Chemie - 1 samengestelde stoffen tem p21 Flashcards

(37 cards)

1
Q

Wat is materie?

A

De verzamelnaam voor stoffen. Ze omvat alles wat een massa heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een zuivere stof?

A

Bestaat uit 1zelfde soort molecule in een stof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In wat verdeel je de zuivere stoffen op basis van het aantal voorkomende atoomsoorten? (2)

A
  • de enkelvoudige stoffen (1 soort: m, Nm, edelgassen)
  • de samengestelde stoffen (+ 1 soort)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen enkelvoudige stoffen en samengestelde stoffen?

A
  • enkelvoudige: bestaan slechts uit 1 atoomsoort (metalen, niet-metalen en edelgassen)
  • samengestelde: meer dan 1 soort
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat doe je om van een mengsel een zuivere stof te krijgen?

A

je scheidt ze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heet het wanneer je van een enkelvoudige stof naar een samengestelde stof gaat?

A

Dan voer je een synthese uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe heet het wanneer je van een samengestelde stof naar een enkelvoudige stof gaat?

A

Dan voer je een analyse uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In wat kan je samengestelde stoffen verdelen?

A

anorganische- en organische stoffen/stofklasse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In wat kan je enkelvoudige stoffen verdelen

A

metalen, niet-metalen en edelgassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een stofklasse?

A

Een groep stoffen met gelijkaardige chemische eigenschappen.
De stoffen hebben een gemeenschappelijk atoom of atoomgroep. (=functionele of karakteristieke groep)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een synoniem voor functionele groep?

A

karakteristieke groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de functionele of karakteristieke groep?

A

De groep waarbij de stoffen in een stofklasse een gemeenschappelijk atoom of atoomgroep hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn anorganische stoffen?

A
  • Samengestelde stoffen die vooral (+uitzonderingen) voorkomen in de niet-levende natuur.
  • Vooral in aardkorst en atmosfeer.
  • opdelen in 4 stofklassen: oxiden, zuren, basen en zouten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de chemische naam van keukenzout?

A

natriumchloride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de koolstof uitzonderingen voor anorganische stoffen?

A
  • koolstofdioxide (CO2)
  • koolzuurgas (H2CO3)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn organische stoffen?

A
  • samengestelde stoffen die allemaal het element koolstof bevatten (koolstofverbindingen)
  • levende natuur
17
Q

Wat zijn natuurlijke stoffen?

A

Stoffen die in de natuur voorkomen.

18
Q

Wat zijn synthetische stoffen?

A

Stoffen die bereid worden in de chemische industrie.

19
Q

Wat is de link tussen natuurlijke/synthetische - en (an)organische stoffen?

A

ongeveer:
- anorganische = synthetisch
- organische = natuurlijk (+uitzondering)

20
Q

Wat doen chemische bindingen?

A

Ze houden de atomen bij elkaar in chemische verbindingen.

21
Q

Wanneer kan een ionbinding?

A

Altijd alleen tussen metaal- en niet-metaalionen.
- metaal = valentie-elektronen afgeven
- niet-metaal opnemen

22
Q

Andere naam voor atoombinding?

A

covalente binding

23
Q

Wanneer kan een atoombinding?

A

tussen niet-metaalatomen
- stellen elektronen gemeenschappelijk
- brutoformule

24
Q

Wanneer kan metaalbinding?

A

tussen metaalatomen
- vrije elektronen en + metaalion trekken elkaar aan
- brutoformule

25
Wat is het oxidatiegetal?
Een denkbeeldige lading die het bindingsvermogen van een element geeft. Het geeft dus het aantal elektronen aan dat een atoom opneemt of afstaat bij overgang naar de ionaire vorm.
26
Wat is de som van het OG van de elementen in een verbinding?
nul of gelijk aan de lading van het ion.
27
het OG van een ion uit groep Ia = ...
+I
28
het OG van een ion uit groep IIa = ...
+II
29
het OG van een ion uit groep IIIa = ...
+III met voorlaatste als uitzondering.
30
het OG(H) in een samengestelde stof = ...
+I
31
het OG(O) in een samengestelde stof = ...
-II
32
Wat is een binaire verbinding?
een verbinding die bestaat uit 2 elementen
33
Tel tot 10 in grieks?
mono di tri tetra penta hexa hepta octa nona deca
34
Uit wat bestaat de systematische naam van een oxide?
-> metaaloxide: voorvoegsel - naam metaal - voorvoegsel - oxide -> niet-metaaloxide: voorvoegsel - naam niet metaal - voorvoegsel - oxide
35
wat is de formule voor roest?
Fe2O3
36
Wat is de formule voor lachgas?
N2O
37