H2.9: Pijnmechanismen en pijnmedicatie Flashcards

(40 cards)

1
Q

pijnbestrijding

A
  • opioïden
  • corticosteroiden
  • NSAID: prostaglandine synthesetase remmers
  • paracetamol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

NSAID werking

A

uit fosfolipide kan arachidonzuur (precursor van heel veel metabolieten) vrijkomen. van arachidonzuur kunnen prostaglandines gemaakt worden (PG). deze kunnen pijn veroorzaken

memoraid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

prostaglandines functies

A
  • heat
  • redness
  • swelling
  • pain
  • loss of function
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aspirine

A
  • in de bast van de salix alba boom = acetylsalicylzuur
  • toepassing lage dosis: preventie coronaire hartziekten, TIA en CVA
  • toepassing hoge dosis: analgetisch, antipyretisch en anti-inflammatoir
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

COX

A
  • het enzym dat de PG vormt uit het arachidonzuur
  • komt op veel plekken voor, zoals bloedplaatjes waar het tromboxaan maakt wat zorgt voor plaatjes aggregatie
  • hiervoor geef je NSAID in lage dosering want in het bloed zijn die plaatjes dus al
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

COX-1

A
  • constitutief enzym: altijd aanwezig
  • maag
  • darmen
  • nieren
  • bloedplaatjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

COX-2

A
  • induceerbaar
  • INFLAMMATOIR
  • macrofagen
  • synoviocyten
  • endotheelcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

voor pijn, rem je

A

COX2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

aspirine

A

COX1 remmer
bij hoge dosis COX2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

COX 1 in maag

A
  • vormt beschermende PG
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

PG effecten in maag

A
  • dikkere muceuze laag
  • lagere pH gradient
  • meer bicarbonaat secretei
  • meer mucosale blood flow
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

probleem aspirine maag

A
  • ulcera
  • bloedingen
  • overlijden ?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

specifieke COX-2 remmers

A
  • halen nare maag bijwerkingen weg en stillen nog steeds pijn
  • celecoxib
  • rofecoxib
  • maaaar… verhoogde myocardinfarcten omdat je PGI2 remt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

COX1 maakt

A

tromboxaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

COX2 maakt

A

PGI2: tegenhanger van tromboxaan
PGE2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

myocardinfarct omdat ratio prostaglandine en tromboxaan versrootf

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

paracetamol

A
  • zwakke COX-1 en -2
  • kan bijv centraal (in de thalamus) PGE2 vorming onderdrukken, waarmee het koortsverlagende effect wordt verklaard
  • lever toxiciteit bij hoge doses, boven de 3g (want het bindt glutathion wat normaal anti-oxidant is) => geef acetylcysteïne !!!
18
Q

pijn

A
  • vervelende sensatie in een deel van het lichaam
  • belangrijkste klinische symptoom van musculo-skeletale aandoeningen
  • geassocieerd met vermijdend gedrag en stressrespons
  • levert belangrijke bijdrage aan de morbiditeit, functionele beperking en socio-economische kosten van reumatische ziekten
19
Q

3 verschillende soorten pijn

A
  • nociceptief (weefselbeschadiging)
  • neuropathisch (schade aan zenuwstelsel)
  • cognitieve factoren gedragsmechanismen omgevingsfactoren (noisiplastische pijn)
20
Q

pijn bij inflammatoire gewrichtsaandoeningen

A

=nociceptieve pijn
- synovitis/weefselschade => PG => ontstekingsmediatoren => activatie nociceptoren => A-delta en C-vezels => sensitizatie => PIJN

21
Q

ontstekingsmediatoren

A
  • PG: meest belangrijke rol in activatie en sensitizatie van fferente vezels in gewrichten
  • leukotrienen: sensitizeren nociceptoren bij mens en dier
  • bradykinine, serotonine, histamine: kortdurende activatie van afferente nociceptoren
  • substance P: stimuleert het vrijkomen van PG synoviale cellen
22
Q

2 soorten afferente neuronen

A
  • A-delta: gemyeliniseerde kleine diameter vezels, sneller: scherp
  • C-vezels: ongemyeliniseerde kleine diameter vezels, minder snel: zeurender

samen: huid, diepe somatische en viscerale structuren, maximale respons bij pijnstimuli: nociceptoren of pijnreceptoren

23
Q

pijn waar in hersenen

A

cortex, maar komt langs limische systeem, dus emoties en gevoelens

24
Q

gewrichtskapsel

25
ligamente
A-vezels
26
synovium
allebei
27
kraakbeen
geen
28
bot
onduidelijk, wrs wel nociceptieve innervatie
29
spier
A-delta en C-vezels
30
sensitizatie
door intense, herhaalde of langdurige stimuli in aanwezigheid van onstoken of beschadigd weefsel => -verlaging van activatiedrempel van afferente nociceptoren -verhoogde vuur freqwuentie voor alle stimulus intensiteiten bijdrage door ontstekingsmediatoren en klinisch belangrijk proces: in gesensitizeerde weefsels leiden onschadelijk stimuli tot pijn. hierdoor doet bewegen bv pijn
31
pijnladder
1a. paracetamol 1b. NSAID 1c. paracetamol + NSAID 2. overstappen op of toevoegen van een zwakwerken opioide 3. overstappen op of toevoegen van een sterk werkend opioide 4. parenterale toediening van een opioide
32
behandeling artrose
paracetamol
33
artritis behandeling
NSAID
34
fybromyalgie behandeling
- gedragstherapie - neurotransmitter
35
fibromyalgie
- chronisch pijn syndroom - tendynomyalgene pijn - widespread pain in afwezigheid van aantoonbare pathologie, met meestal meerdere bijkomende symptomen - aanhoudelijke lichamelijke klacht - onbekende somatische trigger
36
diagnose fibromyalgie
- klinisch beeld: uitgebreidheid pijn en tenderpoints (als plekken pijn doen die geen pijn horen te doen) - uitsluiten andere oorzaken - patroonherkenning - chronische pijnscoren
37
behandeling fybromyalgie
multidisciplinair: -fysio -ergo -maatschappelijk -psycho -goed slapen
38
behandeling fybromyalgie farmaco
pijnstillers -weinig effect -verslavend anti-depressiva -fluoxetine neurologische -gabapentine
39
doel =
pijn onder controle, niet weg
40