week 2 epileptische neuronen Flashcards

(6 cards)

1
Q

wat zie je op een EEG bij een gegeneraliseerde epileptische aanval

A

alle elektrodes zie je hypersynchrone neuronale activiteit.
bij alle elektrodes ontstaat er namelijk tegelijkertijd een abnormale activiteit.
Het verspreid zich erg snel en leidt tot bewustzijnsverlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is excitabiliteit?

A

een maat voor de neiging van zenuwcellen om tot actiepotentiaal te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waardoor wordt de prikkelbaarheid van een neuron bepaald?

A
  • de ionkanalen: type, eigenschappen, dichtheid en de verdeling van ionkanelen
  • de ion-concetraties (Na+, K+, Ca2+, Mg2+, Cl)
  • synaptische input: wat voor signalen komen er aan: vooral exciterend of vooral inhiberend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de werking van de na/K-pomp?

A

(k+) IC veel hoger dan EC
(na+) ec veel hoger dan IC
doordat de vergelijking EC/IC is, is de evenwichtspotentiaal voor Na+ positief end e evenwichtspotentiaal voor K+ negatief
dit maakt het mogelijk om actiepotentialen te vuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe werkt een actiepotentiaal?

A

Na-kanalen open –> Na gaat cel in –> membraanpotentiaal wordt positiever –> depolarisatie.
daarna: na-kalalen sluiten en K-kanalen gaan open –> de membraanpotentiaal wordt weer negatiever –> de cel repolariseert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn belangrijke eigenschapen van spanningafhankelijke ionkanalen?

A
  • conductantie: bij openstaan kan een bepaald aantal ionen per tijdseenheid passeren.
  • selectiviteit: wil zeggen dat een natriumkanaal alleen natriumionen doorlaat
  • activatie is het openen van het kanaal en deactivatie is het sluiten van het kanaal.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly