Alles vo examen 1 Biologie - 1 Ecologie Flashcards
(89 cards)
Van cel tot ecosysteem
cel - weefsel - orgaan - stelsel - organisme - populatie - levensgemeenschap - ecosysteem
Wat is populatie?
Organismen van dezelfde soort die in een bepaald gebeid voorkomen en waar interactie tussen de individuen mogelijk is.
Wat is een levensgemeenschap?
De verzameling populaties van verschillende soorten, die elkaar direct of indirect beïnvloeden.
Wat is een ecosysteem?
Een ecosysteem wordt gevormd door alle relaties tussen de organisme van een levensgemeenschap en alle invloeden van abiotische factoren op deze organismen.
Het omvat dus het geheel van interacties tussen alle biotische en abiotische factoren in een biotoop.
Wat is een biotoop?
Een homogeen gebied met bepaalde fysische en chemische kenmerken waarin een typische levensgemeenschap voorkomt.
Wat is de biodiversiteit?
De verscheidenheid van het leven in al zijn vormen.
Omvat zowel de diversiteit aan verschillende ecosystemen, als de verscheidenheid aan organismen binnen het ecosysteem en de genetische variatie in de cellen.
Wat is ecologie?
De wetenschap die de complexe wisselwerking tussen de organismen en hun biotoop bestudeert op verschillende organisatieniveaus en zo een volledig beeld geeft van een ecosysteem.
Wat is het grootste en meest complexe ecosysteem?
Omvat de volledige biosfeer.
Wat is de biosfeer?
Het gedeelte van de aarde waar leven mogelijk is.
Wat bepaalt de grote en complexiteit van een ecosysteem?
Afhankelijk van de hoeveelheid relaties en de oppervlakte die ze innemen.
Wat is het vaste gedeelte vd aardkorst van de biosfeer?
De lithosfeer
Hoe heet het deel van de biosfeer waar water zich zowel boven, onder en op het aardoppervlak bevindt?
De hydrosfeer
Hoe heet het deel van de biosfeer dat lucht is?
De atmosfeer.
Wat is de lithosfeer, hydrosfeer en atmosfeer?
lithosfeer = het vaste gedeelte van de aardkorst
hydrosfeer = water boven, onder en op het aardoppervlak
atmosfeer = de lucht
Wat is de habitat?
Omschrijft aan welke voorwaarden een gebied moet voldoen voor deze ene soort.
Hoe komt het dan verschillende soorten met gelijkaardige habitats naast elkaar kunnen leven in een biotoop?
Omdat elke soort door specialisatie een eigen functie in een biotoop inneemt: de ecologische niche.
Wat is de ecologische niche?
+vb
De taak die een organisme binnen zijn habitat vervuld.
bv. interactie met omgeving, hoe en waar voedsel, partner(s), bescherming predatoren, …
Wat bestudeer je tijdens een biotoop- of terreinstudie?
De biodiversiteit in een bepaald gebied.
Wat zijn indicatorsoorten?
Soorten die door hun aan- of afwezigheid informatie geven over een bepaald kenmerk van het milieu.
bv. brandnetel wijst op een stikstofrijke bodem
Wanneer heb je een natuurlijk ecosysteem?
Wanneer er geen invloed is van de mens.
-> zuidpoolgebeid, woestijn, …
Wat zijn halnatuurlijke ecosystemen?
Plaatsen (natuurreservaten) die beïnvloed zijn door menselijke activiteiten.
Wat zijn kunstmatige ecosystemen? +vb
Ze spelen een belangrijke rol bij het in stand houden van de biodiversiteit in België.
Zelf door de mens aangemaakt.
bv. wegbermen
Waar groeien tredplanten?
Op de wegbermen van trage wegen en wandelpaden.
Hoe heten de planten die op de wegbermen van trage wegen en wandelpaden groeien?
tredplanten