VO's W1 Flashcards
(85 cards)
1
Q
uit welke drie botten bestaat de schoudergordel?
A
- clavicula
- scapula
- proximale humerus
2
Q
cavitas glenoidale (gewrichtskom voor humeruskop) bestaat uit
A
- cava glenoidalis
- labrum glenoidale
3
Q
tuberculum minus zit…., majus …
A
mediaal
lateraal
4
Q
de bicepspees loop in het gewrricht door de groeve tussen
A
tuberculum minus en majus: de sulcus intertubercularis
5
Q
hierna hecht de bicepspees aan de bovenzijde van de cavitas glenoidalis aan op het
A
tuberculum supraglenoidale
6
Q
de bicepspees loopt dus …
A
intra articulair
7
Q
de biceps zitten vast aan het
A
tuberculum infraglenoidale
8
Q
4 gewrichten in schoudergordel
A
- a. glenohumerale (synoviaal)
- a. acromioclaviculare (AC) (syn)
- a. sternoclaviculare (syn_
- scapulothoracale glijvlak (schijngewricht)
9
Q
waardoor wordt synoviaal vocht geproduceer
A
membrana synovialis
10
Q
kraakbeen geeft geen pijn
A
11
Q
gewrichtskapsel bestaat uit
A
membrana synovialis (binnenkant)
membrana fibrose (buitenkant)
12
Q
… vergroot de congruentie van het glenoid met de caput humeri met 20%
A
labrum glenoidale
13
Q
ligamenten schouder
A
- lig. coracoclaviculare
- lig. sternoclaviculare
- lig. glenohumerale
- lig. coracoacromiale
14
Q
lig. coracoacromiale
A
vormt schouderdak samen met acromion en de processus coracoideus
15
Q
sagittale as
A
- adbductie
- adductie
16
Q
transversale as
A
- retroflexie
- anteflexie
17
Q
longitudinale as
A
- exorotatie
- endorotatie
18
Q
rotator cuff
A
- m. supraspinatus (abductie)
- m. infraspinatus (exorotatie)
- m. teres minor (exorotatie en adductie)
- m. subscapularis (endorotatie)
19
Q
tuberculum minus wat hecht hieraan
A
m. subscapularis
20
Q
tuberculum majus wat hecht hieraan
A
- m. supraspinatus
- m. infraspinatus
- m. terres minor
21
Q
m. deltoideus wordt geholpen met omhoog tillen door
A
m. supraspinatus
22
Q
schouder-arm
A
- rotator cuff
- m. deltoideus (ad, ab, ante, retro)
23
Q
romp - schouder
A
- m. levator scapulae (dorsaal)
- m. rhomboideus (dorsaal)
- m. pec minor (ventraal)
- m. trapezius
24
Q
romp-arm
A
- m. latissimus dorsi (endo en retro dorsaal)
- m. pectoralis major (ante en ad, ventraal)
25
m. pec minor
axiale skelet - schouder
26
m. pec major
axiale skelet - arm
27
pplexus brachialis ontspringen uit
C5-C8 en Th1
28
vanuit de rami ontstaan
3 trunci:
- sup
- medius
- inf
29
na de trunci volgen de
divisiones en fasciculi
30
de naamgeving van de fascuculi is obv
de lokalisatie tov a. axillaris: lat, post, medialis
31
na de fasciculi ontstaan 5 nervi
- n. musculocutaneus: motorisch + sensibel
- n. medius: carpale tunnel naar pols
- n. ulnaris: mediale zijde door sulcus epicondylus medialis
- n. axillaris: door fodda axillaris
- n. radialis: dorsaal en innerveert de extensoren vd hand
32
de n. medianus wordt gevormd door samenvoeging van ... en de ....
fasciculis lateralis en de fasciculus medialis
33
de rest van de fasciculus medialis vormt de
n. ulnaris
34
de rest van de fasciculis lateralis vormt de
n. musculocutaneus
35
de fasciculis postrrior vormt de
n. radialis en de n. axillaris
36
vanuit de aorta:
a. subclavia => a. axillaris => a. brachialis => a. radialis en ulnaris
37
a. brachialis
- ventraal
- richting elleboog
38
meeste schouderluxaties zijn richting ...
anterieur, omdat daar maar 1 spier zorgt voor stabiliteit
39
bij een anterieur naar beneden gerichte luxatie vd schouder kan er letsel ontstaan aan de
- n. axillaris
- labrum glenoidale (Bankart laesie)
- bot en labrum (ossale Bankkart laesie)
40
supraspinatus impingement
inklemming vd m. supraspinatus. hiernaast kan hij ook beschadigd raken door tendinitis calcarea
41
tendinitis calcafrea
kalkafzetting in de pees
42
popeye sign
proximale bicepsscheur bij caput longum
43
clavicula zit mediaal aan het sternum bast via
het sternoclaviculaire gewricht
44
de clavicula zit met het ... aan het acromion
AC-gewircht
45
acromion
onderdeel vd scapula die met spieren vastzit aan de romp
46
glenoid
kom waar de schouder in ligt
47
exorotatie
tuberculum minus draait naar lateraal en majus naar postero-lateraal
48
endorotatie
t. majus naar lateraal en t. minus naar anteromediaal
49
minus ligt ... tov majus
anterieur
50
de m. teres major ligt ... tov m. teres minor
caudaal
51
m. supraspinatus bevindt zich in
subacromiale ruimte tussen humeruskop en acromion
52
anatomische nek humerus
collum anatomicum: vormt de grens tussen de humeruskop aan de ene kant en de schacht en tuberculi aan de andere
53
chirurgische nek
collum chirurgicum: hals onder de humeruskop en tuberculi tov de schacht: fracturen
54
bicapitale groeve
tussen t. minus en majus
55
de pees van lange bicepskop loopt door de ..., .... over de humeruskop en zit vast aan het
bicipitale groeve, intraarticulair
tuberculum supraglenoidale
56
de pees van de korte kop zit vast aan het
processus coracoideus
57
a. subclavia naar a. axilaris waar
eerste rib hoogte
58
overgang axillaris naar brachialis
onderrand m. teres major
59
opname schouder
- anteroposterieur
- Y-opname: scapulolateraal
60
Y-opname
- processus cracoideus en acromion goed zichtbaar
61
impingement
inklemming vanw eefsels in schoudergewricht
62
hill-sachs laesie
bij anteromediale schouderluxatie is het posterolaterale deel van de humeruskop beschadigd
63
bankart laesie
letsel aan voorrand caudale deel
64
n. axillaris loopt
cuadaal vd humeruskop
65
röntgen foto richting
memoraid
66
anatomie röntgen schouder
memoraid
67
exorotatie rontgen schouder
je ziet beide tuberculi
68
endorotatie schouder rontgen
je ziet alleen tuberculum majus
69
anatomie rontgen schouder 2
memroaid
70
anatomie schouder rontgen 3
memoriad
71
anatomie rontgen schouder 4
memoriad
72
Met hoeveel gewricht zit de schoudergordel vast aan de romp?
1
73
welke spier ligt in de schouder outlet?
m. supraspinatus
74
T.o.v. de m. teres minor ligt de m. teres major:
caudaal
75
De arteria brachialis is een voortzetting van de arteria axillaris. Welke anatomische structuur markeert de overgang?
Onderrand m. teres minor
76
Het tuberculum minus ligt ... t.o.v. het tuberculum majus.
anterior
77
3 van de 4 rotator cuff spieren hebben een insertie aan het tuberculum majus en 1 rotator cuff spier heeft een insertie aan het tuberculum minus.
Welke spier heeft een insertie aan het tuberculum minus?
m. subscapularis
78
De groeve tussen het tuberculum majus en minus wordt de ... genoemd.
bicipitale groeve
79
De m. biceps brachii bestaat uit 2 spierbuiken, ook wel 2 koppen genoemd. De pees van de lange kop loopt door de bicipitale groeve (dit is intra-articulair) over de humeruskop en zit vast aan een tuberculum boven het glenoïd (supraglenoïde tuberkel). De pees van de korte kop zit vast aan:
het coracoid
80
Indien er nog twijfel is over de diagnose bij popeye sign kan deze worden worden bevestigd met:
echo of MRI
81
abductie
arm omhoog
82
adductie
arm omlaag
83
infraspinatus zorgt voor
exorotatie
84
artrose
- haak aan de humerus
- Glenoid witter (subchondrale sclerose)
- Cystevorming
- Smallere gewrichtsspleet.
85
