CU3 Vervlochten werelden Flashcards

(42 cards)

1
Q

Diffusionistisch denken

A

Late 19e eeuw: begin van de culturele vertaling: beschrijven van het verspreidingsproces en bestuderen van de rol van migratie, handel oorlog en contact
Kernvraag: hoe verspreiden afzonderlijke culturele elementen van de ene groep naar de andere?
Kenmerken: lineair, unidirectioneel van centrum naar periferie, weinig aandacht voor context over verandering tijdens proces, geen agency aan lokale actoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Acculturatietheorie

A

Vanaf de 1920s een tweede stap in de culturele vertaling: studie van incorporatie, assimilatie en fusie. het gaat vaak om de relatie tussen westen en inheemse culturen vanuit een hiërarchische relatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Culturele vertaling

A

Proberen de andere cultuur te vertalen zodat leden van een andere cultuur de bestudeerde cultuur kunnen bekijken. Cultuur wordt gezien als het gesloten idee van een tekst die je kan samenvatten en overbrengen. Cultuur als iets wat een individu uit zijn gemeenschap verrkigjt en hetgeen wat een groep heeft om de wereld te interpreteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Co-productie

A

Manier om naar culturele vertaling te kijken: samen met protaganisten van het onderzoek kennis produceren en het vervlechten van kennis. Vertalingen aanpassen naar vormen voor wederzijds begrip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Culturele vertaling in de translation studies

A

Vertaling is hier het proces van het overzetten en onderhandelen tussen teksten. Vanaf de 80s komt de intentie centraal te staan of iets vertaling is. Cultuur wordt vergelijkbaar behandeld als tekst, zoals ook in de antropologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Culturele vertaling in de cultural studies

A

Sinds de 90s: hoe waarden, denkpatronen en gedrag gemedieerd worden door taal vanuit een bepaalde culturele context in de andere gelaats worden en zo wordt veranderd, en beide contexten beïnvloed. Taal is een metafoor die wordt gebruikt in iedere situatie met verschillen, cultuur is een plek van onderhandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bhabha

A

Ziet culturele vertaling als strategie waarmee tegenstrijdigheden van de dominante cultuur worden blootgelegd met een nieuwe ruimte voor iets nieuws dat het zelfbeeld van de dominante cultuur blootlegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Culturele vertaling in de geschiedschrijving

A

Vanaf de 00s een nieuw onderzoeksveld met zowel een talige als metaforisch element van ertaling. Vertaling wordt gebruikt als aanzet om te laten zien hoe ingewikkeld culturele overdracht is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Burke

A

Heeft kritiek op een te simplistische notie van culturele transfer: verbreiding van praktijken zonder deze te verandering. Vertaling moet gezien worden als onderhandleing en het vreemde toe-eigenen en domesticeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Culturele toe-eigening

A

De overname van een identiteitsbepalende culturele elementen van een culturele minderheidsgroep, door een dominante groep op een door of voor de minderheidsgroep ongewenste, vaak stereotype, exploitatieve of anderszins disrespectvolle manier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Overdracht, diffusie, invloed//Toe-eigening

A
  1. Focus op zender//ontvanger
  2. Focus op productie//consumptie
  3. Dominanten//gedomineerden
  4. Top-down//Bottom-up
  5. Ontvanger passief//actief
  6. Cultuur overdragen//eigen maken
  7. Een richting//onderhandeling
  8. Cultuur als statisch//dynamisch
  9. Cultuur als product//proces
  10. Impact opgelegde cultuur//actieve aanpassing
  11. Macht uitoefenen//weeerstaan en tegenmacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Genealogie van toe-eigening

A

Elias: civilisatieproces
Bourdieu: internalisering van normen als structuur
Chartier: leescultuur als toe-eigening
Alf Ludtke: toe-eigening als kernbegrip van geschiedenis van dagelijks leven
de Certeau: overnam, aanpassing en omvorming
Rooijakkers: bewijs van werkbaarheid van concept

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Toe-eigening bij onderzoek naar elite- en volkscultuur

A

Het concept helpt ons om onderzoek te doen naar manieren waarop elites culture elementen uit minder dominante groepen selectief toe-eigenen en vice-versa, waarbij strikte grenzen tussen elite en volk vervagen, waardoor historici cultuur minder als product van een groep zien, maar eerder als een proce stussen groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vergelijkende geschiedenis

A

Eerste opkomende manier voor historici om aan het raamwerk van de niate te onsnappen, sterk ingebed in het idee van geschiedenis als sociale wetenschap. Maar dit versterkt en behoud natiestaten als eenheden van analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Culturele transfer

A

Na de vergelijkende geschiedenis een tweede oplossing voor het ontsnappen aan de natie als uitgangsputn van de geschiedschrijving.
Kernvraag: hoe worden culturele elementen tussen contexten overgedragen via bemiddelaars en instellingen?
Doet onderzoek naar de processen van toe-eigeningm maar primair in de geografische dimensie, kijkt naar hoe tijdgenoten zelf hun eigen culturele context met een andere culturele context vergeleken
Kenmerken: cultuur wordt veraal en geherinterpreteerd, via bemiddelaars, procesgericht, focust op de ontvangers, maar behoudt het idee van stabiele te onderscheiden contexten waar de overdracht in plaatsvind.
Blijft echter over transfers van de ene naar de andere natiestaat gaan, waarbij het gaat over wat typerend is voor die staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Histoire Croisee

A

Nog een betere oplossing voor de natiestaat ipv de transfer. Doet onderzoek naar het doorlopende proces van transnationale, wederzijdse culturele uitwisselingen, zonder begin of eindpunt. Focus op wederzijdse waarneming en onderlinge machtsverhoudingen.
Kernvraag: hoe beïnvloeden culturen elkaar wederzijds en veranderen ze in onderlinge relatie?
Kenmerken: relationeel, interactie, culturen en naties als veranderlijke constructies, twee-richtingsverkeer, methodologisch reflectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Culturele vervlechting

A

Afkomstig uit de postkoloniale studies vanaf de 00s en analyseert hoe culturele diepgaand met elkaar verwevenr aken, vaak in asymmetrische machtsverhoudingen.
Kernvraag: Hoe raken culturen structureel verweven met ontstaan er nieuwe hybride vormen onder ongelijke verhoudingen?
Kenmerken: cultuur is fundamenteel hybride en onlosmakelijk verbonden met andere culturen, empirisch, macht centraal, vervaging culturele grenzen

18
Q

Moderniseringstheorie

A

Gaat over het analyseren en verklaren van hoe samenlevingen de transitie maken van traditioneel naar modern (1950-1970), met daarin het idee van universele ontwikkelingsstadia, geïnspireerd door Westerse voorbeelden.

19
Q

Centrum-periferiemodel

A

Verklaarde de verspreiding van cultuur vanuit een koloniale ideologie en de moderniseringstheorie, daarbij stroomt cultuur vanuit het centrum naar de periferie. Suggereert een hiërarchisch en eenzijdig proces van cultuurverspreiding, verandert pas in de 1980s

20
Q

Ulf Hannerz

A

Globalisering is niet alleen westerse dominantie: mensen in de perifieri zijn geen passieve ontvangers, maar interpreteren actief culturele invloeden en maken nieuwe gemengde culturen waarbij er verschillende culturele werelden worden gecombineerd (80s en 90s)

21
Q

Arjun Appadurai

A

Denkt na over globalisering als stroom: globalisering is geen rechtlijnige verspreiding, maar een web van overlappende stromen. Elk cultureel element wordt gelokaliseerd en hervertaald (90s)

22
Q

John Urry

A

De wereld draait niet om vaste plaatsen, maar om beweging, die vormen cultuur. Het gaat er om wie en wat er bewegen, waarbij mobiliteit ook een vorm van macht is. Laat zien dat ongelijkheid niet alleen zit in wat er wordt uitgewisseld, maar ook wie er mag deelnemen aan het proces van uitwisseling (00s)

23
Q

Waarom concepten

A

Bieden lens voor de realiteit
Bevorderen de dialoog
Geeft onderzoekers mogelijkheid tot keuzes

24
Q

Ortiz

A

Beschrijft aan de hand van suiker en tabak een geschiedenis van Cuba, heeft dus een duidelijke materiële dimensie. Pleit tegen acculturatie, maar voor transculturatie. Beschrijft hoe groepen zich steeds weer aanpasten aan nieuwe omstandigheden en er bestaat niet zoiets als een homogene cultuur.
Kritiek: verpakt ideeën in Darwiniaanse termen, ontkomt niet aan de ideologie van de natie en mestizaje én ideeën brengen niet een daadwerkelijke verandering met zich mee

25
Acculturatie
Proces van transitie van een cultuur naar een andere cultuur en de sociale repercussies daarvan, vaak vanuit een machtsrelatie
26
Transculturatie
OVer de transitie die verschillende culturen doormaken. Dat proces leit ook tot het verlies/ontwortelen van een voorgaande cultuur en de productie van nieuwe culturele fenomenen. Gaat ook met strijd en geweld. Meer dan andere concepten vraagt het ons om rekening te houden met de specifieke configuraties van de macht, het zichbaar maken van geweld en destructie en de daarmee veranderende subjectiviteiten van groepen.
27
Culturele hybriditeit
Benadrukt de abstractie van een biologisch proces: het onderscheid tussen twee ongelijksoortige entiteiten die samenkomen en de gemengde aard van de entiteit die ze produceren. Het gaat om het product, en minder om de vermenging als proces. Wordt vaak over gesproken bij elementen die Europees zijn, maar net niet helemaal
28
Creolisering
Oorsprong begrip: tot slaafgemaakten of Europeanen in Amerikaanse kolonies. In de 19e eeuw in VS nieuwe betekenis, waardoor conflict ontstaat tussen elite en zwarte middenklasse. Krijgt in het artistieke manifesto een andere betekenis: eerdeer een onveranderlijke creoolse identiteit die voortkwam uit de dubbele aanpassing van totslaafgemaakten en de plantage-economie in het Caribisch gebied. => 2 visies op creolisering: 1. Brede toepasbaarheid: abstractie theorie voor het begrip van culturele vermenging dat leidt tot nieuwe culturele fenomen of praktijken 2. Specifieke toepasbaarheid: kan enkel begrepen worden in de concrete context van het Caribisch gebied, maar ook daarin moet gekeken worden naar wat er eigenlijk gebeurt wanneer dit concept wordt ingezet voor specifieke projecten van bijv. natievorming
29
Brathwaite
Creolisering = culturele actie gebaseerd op de respons van individuen in een samenleving op hun omgeving en op elkaar, die respons hangt af van de omstandigheden van de sociale constructie en compositie van nieuwkomers. Vaak is er een dominante en een ondergeschikte groep, aspect van witte controle.
30
Glissant
Zoekt in zijn werk naar een gedeelde Caribische werkelijkheid, krijgt vorm in de visie van antillianté en de theorie van creolité. Volgens hem moet je het concept gebruiken, zodat je er later afstand van kan doen.
31
Ontologisch pluralisme
Gaat ervan uit dat er niet zoiets bestaat als een gedeelde wereld met culturele variate, maar dat er verschillende werelden bestaan met elk een eigen logica, waarden, relaties en opvattingen over wat werkelijk is. Het gaat dus over verschillende opvattingen wat 'echt' is. Er bestaan dus meerdere werkelijkheden naast elkaar.
32
Descola
Kritisch op aanname dat overal verschillende mensen zijn met de natuur als objectieve achtergrond, ook dat idee is cultureel bepaald. Onderscheid verschillende manieren waarop mensen wereldwijd relaties tussen mens en niet-mens ordenen: naturalisme, animisme, totemisme en analogisme.
33
de Castro
Stelt dat het mens-zijn geen universele soortcategorie is, maar een perspectief. In andere culturen kunnen bijv. alle wezens persoon zijn, wat hun onderscheid is hoe zij de wereld waarnemen. Perspectivisme = de wereld is niet een gedeelde objectieve ruimte, maar een veelheid van perspectieven met elk een eigen werkelijkheid Multinaturalisme = meervoudige naturen binnen een gedeelde persoonlijke cultuur
34
Gloria Anzaldua
Beschrijft hoe het voelt om tussen werelden te leven: noemt die ervaring van deze tussenpositie mestiza consciousness = een vorm van bewustzijn die ontstaat uit de spanning van tegenstrijdige logica's => ontologische pluraliteit kan ook spelen binnen éen persoon
35
Maria Lugones
Introduceert wereldreizen = het vermogen om je in andere werelden te verplaatsen op een manier die niet koloniaal of beoordelend is, maar open respectvol. Vraagt om de volgende houding: - Speelsheid: durven loslaten van eigen vanzelfsprekendheden - Liefdevolle perceptie: bereid zijn iemand te zien zoals die zichzelf ziet - Etnische gevoeligheid: beseffen dat je een wereld binnenkomt die niet de jouwe is en je daar met zorg in beweegt Werelden zijn dus niet alleen culturele systemen, maar ook sociale ruimtes van betekenis, macht en identiteit.
36
Bleichmar
Laat zien hoe de Codex Mendoza een culturele vertaling op verschillende niveau's was: 1. Taalkundig: van Nahuatl naar Spaans 2. Media: van beeld naar tekst 3. Cultuur: van Azteekse naar Spaanse kaders Bij vertaling worden beelden geherinterpreteerd: reductie van betekenis, vanuit koloniaal perspectief => koloniale macht met context van geweld en verandering
37
Frijhoff
Analyseert toe-eigening als cultureel proces van betekenisgeving, het is een mechanisme en focust op de actieve rol van de gene die toe-eigent. Toe-eigening op twee manieren gebruikt: 1. Het in bezit nemen van: connotatie met onrechtmatige handeling 2. Iets tot geestelijk bezig maken
38
van Dam
Kijkt hoe historici zich hebben proberen los te maken van het raamwerk van de natiestaat: van vergelijkende geschiedschrijving, naar culturele transfer (Espange en Werner) en uiteindelijk naar de Histoire Croisee (Werner en Zimmerman) => dat richt zich op wederzijdse waarneming en interactie tussen actoren en analyseert hoe begrippen, kaders en perspectieven historisch zijn ontstaan en verweven
39
von Bottenburg
Heeft kritiek op de unidirectionele diffusie van de sportwereld vanuit GB naar de rest van de wereld, want deze visie negeert de rol van andere landen, reverse diffusion en lokale aanpassingen. Pleit daarnaast voor multi-directionele stromen: sport verspreid zich via complexe netwerken en niet alleen van centrum naar periferie.
40
Norton
Chocolade als wederzijdse beïnvloeding en vervlechting. De meso-amerikaanse chocolade was anders, en de eerste Europese reacties waren negatief, maar door langdurige blootstelling ontwikkelde Europese smaak. Verschillende mechanismen van transfer: huiselijke interacties, religieuze instellingen en sociale netwerken. Europeanen namen ook voorwerpen en technieken over, met ook aanpassingen op het recept. Benadrukt de embodied taste en de omgekeerde culturele invloed
41
Rodriguez/Tate
Creolisering vaak geassocieerd met culturele vermenging, maar wortels in koloniale geschiedenis: benadrukt onvoorspelbare transformaties en machtsdynamieken. Caribische denkers zien creolisering als een proces van verzet, Condé wijst op de beperkingen van creolité die andere historische Creoolse contexten negeert. Creolisering draagt eurocentrische identiteiten uit en benadrukt transversale convivaliteit
42
Colwill
Creolisering als betwist concept: historisch met raciale lading, wordt gevierd als culturele vermenging maar kan ook machtsongelijkheden verhullen. Casus van witte creolen die zich verzetten tegen creolisering, diasporisch perspectief of dat van de inheemse bevolking. Verges: creolisering vereist vergeten van oorsprongen, wat kan leiden tot het uitwissen van inheemse geschiedenissen