El presente perfecto Flashcards
(99 cards)
Ik heb geopend
He abierto
Jij hebt geopend
Has abierto
Hij/zij heeft geopend
Ha abierto
Wij hebben geopend
Hemos abierto
Jullie hebben geopend
Habéis abierto
Zij hebben geopend
Han abierto
Ik ben gestorven
He muerto
Jij bent gestorven
Has muerto
Hij/zij is gestorven
Ha muerto
Wij zijn gestorven
Hemos muerto
Jullie zijn gestorven
Habéis muerto
Zij zijn gestorven
Han muerto
Ik ben teruggekeerd
He vuelto
Jij bent teruggekeerd
Has vuelto
Hij/zij is teruggekeerd
Ha vuelto
Wij zijn teruggekeerd
Hemos vuelto
Jullie zijn teruggekeerd
Habéis vuelto
Zij zijn teruggekeerd
Han vuelto
Ik heb opgelost
He resuelto
Jij hebt opgelost
Has resuelto
Hij/zij heeft opgelost
Ha resuelto
Wij hebben opgelost
Hemos resuelto
Jullie hebben opgelost
Habéis resuelto
Zij hebben opgelost
Han resuelto