begrippenlijst 11,12,13 Flashcards
(27 cards)
enzymen
katalysator
key and lock model
de substraten passen precies op de bindingplaatsen op het enzym
induced fit
de substraten zorgen ervoor dat de vorm van het enzym verander, waardoor binding mogelijk wordt
hexokinase
bindt een fosfaat aan glucose, waardoor het glucosemolecuul negatief geladen wordt en niet meer uit de cel akn
kinases
zorgen ervoor dat de terminale fosfaat van ATP wordt overgedragen op het substraat door de reactie neet apolaite split te laten plaatsvinden
flux
de flux door een enzymatische reactie is afhankelijk van de substraatconcentraite
competitieve inhibitie
andere moleculen die binden in het actieve centrum aan het enzym en daarmee de bindingsplaatsen voor het substraat bezetten; door een overmaat aan substraat kan de reactie toch nog aardig snel blijven verlopen
niet-competitieve inhibitei
bepaalde moleculen binden elders aan het enzym, dat hierdoor van vorm verandert zodat het substraat niet meer goed ka binden en dereactiesnlehdi afneemt
allosterisch enzym
heeft meerdere bindingsplaatsen, wat regulatie mogelijk maakt
denaturatie
vervorming van het dit bij ene te hoge temparatuur
rigor mortis
lijkstijfheid
anabolsime
osmotisch+ nechabisch + biologisch werk
acetyleenheden
2 c-atomen
glycolyse
in het cytosol, tijdens laag tot gemiddeld intieme inspanning glucose –> pryuhaat –? acetyl units. tijdens hoge intensieve inspanning; atp resynthesw glucose –> pyruvaat –> lactaat
lacthaatdehydrogenase LDH
enzym dat pyruvaat wegvalt en omzat in lactaat waarbij nad+ weer ter beschikking komt voor de omzetting van glyceraldefyde-3-fosfaat eerder in de glycolyse
lactaat
wordt gevormd om nad+ generend
malate shuttle
naad, gevimr in het cytosol, wordt uitgewisseld tegen NAD+ in de matrix van de mitochondriën; tijdens laag tot gemiddeld intensieve inspanning wordt NAD+ teruggewonen
aerobe glycolse
glucose –> pyruvaat
melkzuur
bij vorming van melkzuur wordt een proton (h+) opgenomen, dit gaatt dus een pH-daling tegen(verzuring tegen )
bicarbonaat, hemoglobine, carnosine
belangrijke buffers voor protonen die dus pH daling tegengaan
cori-cyclus
werkt tijdens inspanning, haalt energie uit lactat
PDC
enzymcomplex in de mitochondrien dat pyruvaat omzrt in acetyl, wat voor een groot deel de flux in de czc regelt; komt voor in een actieve en inactief vorm –> desforylatie leidt tot activatie van PDC
pyruvaatcarboxylase
xet tijends inspanning een deel van de pyruvaay direct om in oxaloacetaat om ervoor te zorgen dat er voldoende intermediairs aanwezig blijven om een hoge flux te handhvaen
carnitine
belangrijk eiwit voor de vetverbraning