Week 6 ruggenmerg somatosensibiliteit Flashcards

(16 cards)

1
Q

wat is het verschil tussen gnostisch en vitaal?

A

behoren onder de somatosensibiliteit

Gnostisch = fijne tast, proprioceptie
Vitaal = grove tast, pijn, temperatuur en jeuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke type receptoren bevat de onbehaarde huid? en is dit gnostisch of vitaal?

A

Gnostisch:
- lichaampje van Meissner: kleine receptorvelden die snel adapterend zijn
- Merkels schijven (voor aanraking): kleine receptorvelden die langzaam adapterend zijn en dus contstant blijven vuren bij verandering
- lichaampje van pacini: grote receptorvelden die snel adapterend zijn
- lichaampje van Ruffini (voor aanraking): grote receptorvelden die langzaam adapterend zijn

vitaal:
- vrije zenuweindigingen, voor pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de verschillen tussen rapidly adapting receptor en de slowly adapting receptoren?

A

rapidly adapting receptoren worden alleen actief bij een verandering in input. bij een constante stimulus is hij niet actief.

slowly adapting receptoren zijn actief bij een continue stimulus. deze receptoren blijven constant vuren en veranderen enkel in frequentie bij verandering in prikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn mechanische receptoren?

A

de mechanische druk zorgt voor rek van de membraan. door deze rekking opent het ionkanaal –> mechanische energie wordt omgezet in elektrische energie.

als de potentiaal verandering groot genoeg is zal er een actiepotentiaal ontstaan.
de sterkte van de prikkel wordt weergegegevn in de frequentie van het aantal actiepotentialen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat doen de piezo-1 en -2 eiwitten?

A

deze zijn verantwoordelijk voor een groot aantal vormen van mechanotransductie. bij de opening van het kanaal gaan de positief geladen ionen de cel in, met name na en ca.

de piezo-eiwitten zijn mechanosensitieve eiwitten die in verschillende structuren in het lichaam aanwezig, zoals bloedvaten, kraakbeen, de blaaswand en de darmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de tweepuntsdiscriminatietest?

A

hoe goed iemand twee afzonderlijke aanrakingen dicht bij elkaar op de huid kan onderscheiden.

hoe groter het receptief veld, hoe minder nauwkeurig men weet waar op de huid de prikkel precies zit/terechtkomt.

dit hangt af van hoe breed de zenuwvezels vertakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de von frey haren test?

A

De onderzoeker drukt een von Frey-filament loodrecht op de huid tot het begint te buigen.

De patiënt geeft aan of hij/zij iets voelt.

Verschillende filamenten worden gebruikt — van zeer licht (bijv. 0,008 gram) tot sterkere druk (bijv. 300 gram).

De dunste filament waarbij de patiënt nog steeds gevoel meldt, bepaalt de gevoeligheidsdrempel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn c-vezels?

A

ongemyeliniseerde vezels voor pijn, temperatuur en jeuk. ze zijn dun en langzaam:
–> 0,2-1,5 microm en 0.5-2 m/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de A-delta - vezels?

A

dun gemyeliniseerde vezels voor pijn en temperatuur, deze zijn sneller
–> 1-5 micrometer en 5-30 m/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de A-beta vezels?

A

gemyeliniseerde vezels voor tast en proprioceptie, deze zijn dikker en nog sneller
–> 6-12 micrometer, 35-75 m/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn I-alfa vezels?

A

dikke, gemyeliniseerde spierspoel afferenten voor proprioceptie. dit zijn erg snelle vezels, omdat deze reflex erg snel moet geschieden. deze vezels zijn van belang voor motoriek.

–> 12-20 micrometer en 80-120 m/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn I-beta vezels?

A

dikke gemyeliniseerde golgi-pees afferenten voor proprioceptie. de dikte en snelheid is gelijk aan die van de I-alfa vezels
–> 12-20 micrometer en 80-120 m/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waaruit bestaat de grijze stof?

A
  • dorsale hoorn –> waar de sensibele zenuwen binnenkomen
  • intermediare zone
  • ventrale hoorn –> motorische zenuwen die het ruggenmerg uittreden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waaruit bestaat de witte stof?

A
  • dorsale funiculus (fasciculus gracilis + cuneatus)
  • laterale funiculus
  • ventrale funiculus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe hoger in het ruggenmerg, hoe … bundels er door de dorsale funiculus lopen.
en hoe … deze in verhouding wordt.

hetzelfde geldt voor de piramidebaan die hoog in het ruggenmerg nog … bundels bevat en die verder naar beneden steeds … wordt.

A
  1. meer
  2. groter
  3. veel
  4. smaller
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly