H1.3: Chirurgische anatomie bewegingsapparaat

Question 1

hoe kun je veilig opereren?

Answer 1

• voorkomen schade aan zenuwen en bloedvaten
• internervous plane: scheidingsvlak tussen 2 spiergroepen die door verschillende zenuwen geïnnerveerd worden
• voorkomen weefselschade (druk, hitte, tractie)
• minimaal invasief
• kennis anatomie (en variaties)

Question 2

rontgen schouder (!)

Answer 2

memoriad

Question 3

in welke richting wordt een CT scan altijd gemaakt?

Answer 3

transversale richting

Question 4

retinaculum

Answer 4

uitloper van de fascie-structuren die iedere spier omgeeft

Question 5

flexoren vd pols oorsprong

Answer 5

mediale condyl van humerus

Question 6

lacertus fibrosus

Answer 6

uitwaaierend fascieblad van de biceps loopt over in de fascie van de flexoren. de biceps geeft dan een voorspanning op de flexoren van je onderarm zodat je pols stabiel gehouden wordt tijdens een tilbeweging (tegelijkertijd moeten antagonisten dit natuurlijk ook doen)

Question 7

cutaneus femoris lateralis

Answer 7

• perifere huidzenuwtak
• geeft het gevoel aan de zijkant van je bovenbeen

Question 8

radial nerve palsy (saturday night)

Answer 8

je kan je vingers en pols niet strekken door uitval van n. radialis omdat deze ter hoogte van de humerus is afgekneld

Question 9

n. radialis beloop

Answer 9

1. plexus brachialis
2. dorsaal op humerus
3. draait naar lateraal
4. komt naar ventraal toe
5. innerveert extensoren van pols en vingers (duim, wijs en middel)

Question 10

arthrodese

Answer 10

verstijven gewricht

Question 11

arthrolyse

Answer 11

losmaken gewricht

Question 12

arthrocentese

Answer 12

gewrichtspuntie

Question 13

osteotomie

Answer 13

doorsnijden of zagen of bijtelen

Question 14

osteosynthese

Answer 14

verbinden 2 botdelen