitvoering van het werk, waarin de bewaking van concept en ontwerp centraal staan. In renovatieprojecten is deze fase van groter belang voor het eindresultaat dan bij nieuwbouw. Immers, tijdens de uitvoe- ring komen er altijd weer onverwachte dingen ‘achter het behang vandaan’.
41
De laatste en zesde stap is een terugblik op het resultaat met de betrokkenen: wat was het doel van het project?
wat was het doel van het project? Hebben we dat gehaald? Hoe was de procesgang daar naar toe? Wat kan er beter?
41
De laatste en zesde stap is een terugblik op het resultaat met de betrokkenen: wat was het doel van het project?
wat was het doel van het project? Hebben we dat gehaald? Hoe was de procesgang daar naar toe? Wat kan er beter?
41
De laatste en zesde stap is een terugblik op het resultaat met de betrokkenen: wat was het doel van het project?
wat was het doel van het project? Hebben we dat gehaald? Hoe was de procesgang daar naar toe? Wat kan er beter?
42
De eerste drie stappen gaan vooraf aan het traditionele ontwerpwerk. En dat is niet voor niets. In een situ- atie van een nog onbekend huwelijk tussen situatie en programma zijn standaardoplossingen niet voorhan- den en zouden een slag in de pap zijn met onbekend resultaat tot gevolg.
Het vinden van antwoorden op complexe maatschappelijke problematieken is niet alleen een kwestie van een mooi ontwerp maken. Het vereist een fundamentele manier van vragen stellen ten aanzien van situatie, opgave en oplossingsconcept.
42
De eerste drie stappen gaan vooraf aan het traditionele ontwerpwerk. En dat is niet voor niets. In een situ- atie van een nog onbekend huwelijk tussen situatie en programma zijn standaardoplossingen niet voorhan- den en zouden een slag in de pap zijn met onbekend resultaat tot gevolg.
Het vinden van antwoorden op complexe maatschappelijke problematieken is niet alleen een kwestie van een mooi ontwerp maken. Het vereist een fundamentele manier van vragen stellen ten aanzien van situatie, opgave en oplossingsconcept.
42
De eerste drie stappen gaan vooraf aan het traditionele ontwerpwerk. En dat is niet voor niets. In een situ- atie van een nog onbekend huwelijk tussen situatie en programma zijn standaardoplossingen niet voorhan- den en zouden een slag in de pap zijn met onbekend resultaat tot gevolg.
Het vinden van antwoorden op complexe maatschappelijke problematieken is niet alleen een kwestie van een mooi ontwerp maken. Het vereist een fundamentele manier van vragen stellen ten aanzien van situatie, opgave en oplossingsconcept.
43
In het geval van een maatschappelijk breed aanvaarde strategie kunnen we sneller door de eerste stappen heen. In dat geval kunnen we direct met het gewone werk beginnen, het benoemen van suboplossingen en ontwikkelen van alternatieven die kunnen worden getoetst. Het doorlopen van deze stappen in een of andere vorm is geen uitvinding van ons.
Al in de jaren zestig definieerde J. Christopher Jones deze benadering bij de ontwerpaanpak van grote maatschappelijke opgaven. Het belang zit volgens hem vooral in de erken- ning dat ontwerpen in de bestaande stad, vooral in moeizaam functionerende delen, draait om het vinden van antwoorden op brede maatschappelijke opgaven. En dat begint niet bij het vormgeven van een gebouw, maar bij het bevragen van de opgave.
43
In het geval van een maatschappelijk breed aanvaarde strategie kunnen we sneller door de eerste stappen heen. In dat geval kunnen we direct met het gewone werk beginnen, het benoemen van suboplossingen en ontwikkelen van alternatieven die kunnen worden getoetst. Het doorlopen van deze stappen in een of andere vorm is geen uitvinding van ons.
Al in de jaren zestig definieerde J. Christopher Jones deze benadering bij de ontwerpaanpak van grote maatschappelijke opgaven. Het belang zit volgens hem vooral in de erken- ning dat ontwerpen in de bestaande stad, vooral in moeizaam functionerende delen, draait om het vinden van antwoorden op brede maatschappelijke opgaven. En dat begint niet bij het vormgeven van een gebouw, maar bij het bevragen van de opgave.
43
In het geval van een maatschappelijk breed aanvaarde strategie kunnen we sneller door de eerste stappen heen. In dat geval kunnen we direct met het gewone werk beginnen, het benoemen van suboplossingen en ontwikkelen van alternatieven die kunnen worden getoetst. Het doorlopen van deze stappen in een of andere vorm is geen uitvinding van ons.
Al in de jaren zestig definieerde J. Christopher Jones deze benadering bij de ontwerpaanpak van grote maatschappelijke opgaven. Het belang zit volgens hem vooral in de erken- ning dat ontwerpen in de bestaande stad, vooral in moeizaam functionerende delen, draait om het vinden van antwoorden op brede maatschappelijke opgaven. En dat begint niet bij het vormgeven van een gebouw, maar bij het bevragen van de opgave.
44
Een voorbeeld van zo’n vraag is hoe we in op drift geraakte delen van de stad kunnen voorkomen dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan in plaats van naast elkaar:
rijkere bewoners van de nieuwbouw tegenover armere in de oudbouw van Katendrecht, Osdorp en Bijlmermeer. Welke bijdragen kunnen situatie, programma, concept en ontwerp leveren aan een antwoord op deze vraag? Het opvallende is dat het in dat opzicht niets uitmaakt of we in de vooroorlogse stad, in de vroeg-naoorlogse of de laat-naoorlogse stad werken. De benadering van de opgave is precies dezelfde, maar de stedenbouwkundige en architectonische morfologie en dus ook de concepten en resultaten zijn compleet anders.
44
Een voorbeeld van zo’n vraag is hoe we in op drift geraakte delen van de stad kunnen voorkomen dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan in plaats van naast elkaar:
rijkere bewoners van de nieuwbouw tegenover armere in de oudbouw van Katendrecht, Osdorp en Bijlmermeer. Welke bijdragen kunnen situatie, programma, concept en ontwerp leveren aan een antwoord op deze vraag? Het opvallende is dat het in dat opzicht niets uitmaakt of we in de vooroorlogse stad, in de vroeg-naoorlogse of de laat-naoorlogse stad werken. De benadering van de opgave is precies dezelfde, maar de stedenbouwkundige en architectonische morfologie en dus ook de concepten en resultaten zijn compleet anders.
44
Een voorbeeld van zo’n vraag is hoe we in op drift geraakte delen van de stad kunnen voorkomen dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan in plaats van naast elkaar:
rijkere bewoners van de nieuwbouw tegenover armere in de oudbouw van Katendrecht, Osdorp en Bijlmermeer. Welke bijdragen kunnen situatie, programma, concept en ontwerp leveren aan een antwoord op deze vraag? Het opvallende is dat het in dat opzicht niets uitmaakt of we in de vooroorlogse stad, in de vroeg-naoorlogse of de laat-naoorlogse stad werken. De benadering van de opgave is precies dezelfde, maar de stedenbouwkundige en architectonische morfologie en dus ook de concepten en resultaten zijn compleet anders.
45
Functie van het ontwerp Binnen de verschillende stappen is de functie van het ontwerp steeds weer anders. Stap 4 en 5 behelzen de traditionele functie van het ontwerp als document van uitvoering:
het vervaardigen van tekst en tekeningen, zodat eenduidige afspraken met een bouwer gemaakt kunnen worden. Architecten die uitsluitend denken in deze categorie zijn ongeschikt voor de stedelijke vernieuwing anno nu. Opdrachtgevers die archi- tecten alleen maar willen inzetten voor het ontwerp als uitvoeringsdocument zijn niet onze favoriete opdrachtgevers.
45
Functie van het ontwerp Binnen de verschillende stappen is de functie van het ontwerp steeds weer anders. Stap 4 en 5 behelzen de traditionele functie van het ontwerp als document van uitvoering:
het vervaardigen van tekst en tekeningen, zodat eenduidige afspraken met een bouwer gemaakt kunnen worden. Architecten die uitsluitend denken in deze categorie zijn ongeschikt voor de stedelijke vernieuwing anno nu. Opdrachtgevers die archi- tecten alleen maar willen inzetten voor het ontwerp als uitvoeringsdocument zijn niet onze favoriete opdrachtgevers.
45
Functie van het ontwerp Binnen de verschillende stappen is de functie van het ontwerp steeds weer anders. Stap 4 en 5 behelzen de traditionele functie van het ontwerp als document van uitvoering:
het vervaardigen van tekst en tekeningen, zodat eenduidige afspraken met een bouwer gemaakt kunnen worden. Architecten die uitsluitend denken in deze categorie zijn ongeschikt voor de stedelijke vernieuwing anno nu. Opdrachtgevers die archi- tecten alleen maar willen inzetten voor het ontwerp als uitvoeringsdocument zijn niet onze favoriete opdrachtgevers.
46
In stap 1 en 2 heeft het ontwerp vooral een functie om een droom of de verleiding te formuleren. Het ont- werp als droom maakt het onmogelijke mogelijk door het zichtbaar te maken. In het verleden hebben we deze functie van het ontwerp ook wel eens utopisch genoemd.
Maar het gaat er juist om dat de dromen werkelijkheid kunnen worden en zich niet in een Nergensland bevinden. In de context van de stedelijke vernieuwing laat het ontwerp als droom een synthese zien tussen het bestaande en het nieuwe.
46
In stap 1 en 2 heeft het ontwerp vooral een functie om een droom of de verleiding te formuleren. Het ont- werp als droom maakt het onmogelijke mogelijk door het zichtbaar te maken. In het verleden hebben we deze functie van het ontwerp ook wel eens utopisch genoemd.
Maar het gaat er juist om dat de dromen werkelijkheid kunnen worden en zich niet in een Nergensland bevinden. In de context van de stedelijke vernieuwing laat het ontwerp als droom een synthese zien tussen het bestaande en het nieuwe.
46
In stap 1 en 2 heeft het ontwerp vooral een functie om een droom of de verleiding te formuleren. Het ont- werp als droom maakt het onmogelijke mogelijk door het zichtbaar te maken. In het verleden hebben we deze functie van het ontwerp ook wel eens utopisch genoemd.
Maar het gaat er juist om dat de dromen werkelijkheid kunnen worden en zich niet in een Nergensland bevinden. In de context van de stedelijke vernieuwing laat het ontwerp als droom een synthese zien tussen het bestaande en het nieuwe.
47
De voorbeelden daarvan in ons werk zijn talloos. Bijvoorbeeld de schets van het prototype voor de nieuwe woning- differentiatie voor Welschen 7 dat een woningaanbod voor de diverse huidige bevolking mogelijk maakt; bewoners herkennen het als hun wijk door handhaving van de woningblokken. Of, bescheidener, de per- spectieftekening van een nieuw lifttrappenhuis aan de Schuddebeursstraat, waarin vooral de talrijke oudere bewoners een perspectief wordt geboden op een prettige manier van ouder worden in een vertrouwdeomgeving. Of de stedenbouwkundige tekening van de enclave van Huize Patrimonium; weliswaar moesten mensen hiervoor verhuizen, maar het was dichtbij en het bood veiligheid in een verstedelijkende omgeving.
Het ontwerp gaf in deze voorbeelden het zicht op een betere toekomst met behoud van het goede van het bestaande. Utopie? Zeker niet. Het ontwerp als droom is in de transformatie van de bestaande stad cruciaal, omdat het altijd om maatwerk gaat, waarin voorbeelden van elders nooit zullen voldoen.
47
De voorbeelden daarvan in ons werk zijn talloos. Bijvoorbeeld de schets van het prototype voor de nieuwe woning- differentiatie voor Welschen 7 dat een woningaanbod voor de diverse huidige bevolking mogelijk maakt; bewoners herkennen het als hun wijk door handhaving van de woningblokken. Of, bescheidener, de per- spectieftekening van een nieuw lifttrappenhuis aan de Schuddebeursstraat, waarin vooral de talrijke oudere bewoners een perspectief wordt geboden op een prettige manier van ouder worden in een vertrouwdeomgeving. Of de stedenbouwkundige tekening van de enclave van Huize Patrimonium; weliswaar moesten mensen hiervoor verhuizen, maar het was dichtbij en het bood veiligheid in een verstedelijkende omgeving.
Het ontwerp gaf in deze voorbeelden het zicht op een betere toekomst met behoud van het goede van het bestaande. Utopie? Zeker niet. Het ontwerp als droom is in de transformatie van de bestaande stad cruciaal, omdat het altijd om maatwerk gaat, waarin voorbeelden van elders nooit zullen voldoen.
47
De voorbeelden daarvan in ons werk zijn talloos. Bijvoorbeeld de schets van het prototype voor de nieuwe woning- differentiatie voor Welschen 7 dat een woningaanbod voor de diverse huidige bevolking mogelijk maakt; bewoners herkennen het als hun wijk door handhaving van de woningblokken. Of, bescheidener, de per- spectieftekening van een nieuw lifttrappenhuis aan de Schuddebeursstraat, waarin vooral de talrijke oudere bewoners een perspectief wordt geboden op een prettige manier van ouder worden in een vertrouwdeomgeving. Of de stedenbouwkundige tekening van de enclave van Huize Patrimonium; weliswaar moesten mensen hiervoor verhuizen, maar het was dichtbij en het bood veiligheid in een verstedelijkende omgeving.
Het ontwerp gaf in deze voorbeelden het zicht op een betere toekomst met behoud van het goede van het bestaande. Utopie? Zeker niet. Het ontwerp als droom is in de transformatie van de bestaande stad cruciaal, omdat het altijd om maatwerk gaat, waarin voorbeelden van elders nooit zullen voldoen.
48
Reikwijdte van het ontwerp Hoe ziet ons ontwerp er binnen de verschillende stappen uit? Waar richt het ontwerp zich op? Van oor- sprong richt de architect zich in navolging van Vitruvius op gebruik (utilitas), degelijkheid of constructie (firmitas) en schoonheid (venustas). Wij hanteren vijf begrippen:
programma, plek, tijd, beeld en proces.
48
Reikwijdte van het ontwerp Hoe ziet ons ontwerp er binnen de verschillende stappen uit? Waar richt het ontwerp zich op? Van oor- sprong richt de architect zich in navolging van Vitruvius op gebruik (utilitas), degelijkheid of constructie (firmitas) en schoonheid (venustas). Wij hanteren vijf begrippen:
programma, plek, tijd, beeld en proces.
48
Reikwijdte van het ontwerp Hoe ziet ons ontwerp er binnen de verschillende stappen uit? Waar richt het ontwerp zich op? Van oor- sprong richt de architect zich in navolging van Vitruvius op gebruik (utilitas), degelijkheid of constructie (firmitas) en schoonheid (venustas). Wij hanteren vijf begrippen:
programma, plek, tijd, beeld en proces.
49
Het Vitruviaanse utilitas vertalen wij als programma, omdat dat zich beter laat begrijpen op meerdere schaalniveaus. Schoonheid wordt weerspiegeld in ons begrip beeld. De Vitruviaanse schoonheid heeft een sterke relatie met de functie van het gebouw dat in de onderscheiden orden tot uitdrukking kan worden gebracht. Ons begrip beeld borduurt daar op voort door terug te grijpen op de definitie van Van Tijen: architectuur is het tot uitdrukking brengen van de bouwopgave.
Met een Ionische, Dorische of Corinthische orde heeft dat natuurlijk niets meer te maken. Het begrip firmitas (constructie) is voor ons onderdeel van de plek en vormt daarom geen aparte categorie. Opvallend genoeg komt het begrip context niet voor in de drie-eenheid van de klassieke architectuur.
49
Het Vitruviaanse utilitas vertalen wij als programma, omdat dat zich beter laat begrijpen op meerdere schaalniveaus. Schoonheid wordt weerspiegeld in ons begrip beeld. De Vitruviaanse schoonheid heeft een sterke relatie met de functie van het gebouw dat in de onderscheiden orden tot uitdrukking kan worden gebracht. Ons begrip beeld borduurt daar op voort door terug te grijpen op de definitie van Van Tijen: architectuur is het tot uitdrukking brengen van de bouwopgave.
Met een Ionische, Dorische of Corinthische orde heeft dat natuurlijk niets meer te maken. Het begrip firmitas (constructie) is voor ons onderdeel van de plek en vormt daarom geen aparte categorie. Opvallend genoeg komt het begrip context niet voor in de drie-eenheid van de klassieke architectuur.
49
Het Vitruviaanse utilitas vertalen wij als programma, omdat dat zich beter laat begrijpen op meerdere schaalniveaus. Schoonheid wordt weerspiegeld in ons begrip beeld. De Vitruviaanse schoonheid heeft een sterke relatie met de functie van het gebouw dat in de onderscheiden orden tot uitdrukking kan worden gebracht. Ons begrip beeld borduurt daar op voort door terug te grijpen op de definitie van Van Tijen: architectuur is het tot uitdrukking brengen van de bouwopgave.
Met een Ionische, Dorische of Corinthische orde heeft dat natuurlijk niets meer te maken. Het begrip firmitas (constructie) is voor ons onderdeel van de plek en vormt daarom geen aparte categorie. Opvallend genoeg komt het begrip context niet voor in de drie-eenheid van de klassieke architectuur.
50
Het vinden van de juiste locatie is wel een thema, maar daarmee kunnen we in de stedelijke vernieuwing niet zo veel, omdat de locatie een gegeven is. Sinds de bouwopgave zich meer en meer richt op herontwikkeling van de bestaande stad, is de context dan ook als één van de bepalende ontwerpaspecten toegevoegd in het vocabulaire van de meeste architecten.
Wij gaan daarin ver. Wij denken dat het uiteindelijke ontwerp voor de transformatieopgave in de stedelijke vernieuwing vooral voortkomt uit de opgave zelf. Als een ontwerp pretendeert in te gaan op brede maat- schappelijke problematieken, zal het die breedte ook in zich moeten hebben. Niet alleen nemen wij de fysieke context mee als aspect in onze ontwerpbenadering, maar ook de sociale context en de historische context, respectievelijk vertaald tot plek, proces en tijd.
50
Het vinden van de juiste locatie is wel een thema, maar daarmee kunnen we in de stedelijke vernieuwing niet zo veel, omdat de locatie een gegeven is. Sinds de bouwopgave zich meer en meer richt op herontwikkeling van de bestaande stad, is de context dan ook als één van de bepalende ontwerpaspecten toegevoegd in het vocabulaire van de meeste architecten.
Wij gaan daarin ver. Wij denken dat het uiteindelijke ontwerp voor de transformatieopgave in de stedelijke vernieuwing vooral voortkomt uit de opgave zelf. Als een ontwerp pretendeert in te gaan op brede maat- schappelijke problematieken, zal het die breedte ook in zich moeten hebben. Niet alleen nemen wij de fysieke context mee als aspect in onze ontwerpbenadering, maar ook de sociale context en de historische context, respectievelijk vertaald tot plek, proces en tijd.
50
Het vinden van de juiste locatie is wel een thema, maar daarmee kunnen we in de stedelijke vernieuwing niet zo veel, omdat de locatie een gegeven is. Sinds de bouwopgave zich meer en meer richt op herontwikkeling van de bestaande stad, is de context dan ook als één van de bepalende ontwerpaspecten toegevoegd in het vocabulaire van de meeste architecten.
Wij gaan daarin ver. Wij denken dat het uiteindelijke ontwerp voor de transformatieopgave in de stedelijke vernieuwing vooral voortkomt uit de opgave zelf. Als een ontwerp pretendeert in te gaan op brede maat- schappelijke problematieken, zal het die breedte ook in zich moeten hebben. Niet alleen nemen wij de fysieke context mee als aspect in onze ontwerpbenadering, maar ook de sociale context en de historische context, respectievelijk vertaald tot plek, proces en tijd.
51
Functionele schaalgebonden elementen Ontwerpers onderscheiden verschillende schaalniveaus waarop het ontwerp functioneert. Het gaat er in onze praktijk om dat er verbinding tussen de niveaus wordt gelegd, ook met schaalniveaus die buiten de directe opgave liggen.
De schaalniveaus zijn gekoppeld aan partijen (huurder, eigenaar, verhuurder, gemeente, diensten, ondernemers, bedrijven, rijksoverheden) en kennen hun eigen geschreven en ongeschreven wetten. Wanneer een ontwerp zou worden gemaakt op één schaalniveau, zouden de verbanden tussen de partijen niet aan bod komen en daarmee zou een kwetsbaar ontwerp ontstaan.
51
Functionele schaalgebonden elementen Ontwerpers onderscheiden verschillende schaalniveaus waarop het ontwerp functioneert. Het gaat er in onze praktijk om dat er verbinding tussen de niveaus wordt gelegd, ook met schaalniveaus die buiten de directe opgave liggen.
De schaalniveaus zijn gekoppeld aan partijen (huurder, eigenaar, verhuurder, gemeente, diensten, ondernemers, bedrijven, rijksoverheden) en kennen hun eigen geschreven en ongeschreven wetten. Wanneer een ontwerp zou worden gemaakt op één schaalniveau, zouden de verbanden tussen de partijen niet aan bod komen en daarmee zou een kwetsbaar ontwerp ontstaan.
51
Functionele schaalgebonden elementen Ontwerpers onderscheiden verschillende schaalniveaus waarop het ontwerp functioneert. Het gaat er in onze praktijk om dat er verbinding tussen de niveaus wordt gelegd, ook met schaalniveaus die buiten de directe opgave liggen.
De schaalniveaus zijn gekoppeld aan partijen (huurder, eigenaar, verhuurder, gemeente, diensten, ondernemers, bedrijven, rijksoverheden) en kennen hun eigen geschreven en ongeschreven wetten. Wanneer een ontwerp zou worden gemaakt op één schaalniveau, zouden de verbanden tussen de partijen niet aan bod komen en daarmee zou een kwetsbaar ontwerp ontstaan.
52
Dit betekent voor een gebouw dat de situering, de ruimtelijke compositie, de overgang van straat naar gebouw, het ontslui- tingssysteem zoals de portieken, liften en galerijen, de woningtypen, de installaties, de constructie en de opbouw van de schil worden onderzocht.
Omdat een interventie in de stad niet alleen betrekking heeft op gebouwen maar ook op gebruikers, is het verstandig de schaalgebonden functionele elementen zo te kiezen dat het onderdelen worden die gebruikers ook als zodanig ervaren.
52
Dit betekent voor een gebouw dat de situering, de ruimtelijke compositie, de overgang van straat naar gebouw, het ontslui- tingssysteem zoals de portieken, liften en galerijen, de woningtypen, de installaties, de constructie en de opbouw van de schil worden onderzocht.
Omdat een interventie in de stad niet alleen betrekking heeft op gebouwen maar ook op gebruikers, is het verstandig de schaalgebonden functionele elementen zo te kiezen dat het onderdelen worden die gebruikers ook als zodanig ervaren.
52
Dit betekent voor een gebouw dat de situering, de ruimtelijke compositie, de overgang van straat naar gebouw, het ontslui- tingssysteem zoals de portieken, liften en galerijen, de woningtypen, de installaties, de constructie en de opbouw van de schil worden onderzocht.
Omdat een interventie in de stad niet alleen betrekking heeft op gebouwen maar ook op gebruikers, is het verstandig de schaalgebonden functionele elementen zo te kiezen dat het onderdelen worden die gebruikers ook als zodanig ervaren.
53
Zoals Christopher Alexander dat doet in Houses Generated by Patterns. Zo wordt het eenvoudig de probleemanalyse te richten op gebruikers en de culturele context. En daarmee wordt de besluitvorming rond dit soort thema’s dominanter gemaakt. Voor architectenbureaus is het heel gebruikelijk om het werk te verdelen met behulp van deze schaalgebonden kennisgebieden.
Dit heeft te maken met specialisaties binnen het bureau. Binnen een school of architectenbureau kunnen deze studies worden geperfectioneerd. Een mooi voorbeeld van een ontwerponderdeel dat op verschillende schaalniveaus functioneert, is de poort van Complex 50
53
Zoals Christopher Alexander dat doet in Houses Generated by Patterns. Zo wordt het eenvoudig de probleemanalyse te richten op gebruikers en de culturele context. En daarmee wordt de besluitvorming rond dit soort thema’s dominanter gemaakt. Voor architectenbureaus is het heel gebruikelijk om het werk te verdelen met behulp van deze schaalgebonden kennisgebieden.
Dit heeft te maken met specialisaties binnen het bureau. Binnen een school of architectenbureau kunnen deze studies worden geperfectioneerd. Een mooi voorbeeld van een ontwerponderdeel dat op verschillende schaalniveaus functioneert, is de poort van Complex 50
53
Zoals Christopher Alexander dat doet in Houses Generated by Patterns. Zo wordt het eenvoudig de probleemanalyse te richten op gebruikers en de culturele context. En daarmee wordt de besluitvorming rond dit soort thema’s dominanter gemaakt. Voor architectenbureaus is het heel gebruikelijk om het werk te verdelen met behulp van deze schaalgebonden kennisgebieden.
Dit heeft te maken met specialisaties binnen het bureau. Binnen een school of architectenbureau kunnen deze studies worden geperfectioneerd. Een mooi voorbeeld van een ontwerponderdeel dat op verschillende schaalniveaus functioneert, is de poort van Complex 50
54
Op stadsdeelniveau koppelt de poort de hoofdstructuur aan de velden. Op het niveau van de buurt of complex geeft de poort direct toegang tot het nieuwe park. Op gebouwniveau splitst de poort het grote gebouw in organisatorische eenheden en regelt de ontsluiting van de nieuwe galerij-ontsloten woningen in de tussen- en bovenbouw.
Op detailniveau wordt de poort opgeno- men in het gevelraster van kolommen. Op alle schaalniveaus wordt invulling gegeven aan de vijf ontwerpaspecten. Schaalniveaus en aspecten vormen een matrix aan de hand waarvan een ontwerp zich kan laten definiëren.
54
Op stadsdeelniveau koppelt de poort de hoofdstructuur aan de velden. Op het niveau van de buurt of complex geeft de poort direct toegang tot het nieuwe park. Op gebouwniveau splitst de poort het grote gebouw in organisatorische eenheden en regelt de ontsluiting van de nieuwe galerij-ontsloten woningen in de tussen- en bovenbouw.
Op detailniveau wordt de poort opgeno- men in het gevelraster van kolommen. Op alle schaalniveaus wordt invulling gegeven aan de vijf ontwerpaspecten. Schaalniveaus en aspecten vormen een matrix aan de hand waarvan een ontwerp zich kan laten definiëren.
54
Op stadsdeelniveau koppelt de poort de hoofdstructuur aan de velden. Op het niveau van de buurt of complex geeft de poort direct toegang tot het nieuwe park. Op gebouwniveau splitst de poort het grote gebouw in organisatorische eenheden en regelt de ontsluiting van de nieuwe galerij-ontsloten woningen in de tussen- en bovenbouw.
Op detailniveau wordt de poort opgeno- men in het gevelraster van kolommen. Op alle schaalniveaus wordt invulling gegeven aan de vijf ontwerpaspecten. Schaalniveaus en aspecten vormen een matrix aan de hand waarvan een ontwerp zich kan laten definiëren.
55
Ontwerp en programma: het bepalen van de opgave Programma staat voor het antwoord op de vraag op wie de vernieuwing zich richt en doelt op het gebruik van alle onderdelen van de opgave op de verschillende schaalniveaus, van woningdifferentiatie tot het bedieningsgemak van een raamkozijn.
In een hiërarchisch geordend ontwerpproces zien opdrachtgevers het ontwerp als een verdere uitwerking van het programma. Het programma vormt samen met het budget de neerslag van de doelen die de opdrachtgever zichzelf heeft gesteld en wordt gebruikt als direct sturingsmiddel.
55
Ontwerp en programma: het bepalen van de opgave Programma staat voor het antwoord op de vraag op wie de vernieuwing zich richt en doelt op het gebruik van alle onderdelen van de opgave op de verschillende schaalniveaus, van woningdifferentiatie tot het bedieningsgemak van een raamkozijn.
In een hiërarchisch geordend ontwerpproces zien opdrachtgevers het ontwerp als een verdere uitwerking van het programma. Het programma vormt samen met het budget de neerslag van de doelen die de opdrachtgever zichzelf heeft gesteld en wordt gebruikt als direct sturingsmiddel.
55
Ontwerp en programma: het bepalen van de opgave Programma staat voor het antwoord op de vraag op wie de vernieuwing zich richt en doelt op het gebruik van alle onderdelen van de opgave op de verschillende schaalniveaus, van woningdifferentiatie tot het bedieningsgemak van een raamkozijn.
In een hiërarchisch geordend ontwerpproces zien opdrachtgevers het ontwerp als een verdere uitwerking van het programma. Het programma vormt samen met het budget de neerslag van de doelen die de opdrachtgever zichzelf heeft gesteld en wordt gebruikt als direct sturingsmiddel.
56
De achter het programma liggende doelen worden bij de uitwerking niet meer ter discussie gesteld; die zijn van bovenaf gegeven. In zulke situaties kan er echter veel mis gaan, want in de opdracht ontbreekt veel kennis van de plek, de ge- schiedenis daarvan, de wooncultuur en gegroeide sociale netwerken. Goede voorbeelden van dergelijke situaties hebben wij niet in onze praktijk, vanwege het simpele feit dat wij daar nooit bij betrokken worden.
Wel krijgen we soms te maken met het resultaat van een dergelijk hiërarchisch geordend proces. In Rotterdam-Kleinpolder wil de eigenaar sloop en nieuwbouw van het complex Welschen 7. Bewoners zien in dat de nieuwbouw niet voor hen bestemd is en gaan niet akkoord. Uiteindelijk wordt op basis van ons ontwerp- onderzoek naar mogelijkheden een ander vernieuwingsprogramma vastgesteld, dat een synthese is van situatie en gewenst programma.
56
De achter het programma liggende doelen worden bij de uitwerking niet meer ter discussie gesteld; die zijn van bovenaf gegeven. In zulke situaties kan er echter veel mis gaan, want in de opdracht ontbreekt veel kennis van de plek, de ge- schiedenis daarvan, de wooncultuur en gegroeide sociale netwerken. Goede voorbeelden van dergelijke situaties hebben wij niet in onze praktijk, vanwege het simpele feit dat wij daar nooit bij betrokken worden.
Wel krijgen we soms te maken met het resultaat van een dergelijk hiërarchisch geordend proces. In Rotterdam-Kleinpolder wil de eigenaar sloop en nieuwbouw van het complex Welschen 7. Bewoners zien in dat de nieuwbouw niet voor hen bestemd is en gaan niet akkoord. Uiteindelijk wordt op basis van ons ontwerp- onderzoek naar mogelijkheden een ander vernieuwingsprogramma vastgesteld, dat een synthese is van situatie en gewenst programma.
56
De achter het programma liggende doelen worden bij de uitwerking niet meer ter discussie gesteld; die zijn van bovenaf gegeven. In zulke situaties kan er echter veel mis gaan, want in de opdracht ontbreekt veel kennis van de plek, de ge- schiedenis daarvan, de wooncultuur en gegroeide sociale netwerken. Goede voorbeelden van dergelijke situaties hebben wij niet in onze praktijk, vanwege het simpele feit dat wij daar nooit bij betrokken worden.
Wel krijgen we soms te maken met het resultaat van een dergelijk hiërarchisch geordend proces. In Rotterdam-Kleinpolder wil de eigenaar sloop en nieuwbouw van het complex Welschen 7. Bewoners zien in dat de nieuwbouw niet voor hen bestemd is en gaan niet akkoord. Uiteindelijk wordt op basis van ons ontwerp- onderzoek naar mogelijkheden een ander vernieuwingsprogramma vastgesteld, dat een synthese is van situatie en gewenst programma.
57
In een behoedzame vernieuwingsstrategie is het noodzakelijk door middel van het ontwerp inzicht te geven in de kwaliteiten en toekomstmogelijkheden van het bestaande en om meerdere varianten te schetsen om te toetsen welke doelgroepen en leefstijlen zijn te ontwikkelen in het gebied.Op deze wijze kunnen we als ontwerper een bijdrage leveren aan maatschappelijke vraagstukken. Giancarlo de Carlo zegt daarover:
‘architectuur is te belangrijk om aan architecten over te laten.’ De ontwerpactiviteiten moeten niet worden verklaard vanuit de persoon van de ontwerper maar vanuit het object, of juister het proces, dat ontworpen wordt. Hij vindt een gebouw geen architectuur maar een verzameling wanden en vloeren, holten en ruimten en materialen die de omtrek vormen van een potentie voor de gemeenschap waarvoor ze werd voorzien. Het primaat van het ontwerpproces ligt bij het actuele gebruik, bij maatschappelijke behoeften. Ontwerpen is een lange zoektocht vol valkuilen.
57
In een behoedzame vernieuwingsstrategie is het noodzakelijk door middel van het ontwerp inzicht te geven in de kwaliteiten en toekomstmogelijkheden van het bestaande en om meerdere varianten te schetsen om te toetsen welke doelgroepen en leefstijlen zijn te ontwikkelen in het gebied.Op deze wijze kunnen we als ontwerper een bijdrage leveren aan maatschappelijke vraagstukken. Giancarlo de Carlo zegt daarover:
‘architectuur is te belangrijk om aan architecten over te laten.’ De ontwerpactiviteiten moeten niet worden verklaard vanuit de persoon van de ontwerper maar vanuit het object, of juister het proces, dat ontworpen wordt. Hij vindt een gebouw geen architectuur maar een verzameling wanden en vloeren, holten en ruimten en materialen die de omtrek vormen van een potentie voor de gemeenschap waarvoor ze werd voorzien. Het primaat van het ontwerpproces ligt bij het actuele gebruik, bij maatschappelijke behoeften. Ontwerpen is een lange zoektocht vol valkuilen.
57
In een behoedzame vernieuwingsstrategie is het noodzakelijk door middel van het ontwerp inzicht te geven in de kwaliteiten en toekomstmogelijkheden van het bestaande en om meerdere varianten te schetsen om te toetsen welke doelgroepen en leefstijlen zijn te ontwikkelen in het gebied.Op deze wijze kunnen we als ontwerper een bijdrage leveren aan maatschappelijke vraagstukken. Giancarlo de Carlo zegt daarover:
‘architectuur is te belangrijk om aan architecten over te laten.’ De ontwerpactiviteiten moeten niet worden verklaard vanuit de persoon van de ontwerper maar vanuit het object, of juister het proces, dat ontworpen wordt. Hij vindt een gebouw geen architectuur maar een verzameling wanden en vloeren, holten en ruimten en materialen die de omtrek vormen van een potentie voor de gemeenschap waarvoor ze werd voorzien. Het primaat van het ontwerpproces ligt bij het actuele gebruik, bij maatschappelijke behoeften. Ontwerpen is een lange zoektocht vol valkuilen.
58
In deel III van genoemd boek zijn dragers benoemd en verbeeld zonder dat we daarbij ingaan op het achterliggende proces. Ze laten het resultaat zien van vaak lange processen. In de gebouwde resultaten van al deze projecten is niet direct een overeenkomst te ontdekken. De verschillen tussen interventies in vooroor- logse, vroeg-naoorlogse en laat-naoorlogse gebieden zijn groot.
De rode draad zien we in de benaderings- wijze en in de manier van werken aan de uiteenlopende opgaven. Dat maken we in de volgende twee hoofdstukken duidelijk.
59
Ontwerpproces Transformatie is een specifieke benadering van de stedelijke vernieuwing. Cruciaal voor de ontwerpopgave binnen de transformatie is de zoektocht naar oplossingen voor maatschappelijke problematieken. Om die zoektocht te kunnen doen is een aantal stappen in het ontwerpproces nodig. Binnen die stappen verandert de functie van het ontwerp steeds.
In deel II hebben we drie projecten beschreven volgens een vast stramien. Dit stramien bestaat uit zes stappen die we in elk project doorlopen. In de eerste stap beschrijven we de situatie die geleid heeft tot een vraag aan ons bureau en hoe wij die vraag omzetten in een ontwerpopgave. De opdracht is gegeven, maar waar staat die voor? Indien doelen, prioriteiten onduidelijk zijn en de grenzen vaag, gaan we het probleem verbreden en herdefiniëren.
60
. De tweede stap is het onderzoek naar mogelijkheden. Door de ontwer- pomgeving te bekijken proberen we een beeld te krijgen van de ontwerpopgave, te benoemen welke as- pecten dominant zijn en geven we structuur aan het te maken ontwerp.
We zetten verschillende opties, ontwikkeld vanuit programma, context of eigen fascinatie naast elkaar.
61
De derde stap is dan de formulering van een concept van aanpak. Dit is een fase van convergentie.
. Aan de hand van het eerste concept worden suboplossingen beschreven en gecombineerd in alternatieve ontwerpen die kunnen worden getoetst aan de hand van de opdracht, inclusief het voortschrijdend inzicht dat de zoektocht heeft opgeleverd.
62
Pas in de vierde stap komen we toe aan het benoemen van het ontwerp in al zijn breedte en details.
De vijfde stap is de uitvoering van het werk, waarin de bewaking van concept en ontwerp centraal staan. In renovatieprojecten is deze fase van groter belang voor het eindresultaat dan bij nieuwbouw. Immers, tijdens de uitvoe- ring komen er altijd weer onverwachte dingen ‘achter het behang vandaan’.
63
De laatste en zesde stap is een terugblik op het resultaat met de betrokkenen: wat was het doel van het project?
wat was het doel van het project? Hebben we dat gehaald? Hoe was de procesgang daar naar toe? Wat kan er beter?
64
De eerste drie stappen gaan vooraf aan het traditionele ontwerpwerk. En dat is niet voor niets. In een situ- atie van een nog onbekend huwelijk tussen situatie en programma zijn standaardoplossingen niet voorhan- den en zouden een slag in de pap zijn met onbekend resultaat tot gevolg.
Het vinden van antwoorden op complexe maatschappelijke problematieken is niet alleen een kwestie van een mooi ontwerp maken. Het vereist een fundamentele manier van vragen stellen ten aanzien van situatie, opgave en oplossingsconcept.
65
In het geval van een maatschappelijk breed aanvaarde strategie kunnen we sneller door de eerste stappen heen. In dat geval kunnen we direct met het gewone werk beginnen, het benoemen van suboplossingen en ontwikkelen van alternatieven die kunnen worden getoetst. Het doorlopen van deze stappen in een of andere vorm is geen uitvinding van ons.
Al in de jaren zestig definieerde J. Christopher Jones deze benadering bij de ontwerpaanpak van grote maatschappelijke opgaven. Het belang zit volgens hem vooral in de erken- ning dat ontwerpen in de bestaande stad, vooral in moeizaam functionerende delen, draait om het vinden van antwoorden op brede maatschappelijke opgaven. En dat begint niet bij het vormgeven van een gebouw, maar bij het bevragen van de opgave.
66
Een voorbeeld van zo’n vraag is hoe we in op drift geraakte delen van de stad kunnen voorkomen dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan in plaats van naast elkaar:
rijkere bewoners van de nieuwbouw tegenover armere in de oudbouw van Katendrecht, Osdorp en Bijlmermeer. Welke bijdragen kunnen situatie, programma, concept en ontwerp leveren aan een antwoord op deze vraag? Het opvallende is dat het in dat opzicht niets uitmaakt of we in de vooroorlogse stad, in de vroeg-naoorlogse of de laat-naoorlogse stad werken. De benadering van de opgave is precies dezelfde, maar de stedenbouwkundige en architectonische morfologie en dus ook de concepten en resultaten zijn compleet anders.
67
Functie van het ontwerp Binnen de verschillende stappen is de functie van het ontwerp steeds weer anders. Stap 4 en 5 behelzen de traditionele functie van het ontwerp als document van uitvoering:
het vervaardigen van tekst en tekeningen, zodat eenduidige afspraken met een bouwer gemaakt kunnen worden. Architecten die uitsluitend denken in deze categorie zijn ongeschikt voor de stedelijke vernieuwing anno nu. Opdrachtgevers die archi- tecten alleen maar willen inzetten voor het ontwerp als uitvoeringsdocument zijn niet onze favoriete opdrachtgevers.
68
In stap 1 en 2 heeft het ontwerp vooral een functie om een droom of de verleiding te formuleren. Het ont- werp als droom maakt het onmogelijke mogelijk door het zichtbaar te maken. In het verleden hebben we deze functie van het ontwerp ook wel eens utopisch genoemd.
Maar het gaat er juist om dat de dromen werkelijkheid kunnen worden en zich niet in een Nergensland bevinden. In de context van de stedelijke vernieuwing laat het ontwerp als droom een synthese zien tussen het bestaande en het nieuwe.
69
De voorbeelden daarvan in ons werk zijn talloos. Bijvoorbeeld de schets van het prototype voor de nieuwe woning- differentiatie voor Welschen 7 dat een woningaanbod voor de diverse huidige bevolking mogelijk maakt; bewoners herkennen het als hun wijk door handhaving van de woningblokken. Of, bescheidener, de per- spectieftekening van een nieuw lifttrappenhuis aan de Schuddebeursstraat, waarin vooral de talrijke oudere bewoners een perspectief wordt geboden op een prettige manier van ouder worden in een vertrouwdeomgeving. Of de stedenbouwkundige tekening van de enclave van Huize Patrimonium; weliswaar moesten mensen hiervoor verhuizen, maar het was dichtbij en het bood veiligheid in een verstedelijkende omgeving.
Het ontwerp gaf in deze voorbeelden het zicht op een betere toekomst met behoud van het goede van het bestaande. Utopie? Zeker niet. Het ontwerp als droom is in de transformatie van de bestaande stad cruciaal, omdat het altijd om maatwerk gaat, waarin voorbeelden van elders nooit zullen voldoen.
70
Reikwijdte van het ontwerp Hoe ziet ons ontwerp er binnen de verschillende stappen uit? Waar richt het ontwerp zich op? Van oor- sprong richt de architect zich in navolging van Vitruvius op gebruik (utilitas), degelijkheid of constructie (firmitas) en schoonheid (venustas). Wij hanteren vijf begrippen:
programma, plek, tijd, beeld en proces.
71
Het Vitruviaanse utilitas vertalen wij als programma, omdat dat zich beter laat begrijpen op meerdere schaalniveaus. Schoonheid wordt weerspiegeld in ons begrip beeld. De Vitruviaanse schoonheid heeft een sterke relatie met de functie van het gebouw dat in de onderscheiden orden tot uitdrukking kan worden gebracht. Ons begrip beeld borduurt daar op voort door terug te grijpen op de definitie van Van Tijen: architectuur is het tot uitdrukking brengen van de bouwopgave.
Met een Ionische, Dorische of Corinthische orde heeft dat natuurlijk niets meer te maken. Het begrip firmitas (constructie) is voor ons onderdeel van de plek en vormt daarom geen aparte categorie. Opvallend genoeg komt het begrip context niet voor in de drie-eenheid van de klassieke architectuur.
72
Het vinden van de juiste locatie is wel een thema, maar daarmee kunnen we in de stedelijke vernieuwing niet zo veel, omdat de locatie een gegeven is. Sinds de bouwopgave zich meer en meer richt op herontwikkeling van de bestaande stad, is de context dan ook als één van de bepalende ontwerpaspecten toegevoegd in het vocabulaire van de meeste architecten.
Wij gaan daarin ver. Wij denken dat het uiteindelijke ontwerp voor de transformatieopgave in de stedelijke vernieuwing vooral voortkomt uit de opgave zelf. Als een ontwerp pretendeert in te gaan op brede maat- schappelijke problematieken, zal het die breedte ook in zich moeten hebben. Niet alleen nemen wij de fysieke context mee als aspect in onze ontwerpbenadering, maar ook de sociale context en de historische context, respectievelijk vertaald tot plek, proces en tijd.
73
Functionele schaalgebonden elementen Ontwerpers onderscheiden verschillende schaalniveaus waarop het ontwerp functioneert. Het gaat er in onze praktijk om dat er verbinding tussen de niveaus wordt gelegd, ook met schaalniveaus die buiten de directe opgave liggen.
De schaalniveaus zijn gekoppeld aan partijen (huurder, eigenaar, verhuurder, gemeente, diensten, ondernemers, bedrijven, rijksoverheden) en kennen hun eigen geschreven en ongeschreven wetten. Wanneer een ontwerp zou worden gemaakt op één schaalniveau, zouden de verbanden tussen de partijen niet aan bod komen en daarmee zou een kwetsbaar ontwerp ontstaan.
74
Dit betekent voor een gebouw dat de situering, de ruimtelijke compositie, de overgang van straat naar gebouw, het ontslui- tingssysteem zoals de portieken, liften en galerijen, de woningtypen, de installaties, de constructie en de opbouw van de schil worden onderzocht.
Omdat een interventie in de stad niet alleen betrekking heeft op gebouwen maar ook op gebruikers, is het verstandig de schaalgebonden functionele elementen zo te kiezen dat het onderdelen worden die gebruikers ook als zodanig ervaren.
75
Zoals Christopher Alexander dat doet in Houses Generated by Patterns. Zo wordt het eenvoudig de probleemanalyse te richten op gebruikers en de culturele context. En daarmee wordt de besluitvorming rond dit soort thema’s dominanter gemaakt. Voor architectenbureaus is het heel gebruikelijk om het werk te verdelen met behulp van deze schaalgebonden kennisgebieden.
Dit heeft te maken met specialisaties binnen het bureau. Binnen een school of architectenbureau kunnen deze studies worden geperfectioneerd. Een mooi voorbeeld van een ontwerponderdeel dat op verschillende schaalniveaus functioneert, is de poort van Complex 50
76
Op stadsdeelniveau koppelt de poort de hoofdstructuur aan de velden. Op het niveau van de buurt of complex geeft de poort direct toegang tot het nieuwe park. Op gebouwniveau splitst de poort het grote gebouw in organisatorische eenheden en regelt de ontsluiting van de nieuwe galerij-ontsloten woningen in de tussen- en bovenbouw.
Op detailniveau wordt de poort opgeno- men in het gevelraster van kolommen. Op alle schaalniveaus wordt invulling gegeven aan de vijf ontwerpaspecten. Schaalniveaus en aspecten vormen een matrix aan de hand waarvan een ontwerp zich kan laten definiëren.
77
Ontwerp en programma: het bepalen van de opgave Programma staat voor het antwoord op de vraag op wie de vernieuwing zich richt en doelt op het gebruik van alle onderdelen van de opgave op de verschillende schaalniveaus, van woningdifferentiatie tot het bedieningsgemak van een raamkozijn.
In een hiërarchisch geordend ontwerpproces zien opdrachtgevers het ontwerp als een verdere uitwerking van het programma. Het programma vormt samen met het budget de neerslag van de doelen die de opdrachtgever zichzelf heeft gesteld en wordt gebruikt als direct sturingsmiddel.
78
De achter het programma liggende doelen worden bij de uitwerking niet meer ter discussie gesteld; die zijn van bovenaf gegeven. In zulke situaties kan er echter veel mis gaan, want in de opdracht ontbreekt veel kennis van de plek, de ge- schiedenis daarvan, de wooncultuur en gegroeide sociale netwerken. Goede voorbeelden van dergelijke situaties hebben wij niet in onze praktijk, vanwege het simpele feit dat wij daar nooit bij betrokken worden.
Wel krijgen we soms te maken met het resultaat van een dergelijk hiërarchisch geordend proces. In Rotterdam-Kleinpolder wil de eigenaar sloop en nieuwbouw van het complex Welschen 7. Bewoners zien in dat de nieuwbouw niet voor hen bestemd is en gaan niet akkoord. Uiteindelijk wordt op basis van ons ontwerp- onderzoek naar mogelijkheden een ander vernieuwingsprogramma vastgesteld, dat een synthese is van situatie en gewenst programma.
79
In een behoedzame vernieuwingsstrategie is het noodzakelijk door middel van het ontwerp inzicht te geven in de kwaliteiten en toekomstmogelijkheden van het bestaande en om meerdere varianten te schetsen om te toetsen welke doelgroepen en leefstijlen zijn te ontwikkelen in het gebied.Op deze wijze kunnen we als ontwerper een bijdrage leveren aan maatschappelijke vraagstukken. Giancarlo de Carlo zegt daarover:
‘architectuur is te belangrijk om aan architecten over te laten.’ De ontwerpactiviteiten moeten niet worden verklaard vanuit de persoon van de ontwerper maar vanuit het object, of juister het proces, dat ontworpen wordt. Hij vindt een gebouw geen architectuur maar een verzameling wanden en vloeren, holten en ruimten en materialen die de omtrek vormen van een potentie voor de gemeenschap waarvoor ze werd voorzien. Het primaat van het ontwerpproces ligt bij het actuele gebruik, bij maatschappelijke behoeften. Ontwerpen is een lange zoektocht vol valkuilen.
80
In deel III van genoemd boek zijn dragers benoemd en verbeeld zonder dat we daarbij ingaan op het achterliggende proces. Ze laten het resultaat zien van vaak lange processen. In de gebouwde resultaten van al deze projecten is niet direct een overeenkomst te ontdekken. De verschillen tussen interventies in vooroor- logse, vroeg-naoorlogse en laat-naoorlogse gebieden zijn groot.
De rode draad zien we in de benaderings- wijze en in de manier van werken aan de uiteenlopende opgaven. Dat maken we in de volgende twee hoofdstukken duidelijk.
80
In deel III van genoemd boek zijn dragers benoemd en verbeeld zonder dat we daarbij ingaan op het achterliggende proces. Ze laten het resultaat zien van vaak lange processen. In de gebouwde resultaten van al deze projecten is niet direct een overeenkomst te ontdekken. De verschillen tussen interventies in vooroor- logse, vroeg-naoorlogse en laat-naoorlogse gebieden zijn groot.
De rode draad zien we in de benaderings- wijze en in de manier van werken aan de uiteenlopende opgaven. Dat maken we in de volgende twee hoofdstukken duidelijk.
81
Ontwerpproces Transformatie is een specifieke benadering van de stedelijke vernieuwing. Cruciaal voor de ontwerpopgave binnen de transformatie is de zoektocht naar oplossingen voor maatschappelijke problematieken. Om die zoektocht te kunnen doen is een aantal stappen in het ontwerpproces nodig. Binnen die stappen verandert de functie van het ontwerp steeds.
In deel II hebben we drie projecten beschreven volgens een vast stramien. Dit stramien bestaat uit zes stappen die we in elk project doorlopen. In de eerste stap beschrijven we de situatie die geleid heeft tot een vraag aan ons bureau en hoe wij die vraag omzetten in een ontwerpopgave. De opdracht is gegeven, maar waar staat die voor? Indien doelen, prioriteiten onduidelijk zijn en de grenzen vaag, gaan we het probleem verbreden en herdefiniëren.
81
Ontwerpproces Transformatie is een specifieke benadering van de stedelijke vernieuwing. Cruciaal voor de ontwerpopgave binnen de transformatie is de zoektocht naar oplossingen voor maatschappelijke problematieken. Om die zoektocht te kunnen doen is een aantal stappen in het ontwerpproces nodig. Binnen die stappen verandert de functie van het ontwerp steeds.
In deel II hebben we drie projecten beschreven volgens een vast stramien. Dit stramien bestaat uit zes stappen die we in elk project doorlopen. In de eerste stap beschrijven we de situatie die geleid heeft tot een vraag aan ons bureau en hoe wij die vraag omzetten in een ontwerpopgave. De opdracht is gegeven, maar waar staat die voor? Indien doelen, prioriteiten onduidelijk zijn en de grenzen vaag, gaan we het probleem verbreden en herdefiniëren.
82
. De tweede stap is het onderzoek naar mogelijkheden. Door de ontwer- pomgeving te bekijken proberen we een beeld te krijgen van de ontwerpopgave, te benoemen welke as- pecten dominant zijn en geven we structuur aan het te maken ontwerp.
We zetten verschillende opties, ontwikkeld vanuit programma, context of eigen fascinatie naast elkaar.
82
. De tweede stap is het onderzoek naar mogelijkheden. Door de ontwer- pomgeving te bekijken proberen we een beeld te krijgen van de ontwerpopgave, te benoemen welke as- pecten dominant zijn en geven we structuur aan het te maken ontwerp.
We zetten verschillende opties, ontwikkeld vanuit programma, context of eigen fascinatie naast elkaar.
83
De derde stap is dan de formulering van een concept van aanpak. Dit is een fase van convergentie.
. Aan de hand van het eerste concept worden suboplossingen beschreven en gecombineerd in alternatieve ontwerpen die kunnen worden getoetst aan de hand van de opdracht, inclusief het voortschrijdend inzicht dat de zoektocht heeft opgeleverd.
83
De derde stap is dan de formulering van een concept van aanpak. Dit is een fase van convergentie.
. Aan de hand van het eerste concept worden suboplossingen beschreven en gecombineerd in alternatieve ontwerpen die kunnen worden getoetst aan de hand van de opdracht, inclusief het voortschrijdend inzicht dat de zoektocht heeft opgeleverd.
84
Pas in de vierde stap komen we toe aan het benoemen van het ontwerp in al zijn breedte en details.
De vijfde stap is de uitvoering van het werk, waarin de bewaking van concept en ontwerp centraal staan. In renovatieprojecten is deze fase van groter belang voor het eindresultaat dan bij nieuwbouw. Immers, tijdens de uitvoe- ring komen er altijd weer onverwachte dingen ‘achter het behang vandaan’.
84
Pas in de vierde stap komen we toe aan het benoemen van het ontwerp in al zijn breedte en details.
De vijfde stap is de uitvoering van het werk, waarin de bewaking van concept en ontwerp centraal staan. In renovatieprojecten is deze fase van groter belang voor het eindresultaat dan bij nieuwbouw. Immers, tijdens de uitvoe- ring komen er altijd weer onverwachte dingen ‘achter het behang vandaan’.
85
De laatste en zesde stap is een terugblik op het resultaat met de betrokkenen: wat was het doel van het project?
wat was het doel van het project? Hebben we dat gehaald? Hoe was de procesgang daar naar toe? Wat kan er beter?
85
De laatste en zesde stap is een terugblik op het resultaat met de betrokkenen: wat was het doel van het project?
wat was het doel van het project? Hebben we dat gehaald? Hoe was de procesgang daar naar toe? Wat kan er beter?
86
De eerste drie stappen gaan vooraf aan het traditionele ontwerpwerk. En dat is niet voor niets. In een situ- atie van een nog onbekend huwelijk tussen situatie en programma zijn standaardoplossingen niet voorhan- den en zouden een slag in de pap zijn met onbekend resultaat tot gevolg.
Het vinden van antwoorden op complexe maatschappelijke problematieken is niet alleen een kwestie van een mooi ontwerp maken. Het vereist een fundamentele manier van vragen stellen ten aanzien van situatie, opgave en oplossingsconcept.
86
De eerste drie stappen gaan vooraf aan het traditionele ontwerpwerk. En dat is niet voor niets. In een situ- atie van een nog onbekend huwelijk tussen situatie en programma zijn standaardoplossingen niet voorhan- den en zouden een slag in de pap zijn met onbekend resultaat tot gevolg.
Het vinden van antwoorden op complexe maatschappelijke problematieken is niet alleen een kwestie van een mooi ontwerp maken. Het vereist een fundamentele manier van vragen stellen ten aanzien van situatie, opgave en oplossingsconcept.
87
In het geval van een maatschappelijk breed aanvaarde strategie kunnen we sneller door de eerste stappen heen. In dat geval kunnen we direct met het gewone werk beginnen, het benoemen van suboplossingen en ontwikkelen van alternatieven die kunnen worden getoetst. Het doorlopen van deze stappen in een of andere vorm is geen uitvinding van ons.
Al in de jaren zestig definieerde J. Christopher Jones deze benadering bij de ontwerpaanpak van grote maatschappelijke opgaven. Het belang zit volgens hem vooral in de erken- ning dat ontwerpen in de bestaande stad, vooral in moeizaam functionerende delen, draait om het vinden van antwoorden op brede maatschappelijke opgaven. En dat begint niet bij het vormgeven van een gebouw, maar bij het bevragen van de opgave.
87
In het geval van een maatschappelijk breed aanvaarde strategie kunnen we sneller door de eerste stappen heen. In dat geval kunnen we direct met het gewone werk beginnen, het benoemen van suboplossingen en ontwikkelen van alternatieven die kunnen worden getoetst. Het doorlopen van deze stappen in een of andere vorm is geen uitvinding van ons.
Al in de jaren zestig definieerde J. Christopher Jones deze benadering bij de ontwerpaanpak van grote maatschappelijke opgaven. Het belang zit volgens hem vooral in de erken- ning dat ontwerpen in de bestaande stad, vooral in moeizaam functionerende delen, draait om het vinden van antwoorden op brede maatschappelijke opgaven. En dat begint niet bij het vormgeven van een gebouw, maar bij het bevragen van de opgave.
88
Een voorbeeld van zo’n vraag is hoe we in op drift geraakte delen van de stad kunnen voorkomen dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan in plaats van naast elkaar:
rijkere bewoners van de nieuwbouw tegenover armere in de oudbouw van Katendrecht, Osdorp en Bijlmermeer. Welke bijdragen kunnen situatie, programma, concept en ontwerp leveren aan een antwoord op deze vraag? Het opvallende is dat het in dat opzicht niets uitmaakt of we in de vooroorlogse stad, in de vroeg-naoorlogse of de laat-naoorlogse stad werken. De benadering van de opgave is precies dezelfde, maar de stedenbouwkundige en architectonische morfologie en dus ook de concepten en resultaten zijn compleet anders.
88
Een voorbeeld van zo’n vraag is hoe we in op drift geraakte delen van de stad kunnen voorkomen dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan in plaats van naast elkaar:
rijkere bewoners van de nieuwbouw tegenover armere in de oudbouw van Katendrecht, Osdorp en Bijlmermeer. Welke bijdragen kunnen situatie, programma, concept en ontwerp leveren aan een antwoord op deze vraag? Het opvallende is dat het in dat opzicht niets uitmaakt of we in de vooroorlogse stad, in de vroeg-naoorlogse of de laat-naoorlogse stad werken. De benadering van de opgave is precies dezelfde, maar de stedenbouwkundige en architectonische morfologie en dus ook de concepten en resultaten zijn compleet anders.
89
Functie van het ontwerp Binnen de verschillende stappen is de functie van het ontwerp steeds weer anders. Stap 4 en 5 behelzen de traditionele functie van het ontwerp als document van uitvoering:
het vervaardigen van tekst en tekeningen, zodat eenduidige afspraken met een bouwer gemaakt kunnen worden. Architecten die uitsluitend denken in deze categorie zijn ongeschikt voor de stedelijke vernieuwing anno nu. Opdrachtgevers die archi- tecten alleen maar willen inzetten voor het ontwerp als uitvoeringsdocument zijn niet onze favoriete opdrachtgevers.
89
Functie van het ontwerp Binnen de verschillende stappen is de functie van het ontwerp steeds weer anders. Stap 4 en 5 behelzen de traditionele functie van het ontwerp als document van uitvoering:
het vervaardigen van tekst en tekeningen, zodat eenduidige afspraken met een bouwer gemaakt kunnen worden. Architecten die uitsluitend denken in deze categorie zijn ongeschikt voor de stedelijke vernieuwing anno nu. Opdrachtgevers die archi- tecten alleen maar willen inzetten voor het ontwerp als uitvoeringsdocument zijn niet onze favoriete opdrachtgevers.
90
In stap 1 en 2 heeft het ontwerp vooral een functie om een droom of de verleiding te formuleren. Het ont- werp als droom maakt het onmogelijke mogelijk door het zichtbaar te maken. In het verleden hebben we deze functie van het ontwerp ook wel eens utopisch genoemd.
Maar het gaat er juist om dat de dromen werkelijkheid kunnen worden en zich niet in een Nergensland bevinden. In de context van de stedelijke vernieuwing laat het ontwerp als droom een synthese zien tussen het bestaande en het nieuwe.
90
In stap 1 en 2 heeft het ontwerp vooral een functie om een droom of de verleiding te formuleren. Het ont- werp als droom maakt het onmogelijke mogelijk door het zichtbaar te maken. In het verleden hebben we deze functie van het ontwerp ook wel eens utopisch genoemd.
Maar het gaat er juist om dat de dromen werkelijkheid kunnen worden en zich niet in een Nergensland bevinden. In de context van de stedelijke vernieuwing laat het ontwerp als droom een synthese zien tussen het bestaande en het nieuwe.
91
De voorbeelden daarvan in ons werk zijn talloos. Bijvoorbeeld de schets van het prototype voor de nieuwe woning- differentiatie voor Welschen 7 dat een woningaanbod voor de diverse huidige bevolking mogelijk maakt; bewoners herkennen het als hun wijk door handhaving van de woningblokken. Of, bescheidener, de per- spectieftekening van een nieuw lifttrappenhuis aan de Schuddebeursstraat, waarin vooral de talrijke oudere bewoners een perspectief wordt geboden op een prettige manier van ouder worden in een vertrouwdeomgeving. Of de stedenbouwkundige tekening van de enclave van Huize Patrimonium; weliswaar moesten mensen hiervoor verhuizen, maar het was dichtbij en het bood veiligheid in een verstedelijkende omgeving.
Het ontwerp gaf in deze voorbeelden het zicht op een betere toekomst met behoud van het goede van het bestaande. Utopie? Zeker niet. Het ontwerp als droom is in de transformatie van de bestaande stad cruciaal, omdat het altijd om maatwerk gaat, waarin voorbeelden van elders nooit zullen voldoen.
91
De voorbeelden daarvan in ons werk zijn talloos. Bijvoorbeeld de schets van het prototype voor de nieuwe woning- differentiatie voor Welschen 7 dat een woningaanbod voor de diverse huidige bevolking mogelijk maakt; bewoners herkennen het als hun wijk door handhaving van de woningblokken. Of, bescheidener, de per- spectieftekening van een nieuw lifttrappenhuis aan de Schuddebeursstraat, waarin vooral de talrijke oudere bewoners een perspectief wordt geboden op een prettige manier van ouder worden in een vertrouwdeomgeving. Of de stedenbouwkundige tekening van de enclave van Huize Patrimonium; weliswaar moesten mensen hiervoor verhuizen, maar het was dichtbij en het bood veiligheid in een verstedelijkende omgeving.
Het ontwerp gaf in deze voorbeelden het zicht op een betere toekomst met behoud van het goede van het bestaande. Utopie? Zeker niet. Het ontwerp als droom is in de transformatie van de bestaande stad cruciaal, omdat het altijd om maatwerk gaat, waarin voorbeelden van elders nooit zullen voldoen.
92
Reikwijdte van het ontwerp Hoe ziet ons ontwerp er binnen de verschillende stappen uit? Waar richt het ontwerp zich op? Van oor- sprong richt de architect zich in navolging van Vitruvius op gebruik (utilitas), degelijkheid of constructie (firmitas) en schoonheid (venustas). Wij hanteren vijf begrippen:
programma, plek, tijd, beeld en proces.
92
Reikwijdte van het ontwerp Hoe ziet ons ontwerp er binnen de verschillende stappen uit? Waar richt het ontwerp zich op? Van oor- sprong richt de architect zich in navolging van Vitruvius op gebruik (utilitas), degelijkheid of constructie (firmitas) en schoonheid (venustas). Wij hanteren vijf begrippen:
programma, plek, tijd, beeld en proces.
93
Het Vitruviaanse utilitas vertalen wij als programma, omdat dat zich beter laat begrijpen op meerdere schaalniveaus. Schoonheid wordt weerspiegeld in ons begrip beeld. De Vitruviaanse schoonheid heeft een sterke relatie met de functie van het gebouw dat in de onderscheiden orden tot uitdrukking kan worden gebracht. Ons begrip beeld borduurt daar op voort door terug te grijpen op de definitie van Van Tijen: architectuur is het tot uitdrukking brengen van de bouwopgave.
Met een Ionische, Dorische of Corinthische orde heeft dat natuurlijk niets meer te maken. Het begrip firmitas (constructie) is voor ons onderdeel van de plek en vormt daarom geen aparte categorie. Opvallend genoeg komt het begrip context niet voor in de drie-eenheid van de klassieke architectuur.
93
Het Vitruviaanse utilitas vertalen wij als programma, omdat dat zich beter laat begrijpen op meerdere schaalniveaus. Schoonheid wordt weerspiegeld in ons begrip beeld. De Vitruviaanse schoonheid heeft een sterke relatie met de functie van het gebouw dat in de onderscheiden orden tot uitdrukking kan worden gebracht. Ons begrip beeld borduurt daar op voort door terug te grijpen op de definitie van Van Tijen: architectuur is het tot uitdrukking brengen van de bouwopgave.
Met een Ionische, Dorische of Corinthische orde heeft dat natuurlijk niets meer te maken. Het begrip firmitas (constructie) is voor ons onderdeel van de plek en vormt daarom geen aparte categorie. Opvallend genoeg komt het begrip context niet voor in de drie-eenheid van de klassieke architectuur.
94
Het vinden van de juiste locatie is wel een thema, maar daarmee kunnen we in de stedelijke vernieuwing niet zo veel, omdat de locatie een gegeven is. Sinds de bouwopgave zich meer en meer richt op herontwikkeling van de bestaande stad, is de context dan ook als één van de bepalende ontwerpaspecten toegevoegd in het vocabulaire van de meeste architecten.
Wij gaan daarin ver. Wij denken dat het uiteindelijke ontwerp voor de transformatieopgave in de stedelijke vernieuwing vooral voortkomt uit de opgave zelf. Als een ontwerp pretendeert in te gaan op brede maat- schappelijke problematieken, zal het die breedte ook in zich moeten hebben. Niet alleen nemen wij de fysieke context mee als aspect in onze ontwerpbenadering, maar ook de sociale context en de historische context, respectievelijk vertaald tot plek, proces en tijd.
94
Het vinden van de juiste locatie is wel een thema, maar daarmee kunnen we in de stedelijke vernieuwing niet zo veel, omdat de locatie een gegeven is. Sinds de bouwopgave zich meer en meer richt op herontwikkeling van de bestaande stad, is de context dan ook als één van de bepalende ontwerpaspecten toegevoegd in het vocabulaire van de meeste architecten.
Wij gaan daarin ver. Wij denken dat het uiteindelijke ontwerp voor de transformatieopgave in de stedelijke vernieuwing vooral voortkomt uit de opgave zelf. Als een ontwerp pretendeert in te gaan op brede maat- schappelijke problematieken, zal het die breedte ook in zich moeten hebben. Niet alleen nemen wij de fysieke context mee als aspect in onze ontwerpbenadering, maar ook de sociale context en de historische context, respectievelijk vertaald tot plek, proces en tijd.
95
Functionele schaalgebonden elementen Ontwerpers onderscheiden verschillende schaalniveaus waarop het ontwerp functioneert. Het gaat er in onze praktijk om dat er verbinding tussen de niveaus wordt gelegd, ook met schaalniveaus die buiten de directe opgave liggen.
De schaalniveaus zijn gekoppeld aan partijen (huurder, eigenaar, verhuurder, gemeente, diensten, ondernemers, bedrijven, rijksoverheden) en kennen hun eigen geschreven en ongeschreven wetten. Wanneer een ontwerp zou worden gemaakt op één schaalniveau, zouden de verbanden tussen de partijen niet aan bod komen en daarmee zou een kwetsbaar ontwerp ontstaan.
95
Functionele schaalgebonden elementen Ontwerpers onderscheiden verschillende schaalniveaus waarop het ontwerp functioneert. Het gaat er in onze praktijk om dat er verbinding tussen de niveaus wordt gelegd, ook met schaalniveaus die buiten de directe opgave liggen.
De schaalniveaus zijn gekoppeld aan partijen (huurder, eigenaar, verhuurder, gemeente, diensten, ondernemers, bedrijven, rijksoverheden) en kennen hun eigen geschreven en ongeschreven wetten. Wanneer een ontwerp zou worden gemaakt op één schaalniveau, zouden de verbanden tussen de partijen niet aan bod komen en daarmee zou een kwetsbaar ontwerp ontstaan.
96
Dit betekent voor een gebouw dat de situering, de ruimtelijke compositie, de overgang van straat naar gebouw, het ontslui- tingssysteem zoals de portieken, liften en galerijen, de woningtypen, de installaties, de constructie en de opbouw van de schil worden onderzocht.
Omdat een interventie in de stad niet alleen betrekking heeft op gebouwen maar ook op gebruikers, is het verstandig de schaalgebonden functionele elementen zo te kiezen dat het onderdelen worden die gebruikers ook als zodanig ervaren.
96
Dit betekent voor een gebouw dat de situering, de ruimtelijke compositie, de overgang van straat naar gebouw, het ontslui- tingssysteem zoals de portieken, liften en galerijen, de woningtypen, de installaties, de constructie en de opbouw van de schil worden onderzocht.
Omdat een interventie in de stad niet alleen betrekking heeft op gebouwen maar ook op gebruikers, is het verstandig de schaalgebonden functionele elementen zo te kiezen dat het onderdelen worden die gebruikers ook als zodanig ervaren.
97
Zoals Christopher Alexander dat doet in Houses Generated by Patterns. Zo wordt het eenvoudig de probleemanalyse te richten op gebruikers en de culturele context. En daarmee wordt de besluitvorming rond dit soort thema’s dominanter gemaakt. Voor architectenbureaus is het heel gebruikelijk om het werk te verdelen met behulp van deze schaalgebonden kennisgebieden.
Dit heeft te maken met specialisaties binnen het bureau. Binnen een school of architectenbureau kunnen deze studies worden geperfectioneerd. Een mooi voorbeeld van een ontwerponderdeel dat op verschillende schaalniveaus functioneert, is de poort van Complex 50
97
Zoals Christopher Alexander dat doet in Houses Generated by Patterns. Zo wordt het eenvoudig de probleemanalyse te richten op gebruikers en de culturele context. En daarmee wordt de besluitvorming rond dit soort thema’s dominanter gemaakt. Voor architectenbureaus is het heel gebruikelijk om het werk te verdelen met behulp van deze schaalgebonden kennisgebieden.
Dit heeft te maken met specialisaties binnen het bureau. Binnen een school of architectenbureau kunnen deze studies worden geperfectioneerd. Een mooi voorbeeld van een ontwerponderdeel dat op verschillende schaalniveaus functioneert, is de poort van Complex 50
98
Op stadsdeelniveau koppelt de poort de hoofdstructuur aan de velden. Op het niveau van de buurt of complex geeft de poort direct toegang tot het nieuwe park. Op gebouwniveau splitst de poort het grote gebouw in organisatorische eenheden en regelt de ontsluiting van de nieuwe galerij-ontsloten woningen in de tussen- en bovenbouw.
Op detailniveau wordt de poort opgeno- men in het gevelraster van kolommen. Op alle schaalniveaus wordt invulling gegeven aan de vijf ontwerpaspecten. Schaalniveaus en aspecten vormen een matrix aan de hand waarvan een ontwerp zich kan laten definiëren.
98
Op stadsdeelniveau koppelt de poort de hoofdstructuur aan de velden. Op het niveau van de buurt of complex geeft de poort direct toegang tot het nieuwe park. Op gebouwniveau splitst de poort het grote gebouw in organisatorische eenheden en regelt de ontsluiting van de nieuwe galerij-ontsloten woningen in de tussen- en bovenbouw.
Op detailniveau wordt de poort opgeno- men in het gevelraster van kolommen. Op alle schaalniveaus wordt invulling gegeven aan de vijf ontwerpaspecten. Schaalniveaus en aspecten vormen een matrix aan de hand waarvan een ontwerp zich kan laten definiëren.
99
Ontwerp en programma: het bepalen van de opgave Programma staat voor het antwoord op de vraag op wie de vernieuwing zich richt en doelt op het gebruik van alle onderdelen van de opgave op de verschillende schaalniveaus, van woningdifferentiatie tot het bedieningsgemak van een raamkozijn.
In een hiërarchisch geordend ontwerpproces zien opdrachtgevers het ontwerp als een verdere uitwerking van het programma. Het programma vormt samen met het budget de neerslag van de doelen die de opdrachtgever zichzelf heeft gesteld en wordt gebruikt als direct sturingsmiddel.
99
Ontwerp en programma: het bepalen van de opgave Programma staat voor het antwoord op de vraag op wie de vernieuwing zich richt en doelt op het gebruik van alle onderdelen van de opgave op de verschillende schaalniveaus, van woningdifferentiatie tot het bedieningsgemak van een raamkozijn.
In een hiërarchisch geordend ontwerpproces zien opdrachtgevers het ontwerp als een verdere uitwerking van het programma. Het programma vormt samen met het budget de neerslag van de doelen die de opdrachtgever zichzelf heeft gesteld en wordt gebruikt als direct sturingsmiddel.
100
De achter het programma liggende doelen worden bij de uitwerking niet meer ter discussie gesteld; die zijn van bovenaf gegeven. In zulke situaties kan er echter veel mis gaan, want in de opdracht ontbreekt veel kennis van de plek, de ge- schiedenis daarvan, de wooncultuur en gegroeide sociale netwerken. Goede voorbeelden van dergelijke situaties hebben wij niet in onze praktijk, vanwege het simpele feit dat wij daar nooit bij betrokken worden.
Wel krijgen we soms te maken met het resultaat van een dergelijk hiërarchisch geordend proces. In Rotterdam-Kleinpolder wil de eigenaar sloop en nieuwbouw van het complex Welschen 7. Bewoners zien in dat de nieuwbouw niet voor hen bestemd is en gaan niet akkoord. Uiteindelijk wordt op basis van ons ontwerp- onderzoek naar mogelijkheden een ander vernieuwingsprogramma vastgesteld, dat een synthese is van situatie en gewenst programma.
100
De achter het programma liggende doelen worden bij de uitwerking niet meer ter discussie gesteld; die zijn van bovenaf gegeven. In zulke situaties kan er echter veel mis gaan, want in de opdracht ontbreekt veel kennis van de plek, de ge- schiedenis daarvan, de wooncultuur en gegroeide sociale netwerken. Goede voorbeelden van dergelijke situaties hebben wij niet in onze praktijk, vanwege het simpele feit dat wij daar nooit bij betrokken worden.
Wel krijgen we soms te maken met het resultaat van een dergelijk hiërarchisch geordend proces. In Rotterdam-Kleinpolder wil de eigenaar sloop en nieuwbouw van het complex Welschen 7. Bewoners zien in dat de nieuwbouw niet voor hen bestemd is en gaan niet akkoord. Uiteindelijk wordt op basis van ons ontwerp- onderzoek naar mogelijkheden een ander vernieuwingsprogramma vastgesteld, dat een synthese is van situatie en gewenst programma.
101
In een behoedzame vernieuwingsstrategie is het noodzakelijk door middel van het ontwerp inzicht te geven in de kwaliteiten en toekomstmogelijkheden van het bestaande en om meerdere varianten te schetsen om te toetsen welke doelgroepen en leefstijlen zijn te ontwikkelen in het gebied.Op deze wijze kunnen we als ontwerper een bijdrage leveren aan maatschappelijke vraagstukken. Giancarlo de Carlo zegt daarover:
‘architectuur is te belangrijk om aan architecten over te laten.’ De ontwerpactiviteiten moeten niet worden verklaard vanuit de persoon van de ontwerper maar vanuit het object, of juister het proces, dat ontworpen wordt. Hij vindt een gebouw geen architectuur maar een verzameling wanden en vloeren, holten en ruimten en materialen die de omtrek vormen van een potentie voor de gemeenschap waarvoor ze werd voorzien. Het primaat van het ontwerpproces ligt bij het actuele gebruik, bij maatschappelijke behoeften. Ontwerpen is een lange zoektocht vol valkuilen.
101
In een behoedzame vernieuwingsstrategie is het noodzakelijk door middel van het ontwerp inzicht te geven in de kwaliteiten en toekomstmogelijkheden van het bestaande en om meerdere varianten te schetsen om te toetsen welke doelgroepen en leefstijlen zijn te ontwikkelen in het gebied.Op deze wijze kunnen we als ontwerper een bijdrage leveren aan maatschappelijke vraagstukken. Giancarlo de Carlo zegt daarover:
‘architectuur is te belangrijk om aan architecten over te laten.’ De ontwerpactiviteiten moeten niet worden verklaard vanuit de persoon van de ontwerper maar vanuit het object, of juister het proces, dat ontworpen wordt. Hij vindt een gebouw geen architectuur maar een verzameling wanden en vloeren, holten en ruimten en materialen die de omtrek vormen van een potentie voor de gemeenschap waarvoor ze werd voorzien. Het primaat van het ontwerpproces ligt bij het actuele gebruik, bij maatschappelijke behoeften. Ontwerpen is een lange zoektocht vol valkuilen.
102
In deel III van genoemd boek zijn dragers benoemd en verbeeld zonder dat we daarbij ingaan op het achterliggende proces. Ze laten het resultaat zien van vaak lange processen. In de gebouwde resultaten van al deze projecten is niet direct een overeenkomst te ontdekken. De verschillen tussen interventies in vooroor- logse, vroeg-naoorlogse en laat-naoorlogse gebieden zijn groot.
De rode draad zien we in de benaderings- wijze en in de manier van werken aan de uiteenlopende opgaven. Dat maken we in de volgende twee hoofdstukken duidelijk.
103
Ontwerpproces Transformatie is een specifieke benadering van de stedelijke vernieuwing. Cruciaal voor de ontwerpopgave binnen de transformatie is de zoektocht naar oplossingen voor maatschappelijke problematieken. Om die zoektocht te kunnen doen is een aantal stappen in het ontwerpproces nodig. Binnen die stappen verandert de functie van het ontwerp steeds.
In deel II hebben we drie projecten beschreven volgens een vast stramien. Dit stramien bestaat uit zes stappen die we in elk project doorlopen. In de eerste stap beschrijven we de situatie die geleid heeft tot een vraag aan ons bureau en hoe wij die vraag omzetten in een ontwerpopgave. De opdracht is gegeven, maar waar staat die voor? Indien doelen, prioriteiten onduidelijk zijn en de grenzen vaag, gaan we het probleem verbreden en herdefiniëren.
104
. De tweede stap is het onderzoek naar mogelijkheden. Door de ontwer- pomgeving te bekijken proberen we een beeld te krijgen van de ontwerpopgave, te benoemen welke as- pecten dominant zijn en geven we structuur aan het te maken ontwerp.
We zetten verschillende opties, ontwikkeld vanuit programma, context of eigen fascinatie naast elkaar.
105
De derde stap is dan de formulering van een concept van aanpak. Dit is een fase van convergentie.
. Aan de hand van het eerste concept worden suboplossingen beschreven en gecombineerd in alternatieve ontwerpen die kunnen worden getoetst aan de hand van de opdracht, inclusief het voortschrijdend inzicht dat de zoektocht heeft opgeleverd.
106
Pas in de vierde stap komen we toe aan het benoemen van het ontwerp in al zijn breedte en details.
De vijfde stap is de uitvoering van het werk, waarin de bewaking van concept en ontwerp centraal staan. In renovatieprojecten is deze fase van groter belang voor het eindresultaat dan bij nieuwbouw. Immers, tijdens de uitvoe- ring komen er altijd weer onverwachte dingen ‘achter het behang vandaan’.
107
De laatste en zesde stap is een terugblik op het resultaat met de betrokkenen: wat was het doel van het project?
wat was het doel van het project? Hebben we dat gehaald? Hoe was de procesgang daar naar toe? Wat kan er beter?
108
De eerste drie stappen gaan vooraf aan het traditionele ontwerpwerk. En dat is niet voor niets. In een situ- atie van een nog onbekend huwelijk tussen situatie en programma zijn standaardoplossingen niet voorhan- den en zouden een slag in de pap zijn met onbekend resultaat tot gevolg.
Het vinden van antwoorden op complexe maatschappelijke problematieken is niet alleen een kwestie van een mooi ontwerp maken. Het vereist een fundamentele manier van vragen stellen ten aanzien van situatie, opgave en oplossingsconcept.
109
In het geval van een maatschappelijk breed aanvaarde strategie kunnen we sneller door de eerste stappen heen. In dat geval kunnen we direct met het gewone werk beginnen, het benoemen van suboplossingen en ontwikkelen van alternatieven die kunnen worden getoetst. Het doorlopen van deze stappen in een of andere vorm is geen uitvinding van ons.
Al in de jaren zestig definieerde J. Christopher Jones deze benadering bij de ontwerpaanpak van grote maatschappelijke opgaven. Het belang zit volgens hem vooral in de erken- ning dat ontwerpen in de bestaande stad, vooral in moeizaam functionerende delen, draait om het vinden van antwoorden op brede maatschappelijke opgaven. En dat begint niet bij het vormgeven van een gebouw, maar bij het bevragen van de opgave.
110
Een voorbeeld van zo’n vraag is hoe we in op drift geraakte delen van de stad kunnen voorkomen dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan in plaats van naast elkaar:
rijkere bewoners van de nieuwbouw tegenover armere in de oudbouw van Katendrecht, Osdorp en Bijlmermeer. Welke bijdragen kunnen situatie, programma, concept en ontwerp leveren aan een antwoord op deze vraag? Het opvallende is dat het in dat opzicht niets uitmaakt of we in de vooroorlogse stad, in de vroeg-naoorlogse of de laat-naoorlogse stad werken. De benadering van de opgave is precies dezelfde, maar de stedenbouwkundige en architectonische morfologie en dus ook de concepten en resultaten zijn compleet anders.
111
Functie van het ontwerp Binnen de verschillende stappen is de functie van het ontwerp steeds weer anders. Stap 4 en 5 behelzen de traditionele functie van het ontwerp als document van uitvoering:
het vervaardigen van tekst en tekeningen, zodat eenduidige afspraken met een bouwer gemaakt kunnen worden. Architecten die uitsluitend denken in deze categorie zijn ongeschikt voor de stedelijke vernieuwing anno nu. Opdrachtgevers die archi- tecten alleen maar willen inzetten voor het ontwerp als uitvoeringsdocument zijn niet onze favoriete opdrachtgevers.
112
In stap 1 en 2 heeft het ontwerp vooral een functie om een droom of de verleiding te formuleren. Het ont- werp als droom maakt het onmogelijke mogelijk door het zichtbaar te maken. In het verleden hebben we deze functie van het ontwerp ook wel eens utopisch genoemd.
Maar het gaat er juist om dat de dromen werkelijkheid kunnen worden en zich niet in een Nergensland bevinden. In de context van de stedelijke vernieuwing laat het ontwerp als droom een synthese zien tussen het bestaande en het nieuwe.
113
De voorbeelden daarvan in ons werk zijn talloos. Bijvoorbeeld de schets van het prototype voor de nieuwe woning- differentiatie voor Welschen 7 dat een woningaanbod voor de diverse huidige bevolking mogelijk maakt; bewoners herkennen het als hun wijk door handhaving van de woningblokken. Of, bescheidener, de per- spectieftekening van een nieuw lifttrappenhuis aan de Schuddebeursstraat, waarin vooral de talrijke oudere bewoners een perspectief wordt geboden op een prettige manier van ouder worden in een vertrouwdeomgeving. Of de stedenbouwkundige tekening van de enclave van Huize Patrimonium; weliswaar moesten mensen hiervoor verhuizen, maar het was dichtbij en het bood veiligheid in een verstedelijkende omgeving.
Het ontwerp gaf in deze voorbeelden het zicht op een betere toekomst met behoud van het goede van het bestaande. Utopie? Zeker niet. Het ontwerp als droom is in de transformatie van de bestaande stad cruciaal, omdat het altijd om maatwerk gaat, waarin voorbeelden van elders nooit zullen voldoen.
114
Reikwijdte van het ontwerp Hoe ziet ons ontwerp er binnen de verschillende stappen uit? Waar richt het ontwerp zich op? Van oor- sprong richt de architect zich in navolging van Vitruvius op gebruik (utilitas), degelijkheid of constructie (firmitas) en schoonheid (venustas). Wij hanteren vijf begrippen:
programma, plek, tijd, beeld en proces.
115
Het Vitruviaanse utilitas vertalen wij als programma, omdat dat zich beter laat begrijpen op meerdere schaalniveaus. Schoonheid wordt weerspiegeld in ons begrip beeld. De Vitruviaanse schoonheid heeft een sterke relatie met de functie van het gebouw dat in de onderscheiden orden tot uitdrukking kan worden gebracht. Ons begrip beeld borduurt daar op voort door terug te grijpen op de definitie van Van Tijen: architectuur is het tot uitdrukking brengen van de bouwopgave.
Met een Ionische, Dorische of Corinthische orde heeft dat natuurlijk niets meer te maken. Het begrip firmitas (constructie) is voor ons onderdeel van de plek en vormt daarom geen aparte categorie. Opvallend genoeg komt het begrip context niet voor in de drie-eenheid van de klassieke architectuur.
116
Het vinden van de juiste locatie is wel een thema, maar daarmee kunnen we in de stedelijke vernieuwing niet zo veel, omdat de locatie een gegeven is. Sinds de bouwopgave zich meer en meer richt op herontwikkeling van de bestaande stad, is de context dan ook als één van de bepalende ontwerpaspecten toegevoegd in het vocabulaire van de meeste architecten.
Wij gaan daarin ver. Wij denken dat het uiteindelijke ontwerp voor de transformatieopgave in de stedelijke vernieuwing vooral voortkomt uit de opgave zelf. Als een ontwerp pretendeert in te gaan op brede maat- schappelijke problematieken, zal het die breedte ook in zich moeten hebben. Niet alleen nemen wij de fysieke context mee als aspect in onze ontwerpbenadering, maar ook de sociale context en de historische context, respectievelijk vertaald tot plek, proces en tijd.
117
Functionele schaalgebonden elementen Ontwerpers onderscheiden verschillende schaalniveaus waarop het ontwerp functioneert. Het gaat er in onze praktijk om dat er verbinding tussen de niveaus wordt gelegd, ook met schaalniveaus die buiten de directe opgave liggen.
De schaalniveaus zijn gekoppeld aan partijen (huurder, eigenaar, verhuurder, gemeente, diensten, ondernemers, bedrijven, rijksoverheden) en kennen hun eigen geschreven en ongeschreven wetten. Wanneer een ontwerp zou worden gemaakt op één schaalniveau, zouden de verbanden tussen de partijen niet aan bod komen en daarmee zou een kwetsbaar ontwerp ontstaan.
118
Dit betekent voor een gebouw dat de situering, de ruimtelijke compositie, de overgang van straat naar gebouw, het ontslui- tingssysteem zoals de portieken, liften en galerijen, de woningtypen, de installaties, de constructie en de opbouw van de schil worden onderzocht.
Omdat een interventie in de stad niet alleen betrekking heeft op gebouwen maar ook op gebruikers, is het verstandig de schaalgebonden functionele elementen zo te kiezen dat het onderdelen worden die gebruikers ook als zodanig ervaren.
119
Zoals Christopher Alexander dat doet in Houses Generated by Patterns. Zo wordt het eenvoudig de probleemanalyse te richten op gebruikers en de culturele context. En daarmee wordt de besluitvorming rond dit soort thema’s dominanter gemaakt. Voor architectenbureaus is het heel gebruikelijk om het werk te verdelen met behulp van deze schaalgebonden kennisgebieden.
Dit heeft te maken met specialisaties binnen het bureau. Binnen een school of architectenbureau kunnen deze studies worden geperfectioneerd. Een mooi voorbeeld van een ontwerponderdeel dat op verschillende schaalniveaus functioneert, is de poort van Complex 50
120
Op stadsdeelniveau koppelt de poort de hoofdstructuur aan de velden. Op het niveau van de buurt of complex geeft de poort direct toegang tot het nieuwe park. Op gebouwniveau splitst de poort het grote gebouw in organisatorische eenheden en regelt de ontsluiting van de nieuwe galerij-ontsloten woningen in de tussen- en bovenbouw.
Op detailniveau wordt de poort opgeno- men in het gevelraster van kolommen. Op alle schaalniveaus wordt invulling gegeven aan de vijf ontwerpaspecten. Schaalniveaus en aspecten vormen een matrix aan de hand waarvan een ontwerp zich kan laten definiëren.
121
Ontwerp en programma: het bepalen van de opgave Programma staat voor het antwoord op de vraag op wie de vernieuwing zich richt en doelt op het gebruik van alle onderdelen van de opgave op de verschillende schaalniveaus, van woningdifferentiatie tot het bedieningsgemak van een raamkozijn.
In een hiërarchisch geordend ontwerpproces zien opdrachtgevers het ontwerp als een verdere uitwerking van het programma. Het programma vormt samen met het budget de neerslag van de doelen die de opdrachtgever zichzelf heeft gesteld en wordt gebruikt als direct sturingsmiddel.
122
De achter het programma liggende doelen worden bij de uitwerking niet meer ter discussie gesteld; die zijn van bovenaf gegeven. In zulke situaties kan er echter veel mis gaan, want in de opdracht ontbreekt veel kennis van de plek, de ge- schiedenis daarvan, de wooncultuur en gegroeide sociale netwerken. Goede voorbeelden van dergelijke situaties hebben wij niet in onze praktijk, vanwege het simpele feit dat wij daar nooit bij betrokken worden.
Wel krijgen we soms te maken met het resultaat van een dergelijk hiërarchisch geordend proces. In Rotterdam-Kleinpolder wil de eigenaar sloop en nieuwbouw van het complex Welschen 7. Bewoners zien in dat de nieuwbouw niet voor hen bestemd is en gaan niet akkoord. Uiteindelijk wordt op basis van ons ontwerp- onderzoek naar mogelijkheden een ander vernieuwingsprogramma vastgesteld, dat een synthese is van situatie en gewenst programma.
123
In een behoedzame vernieuwingsstrategie is het noodzakelijk door middel van het ontwerp inzicht te geven in de kwaliteiten en toekomstmogelijkheden van het bestaande en om meerdere varianten te schetsen om te toetsen welke doelgroepen en leefstijlen zijn te ontwikkelen in het gebied.Op deze wijze kunnen we als ontwerper een bijdrage leveren aan maatschappelijke vraagstukken. Giancarlo de Carlo zegt daarover:
‘architectuur is te belangrijk om aan architecten over te laten.’ De ontwerpactiviteiten moeten niet worden verklaard vanuit de persoon van de ontwerper maar vanuit het object, of juister het proces, dat ontworpen wordt. Hij vindt een gebouw geen architectuur maar een verzameling wanden en vloeren, holten en ruimten en materialen die de omtrek vormen van een potentie voor de gemeenschap waarvoor ze werd voorzien. Het primaat van het ontwerpproces ligt bij het actuele gebruik, bij maatschappelijke behoeften. Ontwerpen is een lange zoektocht vol valkuilen.
124
In deel III van genoemd boek zijn dragers benoemd en verbeeld zonder dat we daarbij ingaan op het achterliggende proces. Ze laten het resultaat zien van vaak lange processen. In de gebouwde resultaten van al deze projecten is niet direct een overeenkomst te ontdekken. De verschillen tussen interventies in vooroor- logse, vroeg-naoorlogse en laat-naoorlogse gebieden zijn groot.
De rode draad zien we in de benaderings- wijze en in de manier van werken aan de uiteenlopende opgaven. Dat maken we in de volgende twee hoofdstukken duidelijk.
124
In deel III van genoemd boek zijn dragers benoemd en verbeeld zonder dat we daarbij ingaan op het achterliggende proces. Ze laten het resultaat zien van vaak lange processen. In de gebouwde resultaten van al deze projecten is niet direct een overeenkomst te ontdekken. De verschillen tussen interventies in vooroor- logse, vroeg-naoorlogse en laat-naoorlogse gebieden zijn groot.
De rode draad zien we in de benaderings- wijze en in de manier van werken aan de uiteenlopende opgaven. Dat maken we in de volgende twee hoofdstukken duidelijk.
125
Ontwerpproces Transformatie is een specifieke benadering van de stedelijke vernieuwing. Cruciaal voor de ontwerpopgave binnen de transformatie is de zoektocht naar oplossingen voor maatschappelijke problematieken. Om die zoektocht te kunnen doen is een aantal stappen in het ontwerpproces nodig. Binnen die stappen verandert de functie van het ontwerp steeds.
In deel II hebben we drie projecten beschreven volgens een vast stramien. Dit stramien bestaat uit zes stappen die we in elk project doorlopen. In de eerste stap beschrijven we de situatie die geleid heeft tot een vraag aan ons bureau en hoe wij die vraag omzetten in een ontwerpopgave. De opdracht is gegeven, maar waar staat die voor? Indien doelen, prioriteiten onduidelijk zijn en de grenzen vaag, gaan we het probleem verbreden en herdefiniëren.
125
Ontwerpproces Transformatie is een specifieke benadering van de stedelijke vernieuwing. Cruciaal voor de ontwerpopgave binnen de transformatie is de zoektocht naar oplossingen voor maatschappelijke problematieken. Om die zoektocht te kunnen doen is een aantal stappen in het ontwerpproces nodig. Binnen die stappen verandert de functie van het ontwerp steeds.
In deel II hebben we drie projecten beschreven volgens een vast stramien. Dit stramien bestaat uit zes stappen die we in elk project doorlopen. In de eerste stap beschrijven we de situatie die geleid heeft tot een vraag aan ons bureau en hoe wij die vraag omzetten in een ontwerpopgave. De opdracht is gegeven, maar waar staat die voor? Indien doelen, prioriteiten onduidelijk zijn en de grenzen vaag, gaan we het probleem verbreden en herdefiniëren.
126
. De tweede stap is het onderzoek naar mogelijkheden. Door de ontwer- pomgeving te bekijken proberen we een beeld te krijgen van de ontwerpopgave, te benoemen welke as- pecten dominant zijn en geven we structuur aan het te maken ontwerp.
We zetten verschillende opties, ontwikkeld vanuit programma, context of eigen fascinatie naast elkaar.
126
. De tweede stap is het onderzoek naar mogelijkheden. Door de ontwer- pomgeving te bekijken proberen we een beeld te krijgen van de ontwerpopgave, te benoemen welke as- pecten dominant zijn en geven we structuur aan het te maken ontwerp.
We zetten verschillende opties, ontwikkeld vanuit programma, context of eigen fascinatie naast elkaar.
127
De derde stap is dan de formulering van een concept van aanpak. Dit is een fase van convergentie.
. Aan de hand van het eerste concept worden suboplossingen beschreven en gecombineerd in alternatieve ontwerpen die kunnen worden getoetst aan de hand van de opdracht, inclusief het voortschrijdend inzicht dat de zoektocht heeft opgeleverd.
127
De derde stap is dan de formulering van een concept van aanpak. Dit is een fase van convergentie.
. Aan de hand van het eerste concept worden suboplossingen beschreven en gecombineerd in alternatieve ontwerpen die kunnen worden getoetst aan de hand van de opdracht, inclusief het voortschrijdend inzicht dat de zoektocht heeft opgeleverd.
128
Pas in de vierde stap komen we toe aan het benoemen van het ontwerp in al zijn breedte en details.
De vijfde stap is de uitvoering van het werk, waarin de bewaking van concept en ontwerp centraal staan. In renovatieprojecten is deze fase van groter belang voor het eindresultaat dan bij nieuwbouw. Immers, tijdens de uitvoe- ring komen er altijd weer onverwachte dingen ‘achter het behang vandaan’.
128
Pas in de vierde stap komen we toe aan het benoemen van het ontwerp in al zijn breedte en details.
De vijfde stap is de uitvoering van het werk, waarin de bewaking van concept en ontwerp centraal staan. In renovatieprojecten is deze fase van groter belang voor het eindresultaat dan bij nieuwbouw. Immers, tijdens de uitvoe- ring komen er altijd weer onverwachte dingen ‘achter het behang vandaan’.
129
De laatste en zesde stap is een terugblik op het resultaat met de betrokkenen: wat was het doel van het project?
wat was het doel van het project? Hebben we dat gehaald? Hoe was de procesgang daar naar toe? Wat kan er beter?
129
De laatste en zesde stap is een terugblik op het resultaat met de betrokkenen: wat was het doel van het project?
wat was het doel van het project? Hebben we dat gehaald? Hoe was de procesgang daar naar toe? Wat kan er beter?
130
De eerste drie stappen gaan vooraf aan het traditionele ontwerpwerk. En dat is niet voor niets. In een situ- atie van een nog onbekend huwelijk tussen situatie en programma zijn standaardoplossingen niet voorhan- den en zouden een slag in de pap zijn met onbekend resultaat tot gevolg.
Het vinden van antwoorden op complexe maatschappelijke problematieken is niet alleen een kwestie van een mooi ontwerp maken. Het vereist een fundamentele manier van vragen stellen ten aanzien van situatie, opgave en oplossingsconcept.
130
De eerste drie stappen gaan vooraf aan het traditionele ontwerpwerk. En dat is niet voor niets. In een situ- atie van een nog onbekend huwelijk tussen situatie en programma zijn standaardoplossingen niet voorhan- den en zouden een slag in de pap zijn met onbekend resultaat tot gevolg.
Het vinden van antwoorden op complexe maatschappelijke problematieken is niet alleen een kwestie van een mooi ontwerp maken. Het vereist een fundamentele manier van vragen stellen ten aanzien van situatie, opgave en oplossingsconcept.
131
In het geval van een maatschappelijk breed aanvaarde strategie kunnen we sneller door de eerste stappen heen. In dat geval kunnen we direct met het gewone werk beginnen, het benoemen van suboplossingen en ontwikkelen van alternatieven die kunnen worden getoetst. Het doorlopen van deze stappen in een of andere vorm is geen uitvinding van ons.
Al in de jaren zestig definieerde J. Christopher Jones deze benadering bij de ontwerpaanpak van grote maatschappelijke opgaven. Het belang zit volgens hem vooral in de erken- ning dat ontwerpen in de bestaande stad, vooral in moeizaam functionerende delen, draait om het vinden van antwoorden op brede maatschappelijke opgaven. En dat begint niet bij het vormgeven van een gebouw, maar bij het bevragen van de opgave.
131
In het geval van een maatschappelijk breed aanvaarde strategie kunnen we sneller door de eerste stappen heen. In dat geval kunnen we direct met het gewone werk beginnen, het benoemen van suboplossingen en ontwikkelen van alternatieven die kunnen worden getoetst. Het doorlopen van deze stappen in een of andere vorm is geen uitvinding van ons.
Al in de jaren zestig definieerde J. Christopher Jones deze benadering bij de ontwerpaanpak van grote maatschappelijke opgaven. Het belang zit volgens hem vooral in de erken- ning dat ontwerpen in de bestaande stad, vooral in moeizaam functionerende delen, draait om het vinden van antwoorden op brede maatschappelijke opgaven. En dat begint niet bij het vormgeven van een gebouw, maar bij het bevragen van de opgave.
132
Een voorbeeld van zo’n vraag is hoe we in op drift geraakte delen van de stad kunnen voorkomen dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan in plaats van naast elkaar:
rijkere bewoners van de nieuwbouw tegenover armere in de oudbouw van Katendrecht, Osdorp en Bijlmermeer. Welke bijdragen kunnen situatie, programma, concept en ontwerp leveren aan een antwoord op deze vraag? Het opvallende is dat het in dat opzicht niets uitmaakt of we in de vooroorlogse stad, in de vroeg-naoorlogse of de laat-naoorlogse stad werken. De benadering van de opgave is precies dezelfde, maar de stedenbouwkundige en architectonische morfologie en dus ook de concepten en resultaten zijn compleet anders.
132
Een voorbeeld van zo’n vraag is hoe we in op drift geraakte delen van de stad kunnen voorkomen dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan in plaats van naast elkaar:
rijkere bewoners van de nieuwbouw tegenover armere in de oudbouw van Katendrecht, Osdorp en Bijlmermeer. Welke bijdragen kunnen situatie, programma, concept en ontwerp leveren aan een antwoord op deze vraag? Het opvallende is dat het in dat opzicht niets uitmaakt of we in de vooroorlogse stad, in de vroeg-naoorlogse of de laat-naoorlogse stad werken. De benadering van de opgave is precies dezelfde, maar de stedenbouwkundige en architectonische morfologie en dus ook de concepten en resultaten zijn compleet anders.
133
Functie van het ontwerp Binnen de verschillende stappen is de functie van het ontwerp steeds weer anders. Stap 4 en 5 behelzen de traditionele functie van het ontwerp als document van uitvoering:
het vervaardigen van tekst en tekeningen, zodat eenduidige afspraken met een bouwer gemaakt kunnen worden. Architecten die uitsluitend denken in deze categorie zijn ongeschikt voor de stedelijke vernieuwing anno nu. Opdrachtgevers die archi- tecten alleen maar willen inzetten voor het ontwerp als uitvoeringsdocument zijn niet onze favoriete opdrachtgevers.
133
Functie van het ontwerp Binnen de verschillende stappen is de functie van het ontwerp steeds weer anders. Stap 4 en 5 behelzen de traditionele functie van het ontwerp als document van uitvoering:
het vervaardigen van tekst en tekeningen, zodat eenduidige afspraken met een bouwer gemaakt kunnen worden. Architecten die uitsluitend denken in deze categorie zijn ongeschikt voor de stedelijke vernieuwing anno nu. Opdrachtgevers die archi- tecten alleen maar willen inzetten voor het ontwerp als uitvoeringsdocument zijn niet onze favoriete opdrachtgevers.
134
In stap 1 en 2 heeft het ontwerp vooral een functie om een droom of de verleiding te formuleren. Het ont- werp als droom maakt het onmogelijke mogelijk door het zichtbaar te maken. In het verleden hebben we deze functie van het ontwerp ook wel eens utopisch genoemd.
Maar het gaat er juist om dat de dromen werkelijkheid kunnen worden en zich niet in een Nergensland bevinden. In de context van de stedelijke vernieuwing laat het ontwerp als droom een synthese zien tussen het bestaande en het nieuwe.
134
In stap 1 en 2 heeft het ontwerp vooral een functie om een droom of de verleiding te formuleren. Het ont- werp als droom maakt het onmogelijke mogelijk door het zichtbaar te maken. In het verleden hebben we deze functie van het ontwerp ook wel eens utopisch genoemd.
Maar het gaat er juist om dat de dromen werkelijkheid kunnen worden en zich niet in een Nergensland bevinden. In de context van de stedelijke vernieuwing laat het ontwerp als droom een synthese zien tussen het bestaande en het nieuwe.
135
De voorbeelden daarvan in ons werk zijn talloos. Bijvoorbeeld de schets van het prototype voor de nieuwe woning- differentiatie voor Welschen 7 dat een woningaanbod voor de diverse huidige bevolking mogelijk maakt; bewoners herkennen het als hun wijk door handhaving van de woningblokken. Of, bescheidener, de per- spectieftekening van een nieuw lifttrappenhuis aan de Schuddebeursstraat, waarin vooral de talrijke oudere bewoners een perspectief wordt geboden op een prettige manier van ouder worden in een vertrouwdeomgeving. Of de stedenbouwkundige tekening van de enclave van Huize Patrimonium; weliswaar moesten mensen hiervoor verhuizen, maar het was dichtbij en het bood veiligheid in een verstedelijkende omgeving.
Het ontwerp gaf in deze voorbeelden het zicht op een betere toekomst met behoud van het goede van het bestaande. Utopie? Zeker niet. Het ontwerp als droom is in de transformatie van de bestaande stad cruciaal, omdat het altijd om maatwerk gaat, waarin voorbeelden van elders nooit zullen voldoen.
135
De voorbeelden daarvan in ons werk zijn talloos. Bijvoorbeeld de schets van het prototype voor de nieuwe woning- differentiatie voor Welschen 7 dat een woningaanbod voor de diverse huidige bevolking mogelijk maakt; bewoners herkennen het als hun wijk door handhaving van de woningblokken. Of, bescheidener, de per- spectieftekening van een nieuw lifttrappenhuis aan de Schuddebeursstraat, waarin vooral de talrijke oudere bewoners een perspectief wordt geboden op een prettige manier van ouder worden in een vertrouwdeomgeving. Of de stedenbouwkundige tekening van de enclave van Huize Patrimonium; weliswaar moesten mensen hiervoor verhuizen, maar het was dichtbij en het bood veiligheid in een verstedelijkende omgeving.
Het ontwerp gaf in deze voorbeelden het zicht op een betere toekomst met behoud van het goede van het bestaande. Utopie? Zeker niet. Het ontwerp als droom is in de transformatie van de bestaande stad cruciaal, omdat het altijd om maatwerk gaat, waarin voorbeelden van elders nooit zullen voldoen.
136
Reikwijdte van het ontwerp Hoe ziet ons ontwerp er binnen de verschillende stappen uit? Waar richt het ontwerp zich op? Van oor- sprong richt de architect zich in navolging van Vitruvius op gebruik (utilitas), degelijkheid of constructie (firmitas) en schoonheid (venustas). Wij hanteren vijf begrippen:
programma, plek, tijd, beeld en proces.
136
Reikwijdte van het ontwerp Hoe ziet ons ontwerp er binnen de verschillende stappen uit? Waar richt het ontwerp zich op? Van oor- sprong richt de architect zich in navolging van Vitruvius op gebruik (utilitas), degelijkheid of constructie (firmitas) en schoonheid (venustas). Wij hanteren vijf begrippen:
programma, plek, tijd, beeld en proces.
137
Het Vitruviaanse utilitas vertalen wij als programma, omdat dat zich beter laat begrijpen op meerdere schaalniveaus. Schoonheid wordt weerspiegeld in ons begrip beeld. De Vitruviaanse schoonheid heeft een sterke relatie met de functie van het gebouw dat in de onderscheiden orden tot uitdrukking kan worden gebracht. Ons begrip beeld borduurt daar op voort door terug te grijpen op de definitie van Van Tijen: architectuur is het tot uitdrukking brengen van de bouwopgave.
Met een Ionische, Dorische of Corinthische orde heeft dat natuurlijk niets meer te maken. Het begrip firmitas (constructie) is voor ons onderdeel van de plek en vormt daarom geen aparte categorie. Opvallend genoeg komt het begrip context niet voor in de drie-eenheid van de klassieke architectuur.
137
Het Vitruviaanse utilitas vertalen wij als programma, omdat dat zich beter laat begrijpen op meerdere schaalniveaus. Schoonheid wordt weerspiegeld in ons begrip beeld. De Vitruviaanse schoonheid heeft een sterke relatie met de functie van het gebouw dat in de onderscheiden orden tot uitdrukking kan worden gebracht. Ons begrip beeld borduurt daar op voort door terug te grijpen op de definitie van Van Tijen: architectuur is het tot uitdrukking brengen van de bouwopgave.
Met een Ionische, Dorische of Corinthische orde heeft dat natuurlijk niets meer te maken. Het begrip firmitas (constructie) is voor ons onderdeel van de plek en vormt daarom geen aparte categorie. Opvallend genoeg komt het begrip context niet voor in de drie-eenheid van de klassieke architectuur.
138
Het vinden van de juiste locatie is wel een thema, maar daarmee kunnen we in de stedelijke vernieuwing niet zo veel, omdat de locatie een gegeven is. Sinds de bouwopgave zich meer en meer richt op herontwikkeling van de bestaande stad, is de context dan ook als één van de bepalende ontwerpaspecten toegevoegd in het vocabulaire van de meeste architecten.
Wij gaan daarin ver. Wij denken dat het uiteindelijke ontwerp voor de transformatieopgave in de stedelijke vernieuwing vooral voortkomt uit de opgave zelf. Als een ontwerp pretendeert in te gaan op brede maat- schappelijke problematieken, zal het die breedte ook in zich moeten hebben. Niet alleen nemen wij de fysieke context mee als aspect in onze ontwerpbenadering, maar ook de sociale context en de historische context, respectievelijk vertaald tot plek, proces en tijd.
138
Het vinden van de juiste locatie is wel een thema, maar daarmee kunnen we in de stedelijke vernieuwing niet zo veel, omdat de locatie een gegeven is. Sinds de bouwopgave zich meer en meer richt op herontwikkeling van de bestaande stad, is de context dan ook als één van de bepalende ontwerpaspecten toegevoegd in het vocabulaire van de meeste architecten.
Wij gaan daarin ver. Wij denken dat het uiteindelijke ontwerp voor de transformatieopgave in de stedelijke vernieuwing vooral voortkomt uit de opgave zelf. Als een ontwerp pretendeert in te gaan op brede maat- schappelijke problematieken, zal het die breedte ook in zich moeten hebben. Niet alleen nemen wij de fysieke context mee als aspect in onze ontwerpbenadering, maar ook de sociale context en de historische context, respectievelijk vertaald tot plek, proces en tijd.
139
Functionele schaalgebonden elementen Ontwerpers onderscheiden verschillende schaalniveaus waarop het ontwerp functioneert. Het gaat er in onze praktijk om dat er verbinding tussen de niveaus wordt gelegd, ook met schaalniveaus die buiten de directe opgave liggen.
De schaalniveaus zijn gekoppeld aan partijen (huurder, eigenaar, verhuurder, gemeente, diensten, ondernemers, bedrijven, rijksoverheden) en kennen hun eigen geschreven en ongeschreven wetten. Wanneer een ontwerp zou worden gemaakt op één schaalniveau, zouden de verbanden tussen de partijen niet aan bod komen en daarmee zou een kwetsbaar ontwerp ontstaan.
139
Functionele schaalgebonden elementen Ontwerpers onderscheiden verschillende schaalniveaus waarop het ontwerp functioneert. Het gaat er in onze praktijk om dat er verbinding tussen de niveaus wordt gelegd, ook met schaalniveaus die buiten de directe opgave liggen.
De schaalniveaus zijn gekoppeld aan partijen (huurder, eigenaar, verhuurder, gemeente, diensten, ondernemers, bedrijven, rijksoverheden) en kennen hun eigen geschreven en ongeschreven wetten. Wanneer een ontwerp zou worden gemaakt op één schaalniveau, zouden de verbanden tussen de partijen niet aan bod komen en daarmee zou een kwetsbaar ontwerp ontstaan.
140
Dit betekent voor een gebouw dat de situering, de ruimtelijke compositie, de overgang van straat naar gebouw, het ontslui- tingssysteem zoals de portieken, liften en galerijen, de woningtypen, de installaties, de constructie en de opbouw van de schil worden onderzocht.
Omdat een interventie in de stad niet alleen betrekking heeft op gebouwen maar ook op gebruikers, is het verstandig de schaalgebonden functionele elementen zo te kiezen dat het onderdelen worden die gebruikers ook als zodanig ervaren.
140
Dit betekent voor een gebouw dat de situering, de ruimtelijke compositie, de overgang van straat naar gebouw, het ontslui- tingssysteem zoals de portieken, liften en galerijen, de woningtypen, de installaties, de constructie en de opbouw van de schil worden onderzocht.
Omdat een interventie in de stad niet alleen betrekking heeft op gebouwen maar ook op gebruikers, is het verstandig de schaalgebonden functionele elementen zo te kiezen dat het onderdelen worden die gebruikers ook als zodanig ervaren.
141
Zoals Christopher Alexander dat doet in Houses Generated by Patterns. Zo wordt het eenvoudig de probleemanalyse te richten op gebruikers en de culturele context. En daarmee wordt de besluitvorming rond dit soort thema’s dominanter gemaakt. Voor architectenbureaus is het heel gebruikelijk om het werk te verdelen met behulp van deze schaalgebonden kennisgebieden.
Dit heeft te maken met specialisaties binnen het bureau. Binnen een school of architectenbureau kunnen deze studies worden geperfectioneerd. Een mooi voorbeeld van een ontwerponderdeel dat op verschillende schaalniveaus functioneert, is de poort van Complex 50
141
Zoals Christopher Alexander dat doet in Houses Generated by Patterns. Zo wordt het eenvoudig de probleemanalyse te richten op gebruikers en de culturele context. En daarmee wordt de besluitvorming rond dit soort thema’s dominanter gemaakt. Voor architectenbureaus is het heel gebruikelijk om het werk te verdelen met behulp van deze schaalgebonden kennisgebieden.
Dit heeft te maken met specialisaties binnen het bureau. Binnen een school of architectenbureau kunnen deze studies worden geperfectioneerd. Een mooi voorbeeld van een ontwerponderdeel dat op verschillende schaalniveaus functioneert, is de poort van Complex 50
142
Op stadsdeelniveau koppelt de poort de hoofdstructuur aan de velden. Op het niveau van de buurt of complex geeft de poort direct toegang tot het nieuwe park. Op gebouwniveau splitst de poort het grote gebouw in organisatorische eenheden en regelt de ontsluiting van de nieuwe galerij-ontsloten woningen in de tussen- en bovenbouw.
Op detailniveau wordt de poort opgeno- men in het gevelraster van kolommen. Op alle schaalniveaus wordt invulling gegeven aan de vijf ontwerpaspecten. Schaalniveaus en aspecten vormen een matrix aan de hand waarvan een ontwerp zich kan laten definiëren.
142
Op stadsdeelniveau koppelt de poort de hoofdstructuur aan de velden. Op het niveau van de buurt of complex geeft de poort direct toegang tot het nieuwe park. Op gebouwniveau splitst de poort het grote gebouw in organisatorische eenheden en regelt de ontsluiting van de nieuwe galerij-ontsloten woningen in de tussen- en bovenbouw.
Op detailniveau wordt de poort opgeno- men in het gevelraster van kolommen. Op alle schaalniveaus wordt invulling gegeven aan de vijf ontwerpaspecten. Schaalniveaus en aspecten vormen een matrix aan de hand waarvan een ontwerp zich kan laten definiëren.
143
Ontwerp en programma: het bepalen van de opgave Programma staat voor het antwoord op de vraag op wie de vernieuwing zich richt en doelt op het gebruik van alle onderdelen van de opgave op de verschillende schaalniveaus, van woningdifferentiatie tot het bedieningsgemak van een raamkozijn.
In een hiërarchisch geordend ontwerpproces zien opdrachtgevers het ontwerp als een verdere uitwerking van het programma. Het programma vormt samen met het budget de neerslag van de doelen die de opdrachtgever zichzelf heeft gesteld en wordt gebruikt als direct sturingsmiddel.
143
Ontwerp en programma: het bepalen van de opgave Programma staat voor het antwoord op de vraag op wie de vernieuwing zich richt en doelt op het gebruik van alle onderdelen van de opgave op de verschillende schaalniveaus, van woningdifferentiatie tot het bedieningsgemak van een raamkozijn.
In een hiërarchisch geordend ontwerpproces zien opdrachtgevers het ontwerp als een verdere uitwerking van het programma. Het programma vormt samen met het budget de neerslag van de doelen die de opdrachtgever zichzelf heeft gesteld en wordt gebruikt als direct sturingsmiddel.
144
De achter het programma liggende doelen worden bij de uitwerking niet meer ter discussie gesteld; die zijn van bovenaf gegeven. In zulke situaties kan er echter veel mis gaan, want in de opdracht ontbreekt veel kennis van de plek, de ge- schiedenis daarvan, de wooncultuur en gegroeide sociale netwerken. Goede voorbeelden van dergelijke situaties hebben wij niet in onze praktijk, vanwege het simpele feit dat wij daar nooit bij betrokken worden.
Wel krijgen we soms te maken met het resultaat van een dergelijk hiërarchisch geordend proces. In Rotterdam-Kleinpolder wil de eigenaar sloop en nieuwbouw van het complex Welschen 7. Bewoners zien in dat de nieuwbouw niet voor hen bestemd is en gaan niet akkoord. Uiteindelijk wordt op basis van ons ontwerp- onderzoek naar mogelijkheden een ander vernieuwingsprogramma vastgesteld, dat een synthese is van situatie en gewenst programma.
144
De achter het programma liggende doelen worden bij de uitwerking niet meer ter discussie gesteld; die zijn van bovenaf gegeven. In zulke situaties kan er echter veel mis gaan, want in de opdracht ontbreekt veel kennis van de plek, de ge- schiedenis daarvan, de wooncultuur en gegroeide sociale netwerken. Goede voorbeelden van dergelijke situaties hebben wij niet in onze praktijk, vanwege het simpele feit dat wij daar nooit bij betrokken worden.
Wel krijgen we soms te maken met het resultaat van een dergelijk hiërarchisch geordend proces. In Rotterdam-Kleinpolder wil de eigenaar sloop en nieuwbouw van het complex Welschen 7. Bewoners zien in dat de nieuwbouw niet voor hen bestemd is en gaan niet akkoord. Uiteindelijk wordt op basis van ons ontwerp- onderzoek naar mogelijkheden een ander vernieuwingsprogramma vastgesteld, dat een synthese is van situatie en gewenst programma.
145
In een behoedzame vernieuwingsstrategie is het noodzakelijk door middel van het ontwerp inzicht te geven in de kwaliteiten en toekomstmogelijkheden van het bestaande en om meerdere varianten te schetsen om te toetsen welke doelgroepen en leefstijlen zijn te ontwikkelen in het gebied.Op deze wijze kunnen we als ontwerper een bijdrage leveren aan maatschappelijke vraagstukken. Giancarlo de Carlo zegt daarover:
‘architectuur is te belangrijk om aan architecten over te laten.’ De ontwerpactiviteiten moeten niet worden verklaard vanuit de persoon van de ontwerper maar vanuit het object, of juister het proces, dat ontworpen wordt. Hij vindt een gebouw geen architectuur maar een verzameling wanden en vloeren, holten en ruimten en materialen die de omtrek vormen van een potentie voor de gemeenschap waarvoor ze werd voorzien. Het primaat van het ontwerpproces ligt bij het actuele gebruik, bij maatschappelijke behoeften. Ontwerpen is een lange zoektocht vol valkuilen.
145
In een behoedzame vernieuwingsstrategie is het noodzakelijk door middel van het ontwerp inzicht te geven in de kwaliteiten en toekomstmogelijkheden van het bestaande en om meerdere varianten te schetsen om te toetsen welke doelgroepen en leefstijlen zijn te ontwikkelen in het gebied.Op deze wijze kunnen we als ontwerper een bijdrage leveren aan maatschappelijke vraagstukken. Giancarlo de Carlo zegt daarover:
‘architectuur is te belangrijk om aan architecten over te laten.’ De ontwerpactiviteiten moeten niet worden verklaard vanuit de persoon van de ontwerper maar vanuit het object, of juister het proces, dat ontworpen wordt. Hij vindt een gebouw geen architectuur maar een verzameling wanden en vloeren, holten en ruimten en materialen die de omtrek vormen van een potentie voor de gemeenschap waarvoor ze werd voorzien. Het primaat van het ontwerpproces ligt bij het actuele gebruik, bij maatschappelijke behoeften. Ontwerpen is een lange zoektocht vol valkuilen.
146
Simplificaties zijn een doodzonde. Juist deze simplificaties worden ingezet door partijen die hun positie, hun macht willen bestendigen en een publiekelijk debat over toekomstperspectieven van een buurt of wijk willen voorkomen. Een zoektocht levert voor hen een te groot risico op. Wanneer de uitkomst van discussie met gebruikers onvoorspelbaar dreigt te worden grijpt een partij van bovenaf in.
Giancarlo de Carlo heeft dit meermalen ervaren. In zulke gevallen kiest De Carlo voor de lange weg van het onderwijs, en zoekt confrontaties op via het organiseren van tentoonstellingen rondom actuele maatschappelijke vraagstukken. Hiermee probeert hij het brede publiek te bereiken. Pro- gramma in een open ontwerpproces is dus geen dictaat van bovenaf, maar is tegelijkertijd input en resul- taat van dat open ontwerpproces.
147
... en plek: de invloed van de context op de opgave Programma en plek zijn de belangrijkste aspecten in de ontwerpopgave voor de stedelijke vernieuwing. Plek staat voor de context op verschillende schaalniveaus waarop het ontwerp moet worden gerealiseerd: stadsdeel, wijk, buurt, blok en casco, woning, detail. In de plek op alle schaalniveaus komen de kwaliteiten en de mogelijkheden tot uiting die van invloed zijn op het programma van de vernieuwing.
De kwaliteiten en mogelijkheden, ofwel de waarde van het bestaande voor partijen moet vaak zichtbaar worden gemaakt voordat zij dit ook daadwerkelijk als waardevol zien. Dat gaat niet vanzelf. Er is altijd een programma te verzinnen waarin het bestaande niet past, dat is niet zo moeilijk. Maar voor het omgekeerde geldt dit niet. De vraag wordt dan: wat voor soort programma past in het bestaande en is de moeite waard ontwikkeld te worden? Partijen moeten de plek kunnen zien en willen zien.
148
Bij de zoektocht naar een programma voor het bestaande gaat het in de eerste plaats om de meerwaarde daarvan te benoemen. Daarom is het noodzakelijk de opdracht ruim op te vatten en de opgave vanuit de context, de ontwerpomgeving, de politieke omgeving, de maatschappelijke en historische achtergronden te bezien. Waarom wordt deze opdracht gegeven, wat zijn de doelen achter de opgave, wat zijn de problemen in de concrete situatie, hoe zien betrokken partijen de problemen?
Het is niet meer dan logisch dat in deze zoektocht de kwaliteiten van de bestaande casco’s belangrijke input zijn. Pas als blijkt dat die niet geschikt zijn of geschikt zijn te maken voor de gewenste programma’s anders dan tegen te hoge kosten is renovatie niet lonend en is sloop en nieuwbouw gepast. De projecten Zierikzee-Zuid en Schildersbuurt geven dit aan.
149
Al onze gerealiseerde projecten, renovatie en nieuwbouw, zijn voorbeelden van een synthese van bestaande kwaliteiten en beoogde vernieuwing als resultaat van een brede zoektocht samen met de opdrachtgever. De nieuwbouw van Zierikzee-Zuid combineert de kwaliteiten van de oorspronkelijke situatie (kapvorm, footprint, collectieve binnentuin) met eigentijdse aanpassingen (prominente kopbebouwing, liftontsluiting, woningkwaliteit).
Het programma voor de aanpak van de Delistraat is na lang zoeken een mix van ingrepen geworden die de kwaliteiten van de oorspronkelijke casco’s en de stadsvernieuwingsingrepen benut en die recht doet aan de vernieuwingsambities zoals het realiseren van een hogere woningkwaliteit. In Pendrecht- Zuid onderzoeken we vele casco’s op hun geschiktheid voor een specifiek programma, waarin uiteindelijk de Melissantstraat en de Middelharnisstraat boven komen drijven.
150
Voorbeelden waarin we met bewoners een goed programma zoeken én vinden zijn Complex 50, Welschen 7 en Enschedelaan: een specifieke menging van woningtypen op die specifieke locatie die wordt mogelijk gemaakt met een specifieke mix van ingrepen.
Florijn is een mooi voorbeeld van hoe concreet het serieus nemen van de context leidt tot bijstelling van het programma en de opgave voor diverse onderdelen van het ontwerp: kunstenaars in plaats van éénoudergezinnen, hoge éénspanner in plaats van lage tweespanner, rug-aan-rug woningen met patio in plaats van huisje-met-tuintje. Programma en plek zijn de belangrijkste aspecten van het ontwerpen in de stedelijke vernieuwing, maar niet de enige.
151
... en tijd: op zoek naar continuïteit Om greep te krijgen op het transformatieproces moet niet worden stilgestaan bij programma en plek al- leen, ook het tijdsbegrip is voor het ontwerp van belang. Door tijd te begrijpen is er mee te werken in het ontwerp. Tijd staat voor de geschiedenis van de betreffende gebouwde omgeving inclusief de recente ontwikkeling ervan die leidde tot de opdracht.
Ontwerpen is een reis door de tijd, van het verleden, via het heden naar de toekomst. Wat was de maatschappelijke context ten tijde van het ontwerp, hoe heeft de ontwerper daar destijds op gereageerd, wat is er uiteindelijk van terechtgekomen, hoe heeft het daadwerkelijke gebruik zich daarna ontwikkeld, hoe wordt het nu gebruikt, welke aanpassingen zijn wenselijk en noodzakelijk en hoe kan ingespeeld worden op bekende en nog ongekende ontwikkelingen in de toekomst. Het gaat om continuïteit en daarmee is de tijd tegenwicht tegen de modernistische dominantie van de maakbare toekomst.
152
Zo kan onderzoek naar de oorspronkelijke ontwerpvoorstellen leiden tot een ontwerp waarin afgeweken wordt van het gerealiseerde ontwerp en wordt doorgebouwd op een oude voorstudie. In de Schuddebeursstraat stellen we voor een nieuw lifttrappenhuis te realiseren op de plek waar Lotte Stam-Beese het hoofdtrappenhuis ooit had bedoeld.
Dit maakt een differentiatie in leefstijlen in het blok mogelijk, sluit aan bij een nieuwe ingang van de bergingenlaag en past wonderwel in de bestaande straatindeling. In de kozijnvervanging in het project Pendrecht-Zuid borduren we voort op de zoektocht van de architect uit de jaren vijftig die met bandramen nog enige kwaliteit aan de benepen appartementjes tracht te geven. In ons re- novatievoorstel herstellen we die in de onderhoudsaanpak verloren gegane kwaliteit en gaan zelfs nog een stap verder door er één kozijn van te maken.
153
Een andere manier om continuïteit in het transformatieproces te onderzoeken is het benutten van oude schetsen om daarin een toekomstbeeld te schetsen.
Verleden, heden en toekomst kunnen in één beeld gevangen worden. Het tijdsbegrip, het zoeken naar continuïteit helpt vervreemdende ingrepen in het be- staande te vermijden, het helpt bij het zoeken naar een beeld, bij het zoeken van materialen en bij het detailleren.
154
Proces staat voor de sociale context waarin de vernieuwing plaatsvindt, naast de fysieke en de historische context. Het proces gaat om de aanwezige sociale structuren en om de manier waarop belangen manifest gemaakt worden en een plaats krijgen in het krachtenspel van de vernieuwing.
De huidige bewoners zijn daarin van doorslaggevend belang: in hun woonomgeving wordt ingegrepen, hun vaak afbrokkelend vertrouwen in de buurt moet omgezet worden in een wenkend perspectief. Dit is niet alleen een ideologisch standpunt, alhoewel dat natuurlijk meespeelt, maar ook een kwestie van efficiëntie in de planontwikkeling. Als zittende bewoners een plek in het plan, kortom een perspectief wordt geboden zullen ze ook meer bereid zijn mee te werken aan die vernieuwingen die niet op hen gericht zijn, dan wanneer er voor hen nergens ruimte is gemaakt.
155
Wij nemen in het ontwerptraject daarom een relatief onafhankelijk standpunt in en geven aan hoe volgens ons op de meest effectvolle manier de doelen van transformatie kunnen worden gerealiseerd. Wij verstaan onder proces het organiseren van draagvlak en het uitdragen van de ontwerpopgave in een complexe, vaak politieke situatie aan de hand van studies van het gebied en de gebruikers: strategisch ontwerpen.
Volgens Christopher Jones moet voordat een ontwerpstrategie kan worden vastgesteld, eerst antwoord gegeven kunnen worden op vragen als: wat zijn de belangrijkste beslissingen die moeten worden genomen, vragen die moeten worden gesteld? Welke kosten mogen worden gemaakt om deze vragen te beantwoorden? Wie gaan eraan werken en kan het probleem goed onder deze mensen worden verdeeld? Welke informatie is er nodig en moet van buiten worden gehaald bij derden? Hoe zal de omgeving reageren op deze vorm van onderzoeken, geeft dat een gevoel van onzekerheid, de onderste steen boven en hoe gaan we daarmee om? De ontwerpomgeving wordt daarbij in kaart gebracht en de manier van communiceren wordt vastge- steld. Welk type ontwerp wordt ingezet: onderzoekmatig informatief; droombeelden; onderhandelingsge- richt; uitvoeringsgericht? Een strategie kan met de opdrachtgever pas worden vastgesteld, wanneer de omgeving van het ontwerp is verkend, de probleemstructuur is vastgelegd en aangepast, grenzen zijn afgebakend en conflicten zijn geïdentificeerd.
156
... en beeld: symbiose van vernieuwing en het bestaande Plek, tijd, proces en programma strijden om prioriteit: wat is dominant in de opgave? Wanneer dit voor een project is bepaald, kan pas aan het beeld gewerkt worden. De vragen zijn: wat willen we tot uitdrukking brengen, wat moet er gearticuleerd worden en waar in het ontwerp zijn daarvoor de mogelijkheden?
Beeld is niet het uiteindelijk ontwerp, maar veeleer het gezichtspunt van waaruit het totale ontwerp wordt bezien. Architectuur kan de transformatie van wijken, buurten en gebouwen tot uitdrukking brengen. Het is daarbij van belang dat er een synthese wordt ontwikkeld tussen de oorspronkelijke of bestaande kwaliteiten en de vernieuwing. Beide moeten zichtbaar worden gemaakt.
157
Architectuur die op deze manier wordt ingezet helpt vervreemding van de eigen wijk te voorkomen, maar gaat niet voorbij aan de opgave van het eigentijdse. In de Nederlandse praktijk is deze benadering geen gemeengoed in zowel sloop-nieuwbouw als renovatie.
Bij veel Nederlandse renovatie is het oorspronkelijke beeld van ondergeschikt belang ten opzichte van de woningverbetering zelf. Daarom leiden veel renovaties tot conversies van het beeld. In het positieve geval wordt een nieuw coherent beeld ontwikkeld, in het slechte geval leidt de renovatie slechts tot verminkingen zoals de dakdozen uit de stadsvernieuwing, de ispo-isolatie en de platte kunststof kozijnen uit de jaren negentig. Restauratie is het weer in oorspronkelijke staat brengen van oude, vaak vervallen gebouwen, waarbij ingrepen die het oorspronkelijke ontwerp zouden hebben aangetast worden verwijderd.
158
Simplificaties zijn een doodzonde. Juist deze simplificaties worden ingezet door partijen die hun positie, hun macht willen bestendigen en een publiekelijk debat over toekomstperspectieven van een buurt of wijk willen voorkomen. Een zoektocht levert voor hen een te groot risico op. Wanneer de uitkomst van discussie met gebruikers onvoorspelbaar dreigt te worden grijpt een partij van bovenaf in.
Giancarlo de Carlo heeft dit meermalen ervaren. In zulke gevallen kiest De Carlo voor de lange weg van het onderwijs, en zoekt confrontaties op via het organiseren van tentoonstellingen rondom actuele maatschappelijke vraagstukken. Hiermee probeert hij het brede publiek te bereiken. Pro- gramma in een open ontwerpproces is dus geen dictaat van bovenaf, maar is tegelijkertijd input en resul- taat van dat open ontwerpproces.
159
... en plek: de invloed van de context op de opgave Programma en plek zijn de belangrijkste aspecten in de ontwerpopgave voor de stedelijke vernieuwing. Plek staat voor de context op verschillende schaalniveaus waarop het ontwerp moet worden gerealiseerd: stadsdeel, wijk, buurt, blok en casco, woning, detail. In de plek op alle schaalniveaus komen de kwaliteiten en de mogelijkheden tot uiting die van invloed zijn op het programma van de vernieuwing.
De kwaliteiten en mogelijkheden, ofwel de waarde van het bestaande voor partijen moet vaak zichtbaar worden gemaakt voordat zij dit ook daadwerkelijk als waardevol zien. Dat gaat niet vanzelf. Er is altijd een programma te verzinnen waarin het bestaande niet past, dat is niet zo moeilijk. Maar voor het omgekeerde geldt dit niet. De vraag wordt dan: wat voor soort programma past in het bestaande en is de moeite waard ontwikkeld te worden? Partijen moeten de plek kunnen zien en willen zien.
160
Bij de zoektocht naar een programma voor het bestaande gaat het in de eerste plaats om de meerwaarde daarvan te benoemen. Daarom is het noodzakelijk de opdracht ruim op te vatten en de opgave vanuit de context, de ontwerpomgeving, de politieke omgeving, de maatschappelijke en historische achtergronden te bezien. Waarom wordt deze opdracht gegeven, wat zijn de doelen achter de opgave, wat zijn de problemen in de concrete situatie, hoe zien betrokken partijen de problemen?
Het is niet meer dan logisch dat in deze zoektocht de kwaliteiten van de bestaande casco’s belangrijke input zijn. Pas als blijkt dat die niet geschikt zijn of geschikt zijn te maken voor de gewenste programma’s anders dan tegen te hoge kosten is renovatie niet lonend en is sloop en nieuwbouw gepast. De projecten Zierikzee-Zuid en Schildersbuurt geven dit aan.
161
Al onze gerealiseerde projecten, renovatie en nieuwbouw, zijn voorbeelden van een synthese van bestaande kwaliteiten en beoogde vernieuwing als resultaat van een brede zoektocht samen met de opdrachtgever. De nieuwbouw van Zierikzee-Zuid combineert de kwaliteiten van de oorspronkelijke situatie (kapvorm, footprint, collectieve binnentuin) met eigentijdse aanpassingen (prominente kopbebouwing, liftontsluiting, woningkwaliteit).
Het programma voor de aanpak van de Delistraat is na lang zoeken een mix van ingrepen geworden die de kwaliteiten van de oorspronkelijke casco’s en de stadsvernieuwingsingrepen benut en die recht doet aan de vernieuwingsambities zoals het realiseren van een hogere woningkwaliteit. In Pendrecht- Zuid onderzoeken we vele casco’s op hun geschiktheid voor een specifiek programma, waarin uiteindelijk de Melissantstraat en de Middelharnisstraat boven komen drijven.
162
Voorbeelden waarin we met bewoners een goed programma zoeken én vinden zijn Complex 50, Welschen 7 en Enschedelaan: een specifieke menging van woningtypen op die specifieke locatie die wordt mogelijk gemaakt met een specifieke mix van ingrepen.
Florijn is een mooi voorbeeld van hoe concreet het serieus nemen van de context leidt tot bijstelling van het programma en de opgave voor diverse onderdelen van het ontwerp: kunstenaars in plaats van éénoudergezinnen, hoge éénspanner in plaats van lage tweespanner, rug-aan-rug woningen met patio in plaats van huisje-met-tuintje. Programma en plek zijn de belangrijkste aspecten van het ontwerpen in de stedelijke vernieuwing, maar niet de enige.
163
... en tijd: op zoek naar continuïteit Om greep te krijgen op het transformatieproces moet niet worden stilgestaan bij programma en plek al- leen, ook het tijdsbegrip is voor het ontwerp van belang. Door tijd te begrijpen is er mee te werken in het ontwerp. Tijd staat voor de geschiedenis van de betreffende gebouwde omgeving inclusief de recente ontwikkeling ervan die leidde tot de opdracht.
Ontwerpen is een reis door de tijd, van het verleden, via het heden naar de toekomst. Wat was de maatschappelijke context ten tijde van het ontwerp, hoe heeft de ontwerper daar destijds op gereageerd, wat is er uiteindelijk van terechtgekomen, hoe heeft het daadwerkelijke gebruik zich daarna ontwikkeld, hoe wordt het nu gebruikt, welke aanpassingen zijn wenselijk en noodzakelijk en hoe kan ingespeeld worden op bekende en nog ongekende ontwikkelingen in de toekomst. Het gaat om continuïteit en daarmee is de tijd tegenwicht tegen de modernistische dominantie van de maakbare toekomst.
164
Zo kan onderzoek naar de oorspronkelijke ontwerpvoorstellen leiden tot een ontwerp waarin afgeweken wordt van het gerealiseerde ontwerp en wordt doorgebouwd op een oude voorstudie. In de Schuddebeursstraat stellen we voor een nieuw lifttrappenhuis te realiseren op de plek waar Lotte Stam-Beese het hoofdtrappenhuis ooit had bedoeld.
Dit maakt een differentiatie in leefstijlen in het blok mogelijk, sluit aan bij een nieuwe ingang van de bergingenlaag en past wonderwel in de bestaande straatindeling. In de kozijnvervanging in het project Pendrecht-Zuid borduren we voort op de zoektocht van de architect uit de jaren vijftig die met bandramen nog enige kwaliteit aan de benepen appartementjes tracht te geven. In ons re- novatievoorstel herstellen we die in de onderhoudsaanpak verloren gegane kwaliteit en gaan zelfs nog een stap verder door er één kozijn van te maken.
165
Een andere manier om continuïteit in het transformatieproces te onderzoeken is het benutten van oude schetsen om daarin een toekomstbeeld te schetsen.
Verleden, heden en toekomst kunnen in één beeld gevangen worden. Het tijdsbegrip, het zoeken naar continuïteit helpt vervreemdende ingrepen in het be- staande te vermijden, het helpt bij het zoeken naar een beeld, bij het zoeken van materialen en bij het detailleren.
166
Proces staat voor de sociale context waarin de vernieuwing plaatsvindt, naast de fysieke en de historische context. Het proces gaat om de aanwezige sociale structuren en om de manier waarop belangen manifest gemaakt worden en een plaats krijgen in het krachtenspel van de vernieuwing.
De huidige bewoners zijn daarin van doorslaggevend belang: in hun woonomgeving wordt ingegrepen, hun vaak afbrokkelend vertrouwen in de buurt moet omgezet worden in een wenkend perspectief. Dit is niet alleen een ideologisch standpunt, alhoewel dat natuurlijk meespeelt, maar ook een kwestie van efficiëntie in de planontwikkeling. Als zittende bewoners een plek in het plan, kortom een perspectief wordt geboden zullen ze ook meer bereid zijn mee te werken aan die vernieuwingen die niet op hen gericht zijn, dan wanneer er voor hen nergens ruimte is gemaakt.
167
Wij nemen in het ontwerptraject daarom een relatief onafhankelijk standpunt in en geven aan hoe volgens ons op de meest effectvolle manier de doelen van transformatie kunnen worden gerealiseerd. Wij verstaan onder proces het organiseren van draagvlak en het uitdragen van de ontwerpopgave in een complexe, vaak politieke situatie aan de hand van studies van het gebied en de gebruikers: strategisch ontwerpen.
Volgens Christopher Jones moet voordat een ontwerpstrategie kan worden vastgesteld, eerst antwoord gegeven kunnen worden op vragen als: wat zijn de belangrijkste beslissingen die moeten worden genomen, vragen die moeten worden gesteld? Welke kosten mogen worden gemaakt om deze vragen te beantwoorden? Wie gaan eraan werken en kan het probleem goed onder deze mensen worden verdeeld? Welke informatie is er nodig en moet van buiten worden gehaald bij derden? Hoe zal de omgeving reageren op deze vorm van onderzoeken, geeft dat een gevoel van onzekerheid, de onderste steen boven en hoe gaan we daarmee om? De ontwerpomgeving wordt daarbij in kaart gebracht en de manier van communiceren wordt vastge- steld. Welk type ontwerp wordt ingezet: onderzoekmatig informatief; droombeelden; onderhandelingsge- richt; uitvoeringsgericht? Een strategie kan met de opdrachtgever pas worden vastgesteld, wanneer de omgeving van het ontwerp is verkend, de probleemstructuur is vastgelegd en aangepast, grenzen zijn afgebakend en conflicten zijn geïdentificeerd.
168
... en beeld: symbiose van vernieuwing en het bestaande Plek, tijd, proces en programma strijden om prioriteit: wat is dominant in de opgave? Wanneer dit voor een project is bepaald, kan pas aan het beeld gewerkt worden. De vragen zijn: wat willen we tot uitdrukking brengen, wat moet er gearticuleerd worden en waar in het ontwerp zijn daarvoor de mogelijkheden?
Beeld is niet het uiteindelijk ontwerp, maar veeleer het gezichtspunt van waaruit het totale ontwerp wordt bezien. Architectuur kan de transformatie van wijken, buurten en gebouwen tot uitdrukking brengen. Het is daarbij van belang dat er een synthese wordt ontwikkeld tussen de oorspronkelijke of bestaande kwaliteiten en de vernieuwing. Beide moeten zichtbaar worden gemaakt.
169
Architectuur die op deze manier wordt ingezet helpt vervreemding van de eigen wijk te voorkomen, maar gaat niet voorbij aan de opgave van het eigentijdse. In de Nederlandse praktijk is deze benadering geen gemeengoed in zowel sloop-nieuwbouw als renovatie.
Bij veel Nederlandse renovatie is het oorspronkelijke beeld van ondergeschikt belang ten opzichte van de woningverbetering zelf. Daarom leiden veel renovaties tot conversies van het beeld. In het positieve geval wordt een nieuw coherent beeld ontwikkeld, in het slechte geval leidt de renovatie slechts tot verminkingen zoals de dakdozen uit de stadsvernieuwing, de ispo-isolatie en de platte kunststof kozijnen uit de jaren negentig. Restauratie is het weer in oorspronkelijke staat brengen van oude, vaak vervallen gebouwen, waarbij ingrepen die het oorspronkelijke ontwerp zouden hebben aangetast worden verwijderd.
170
Programmatische en constructieve wijzigingen zijn in principe ongewenst. Deze houding frustreert nieuwe vormen van gebruik en leidt meer dan eens tot sloop. Om die reden staat restauratie op deze manier onder druk. Een begrip dat begin jaren zestig in Frankrijk en Italië ontstond is rehabilitatie:
het staat voor behoud en revitalisering van gebouwen. Dit begrip is breed en houdt in dat er wordt uitgegaan van (gedeeltelijk) behoud van een gebouw. Het is geen rigide restauratieve houding. Het doel van die vrije houding is het zoeken naar nieuw programma om het bestaande mogelijk te maken. In deze opvatting is rehabilitatie geen nostalgische houding maar eerder een confrontatie tussen een gewenste vernieuwing en de bestaande gebouwde omgeving.
171
Ook voor nieuwbouw is een dergelijke benadering goed mogelijk:
behoud van de kwaliteiten van het oor- spronkelijke concept en invulling daarvan met eigentijdse architectonische middelen.
172
Voorwaarden We hebben een ontwerpbenadering geformuleerd die kansrijk is in een transformatiebenadering van de stedelijke vernieuwing. We hebben de stappen beschreven die daarbij gezet moeten worden en welke functie het ontwerp in die stappen heeft. En we hebben de schaalniveaus en de aspecten benoemd die de breedte van het ontwerp aangeven. Dit alleen is geen recept voor succes. Deze ontwerpbenadering werkt alleen binnen een aantal belangrijke randvoorwaarden.
Een realistische ontwerpbenadering gaat uit van het gegeven dat mensen en organisaties handelen uit eigenbelang. De waarde van het bestaande voor deze partijen moet echter wel zichtbaar worden gemaakt voordat zij het bestaande als waardevol zien. Dat gaat niet vanzelf hebben we eerder gezegd. Ten eerste moeten in het onderzoek en ontwerpproces programma en planning ter discussie kunnen worden gesteld.
173
De kernvraag bij stedelijke vernieuwing is steeds: welke mensen wonen nu redelijk tevreden in de buurt of wijk en welke doelgroepen zijn daarnaast geïnteresseerd om er te komen wonen. Daaruit volgt de vraag: welke veranderingen zijn daarvoor nodig. In plaats van te focussen op één of twee doelgroepen en vandaar uit de vernieuwing in te zetten, is het noodzakelijk na te gaan welke groepen de in de wijk aanwezige casco’s aankunnen.
Voor de opdrachtgever in eerste instantie overbodige doelgroepen blijken in een later stadium van het ontwerpproces toch een belangrijke bijdrage te leveren aan een goede en specifieke ver- nieuwing.
174
Ten tweede moet nagegaan worden wat de casco’s en woonvelden aan transformatiemogelijkheden bezit- ten. Te veel wordt bij vernieuwingsstrategieën uitsluitend uitgegaan van verhuurcijfers, het huidig oppervlak van de woningen en de woningmarktpositie van de wijk en niet van de expliciet of impliciet aanwezige kwaliteiten en mogelijkheden.
Kennis van transformatiemogelijkheden van casco’s en gebieden is noodzakelijk om passende oplossingen te vinden. Er is een groot tekort aan documentatie van gerealiseerde voorbeelden en aan gesystematiseerde kennis op dit gebied die toegankelijk is voor de beroepspraktijk.
175
Ten derde moet de complexiteit van het alledaagse worden geaccepteerd. Voor een beslisser is het vaak aantrekkelijk om de werkelijkheid te reduceren tot hapklare brokken om tot keuzen te komen. In een ontwerpproces leiden deze reducties tot slecht passend confectiewerk.
De huidige netwerkmaatschappij is sterk gespecialiseerd en de kennis verspreid over vele partijen. Een hele keten van organisaties is nodig om een goed, door ieder gedragen oplossing te bereiken. De pogingen van grote partijen om de complexiteit te reduceren – door de sturingskracht van een actor te vergroten en andere actoren buiten te sluiten – zijn een ontkenning van de werkelijkheid van de netwerksamenleving.
176
Ten vierde moeten bij een vernieuwingsproces bewoners niet worden uitgesloten. Wanneer de initiatiefne- mers van herstructurering een duurzame herstructurering willen, met een hoog sociaal rendement, moeten ze een open ontwerpproces organiseren met alle betrokken partijen.
Van probleemanalyse tot en met de uitvoering. Pas dan kunnen we spreken van een creatief open proces dat van boven wordt geïnitieerd maar van onder af wordt gevoed.