afwijkingen tabel Flashcards

(12 cards)

1
Q

orthostatische hypotensie

A

verlaagde bloeddruk bij plotseling opstaan (bij behandelde hypotensie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Obscuraties

A

papiloedeem bij hoge hersendruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

AION

A

Acute ischemische opticus neuropathie

korte ciliaire arterien rond de kop van de oogzenuw
(ouderen met atherosclerose, hypertensie, arteriitis temporalis of diabetes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Neuritis optica

A

Jonge vrouw met pijn bij oogbewegingen, verbetering na enkele weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Acuut glaucoom

A

pijn met braken (ouderen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

glasvochtbloeding/vertroebeling

A

wazige vlek mee bewegend met beeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

migraine ophthalmie

A

wazige vlek die groter/kleiner wordt, geeft flikkeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

CVA

A

Cerebrovasculair accident

hemianopsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ablatio retinae

A

Lichtflitsen met een soort gordijn voor het beeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

presbyopie

A

afname van accommodatie (wazig zien in de verte, vooral bij veertiges die dan naar de opticien gaan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

cataract

A

wazig beeld, vooral bij zonlicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Macula degeneratie

A

wazige vlek in het midden van het beeld, geeft metamorfopsie (beeldvorming)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly