Week 6 de piramide baan Flashcards

(7 cards)

1
Q

waar worden de motorneuronen door aangestuurd (afferenten)?

A
  1. priamire afferenten
  2. interneuronen
  3. piramidebaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de motorneuronen die een bepaalde spier innerveren vormen tezamen een kolom (meestal) over meerdere segmenten

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

er zijn twee groepen motorneuronen?

A
  • een mediale groep: inneerveer axiale spieren
    (wordt vooral bilateraal aangestuurd)
  • een laterale groep: innerveert de ledenmaten.
    (wordt vooral unilateraal aangestuurd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waaraan is de medulla oblongata goed te herkennen?

A

aan de olijfkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe verloopt de pyramide baan (plaatje sabotta 407/408)

A
  1. primaire motorische schors
  2. capsula interna in de hersenstam
  3. pedunculus cerebie
  4. pons
  5. medulla oblongata (pyramide)
  6. kruising
  7. ruggenmerg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waaruit bestaat de piramide baan?

A

uit vezels die vanuit de cortex naar het hersenstam en ruggenmerg gaan

is belangrijk voor de aansturen van motorneuronen

wordt ook wel onderverdeeld in de corticospinale en corticobulbaire baan

‘loopt’ mee met andere baansystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ontwikkeling van de piramidebaan is belangrijk voor de precisiegreep

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly