verbos irregulares en presente grupo seis Flashcards
(92 cards)
1
Q
Kennen
A
Conocer
2
Q
(auto)rijden
A
Conducir
3
Q
(aan)bieden
A
Ofrecer
4
Q
Vertalen
A
Traducir
5
Q
Herkennen
A
Reconocer
6
Q
Bedanken
A
Agradecer
7
Q
(op)groeien
A
Crecer
8
Q
Verschijnen
A
Aparecer
9
Q
Verdienen
A
Merecer
10
Q
Behoren
A
Pertenecer
11
Q
Ik ken
A
Conozco
12
Q
Jij kent
A
Conoces
13
Q
Hij/zij kent
A
Conoce
14
Q
Wij kennen
A
Conocemos
15
Q
Jullie kennen
A
Conocéis
16
Q
Zij kennen
A
Conocen
17
Q
Ik rij
A
Conduzco
18
Q
jij rijdt
A
Conduces
19
Q
Hij/zij rijdt
A
Conduce
20
Q
Wij rijden
A
Conducimos
21
Q
Jullie rijden
A
Conducís
22
Q
Zij rijden
A
Conducen
23
Q
Ik bied aan
A
Ofrezco
24
Q
Jij biedt aan
A
Ofreces
25
Hij/zij biedt aan
Ofrece
26
Wij bieden aan
Ofrecemos
27
Jullie bieden aan
Ofrecéis
28
Zij bieden aan
Ofrecen
29
Ik vertaal
Traduzco
30
Jij vertaalt
Traduces
31
Hij/zij vertaalt
Traduce
32
Wij vertalen
Traducimos
33
Jullie vertalen
Traducís
34
Zij vertalen
Traducen
35
Ik herken
Reconozco
36
Jij herkent
Reconoces
37
Hij/zij herkent
Reconoce
38
Wij herkennen
Reconocemos
39
Jullie herkennen
Reconocéis
40
Zij herkennen
Reconocen
41
Ik bedank
Agradezco
42
Jij bedankt
Agradeces
43
Hij/zij bedankt
Agradece
44
Wij bedanken
Agradecemos
45
Jullie bedanken
Agradecéis
46
Zij bedanken
Agradecen
47
Ik verschijn
Aparezco
48
Jij verschijnt
Apareces
49
Hij/zij verschijnt
Aparece
50
Wij verschijnen
Aparecemos
51
Jullie verschijnen
Aparacéis
52
Zij verschijnen
Aparecen
53
Ik groei (op)
Crezco
54
Jij groeit (op)
Creces
55
Hij/zij groeit (op)
Crece
56
Wij groeien (op)
Crecemos
57
Jullie groeien (op)
Crecéis
58
Zij groeien (op)
Crecen
59
Ik verdien
Merezco
60
Jij verdient
Mereces
61
Hij/zij verdient
Merece
62
Wij verdienen
Merecemos
63
Jullie verdienen
Merecéis
64
Zij verdienen
merecen
65
Ik behoor
Pertenezco
66
Jij behoort
Perteneces
67
Hij/zij behoort
Pertenece
68
Wij behoren
Pertenecemos
69
Jullie behoren
Pertenecéis
70
Zij behoren
Pertenecen
71
Ik rijd altijd naar mijn werk
Siempre conduzco a mi trabajo.
72
Andrea verschijnt altijd wanneer ze wil
Andrea siempre aparece cuando quiere
73
Mijn woordenschat groeit met elke les
Mi vocabulario crece con cada clase.
74
Ik herken altijd mijn fouten
Siempre reconozco mis errores
75
Ik bied mijn huis aan voor het feest
Ofrezco mi casa para la fiesta
76
Vertaal je voor Maria
Traduces a Maria?
77
Nederland behoort tot de Europese Uni
Holanda pertenece a la Unión Europea
78
Ken je Maria?
Conoces a María?
79
Ik bedank alle mensen voor hun hulp
Agradezco a toda la gente por su ayuda
80
Ik ken veel doctoren maar Ana kent geen enkele dokter
Conozco a muchos doctores, pero Ana no conoce a ningún doctor.
81
Soms vertaal ik spaans naar Nederlands en andersom
A veces yo traduzco de español a holandés y viceversa
82
Ik herken vaak nieuwe woorden in het spaans
Muchas veces yo reconozco palabras nuevas en español
83
Pedro verschijnt nooit wanneer ik zijn hulp nodig heb
Pedro nunca aparece cuando necesito su ayuda
84
Ik heb er geen woorden voor, echt, ik waardeer je help zo erg
No tengo palabras, realmente, yo agradezco mucho tu ayuda
85
Tijdens de vacantie rijden mijn vriend en ik van utrecht naar barcelona
En vacaciones, mi novio y yo conducimos desde Utrecht hasta Barcelona
86
De kinderen verdienen betere scholing
Los niños merecen una educación mejor
87
Geen
Ningún
88
Soms
A veces
89
Voor
Antes de
90
Vaak
Muchas veces
91
Werkelijk
realmente
92
Vanaf / sinds
desde
