H1.8: Botaanleg, remodeling en reparatie Flashcards

(58 cards)

1
Q

2 vormen botvorming

A
  • enchondrale: kraakbeen vormt mal om botten aan te leggen
    =lange pijpbeenderen
  • membraneuze (desmale) ossificatie: zonder kraakbeen, gewoon meteen uit stamcellen bot, = platte botten (bv schedeldak)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bot=

A

gespecialiseerd bindweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bot bestaat uit 3 celtypen

A
  • osteoblasten
  • osteoclasten
  • osteocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

botcellen maken

A

botmatrix (collageen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat doet bot matrix

A

maakt calcium kristallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

osteoblast ontstaat door

A

differentiatie van mesenchymale stamcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

osteoblast produceert

A

osteoid: ongemineraliseerde botmatrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar liggen osteoblasten

A

naast botbalkjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

osteoblast activiteit

A

sterk wisselend. inactief = plat, actief = ronder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

osteoid

A
  • ongemineraliseerd botmatrix
  • daar worden calciumkristallen ingebouwd na ongeveer 10 dagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

osteoid bestaat uit

A
  • collageen I
  • botvormende proteines:
    =osteonectine
    =osteocalcine
    =AF
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

als je naar mineralisatie van botweefsel wil kijken

A

speciale kleuring: zwart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

osteoid percentages

A
  • 2% van botvolume
  • 20% van botoppervlak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

mineralisatie

A
  • mineralisatiefront
  • apatiet of hydroxyapatiet kirstallen
  • nauw gebonden aan collageen I
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

mineralisatie hoe

A
  • osteocalcine verhoogte Ca
  • AF verhoogt fosfaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

klinische relevantie mineralisatie

A

ter plaatse van mineralisatie ook inbouw van:
-radionucleotiden (Tc)- nucleaire geneeskunde
- tetracycline - pathologie
- metaal-geinduceerde osteomalacie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

osteoblasten na osteoid maken

A

worden helemaal omgeven door osteoid, en ze differentieren hierdoor naar osteocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

osteocyt

A
  • gematureerde osteoblast
  • ingevangen in osteoid en later bot
  • functie in mechanotransductie
  • uitgebreide contacten via canaliculi
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

osteoclast ontstaat vanuit

A

hematopoetische stamcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

osteoclast functie

A

resorptie van gemineraliseerd bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

osteoclast plek

A

gelegen in resorptie (Howship) lacunae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

hoe werkt een osteoclast

A

secretie van H+ en collagenase. hydroxyapatiet kristallen lossen op. maar al die eiwitten bestaan nog, en deze worden met enzymen kapot gemaakt (bv cathepsine K en MMP-9)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

adnere rol osteoclasten

A

calcium spiegels in bloed reguleren
(gaat omhoog bij hoge activiteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

klinische relevantie osteoclasten

A
  • RANK: bij RANKL-binding raakt osteoclast geactiveerd
25
denosumab
inhibeert RANK signaling bij reusceltumor bot of osteoporose
26
BMu
bone modelling unit
27
romodeling bot
memoraid!
28
calcitonine
- gemaakt door de schildklier - direct remmende werking op osteoclasten
29
PTH
- gemaakt door bijschildklier - geen osteoclast receptor, maar wel osteoblast - remt osteoblast en zorgt ervoor dat osteoblast IL(bv 6 en 11) maakt en hiermee osteoclast activeert
30
cementlijnen
markeren eerdere zones van remodeling
31
corticaal bot
voor kracht! haverse kanalen
32
kracht wordt opgevangen door
cortex
33
trabekelfunctie
calciumregulatie
34
M. Paget
osteoclast activerend virus => maar ook ostseoblast!! dus heeeel veel botopmbouw maar relatief even veel => gedeformeerde botten
35
stadia fractuurgenezing
1. breekt op. bloedvaatjes scheuren. periost scheurt. => hematoom 2. granulatieweefsel. (>48u) fibroblasten groeien in hematoom. ook macrofagen, ontstekingscellen. dit is heel jong bindweefsel dat op de plaats van het hematoom komt. 3. 'woven' intramembraneuze en enchondrale ossificatie (1-4 weken); de mesenchymale stamcellen die er liggen differentieren tot osteoblasten. 4. remodelling woven naar lamellair bot (>1mnd)
36
hematoom belang
eerste trigger om het genezingsproces op gang te zetten.
37
fractuur genezing
docu
38
klinische pathologie van bot
- cristabiopt (hemato, metabool) - jamshidi biopt (bottumor) (boortje) - excochleatie (bottumor) - excisie/resectie
39
bewerking pathologie bot
- ontkalking =EDTA/mierenzuur =meeste tumor vraagstellingen (snel, simpel, immunohistochemie) - inbedden plastic - zonder ontkalking (bij verdenking osteomalacie; daarbij is kalk ook van belang) =metabole botziekten (calcificatie kan beoordeeld worden) = hematologische ziekte (optimaal cel detail)
40
HE kleuring
cel morfo
41
goldner kleuring
mineralisatiestatus
42
thioninekleuring
mineralisatiestatus
43
zure fosfatase kleuring
osteoclasten
44
tetracycline kleuring
mineralisatie snelheid
45
golder kleuren
- niet gemineraliseerd = oranje - gemineraliseerd = groen/blauw
46
ken die percentages
47
bottumoren zijn ingedeeld obv wat de cellen produceren: kraakbeen
- enchondroom - chondrosarcoom
48
bottumoren zijn ingedeeld obv wat de cellen produceren: osteoid
- osteoom - osteoblastoom - osteosarcoom
49
bottumoren zijn ingedeeld obv wat de cellen produceren: vezels
- niet-ossificerend fibroom - fibrosarcoom
50
bottumoren zijn ingedeeld obv wat de cellen produceren: geen
- reusceltumor - ewing sarcoom
51
osteoom
- vnmlk in gelaat - heel dik botweefsel - lijkt op normaal corticaal botweefsel, maar dan dus heel veel
52
osteosarcoom
- je ziet geen uitgerijpt botweefsel - velden van osteoid (roze, oranje) - osteoblasten veel, wisselen van kernvorm en - grootte
53
endochondroom
- achtergrond van hyalien kraakbeen - hiertussen lacunae
54
chondrosarcoom
- kraakbeenmatrix - te veel cellen, te groot
55
ewing sarcoom
- maakt geen matrix - vormt zeeen van donkere cellen met weinig cytoplasma
56
combinatie van kliniek, radiologie en pathologie belangrijk! allemaal nodig!
57
grijs/blauwige achtergrond
kraakbeen
58