H2.1: Anatomie van onderarm, pols en hand Flashcards

(51 cards)

1
Q

extensoren zitten aan de … zijde van de hand

A

dorsale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

flexoren in de hand zitten aan de … zijde

A

plantaire/ventrale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke pees is die ene in het midden

A

pees van de spier m. palmaris longues

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar wordt de pees van palmaris longues voor gebruikt?

A

kruisband reconstructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoeveel carpalia hebben we?

A

8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

1/2/3/4/5

A

1 humerus
2 ulna radius
3 carpalia (zonder os pisiforme)
4 carpalia
5 metacarpalia
vingers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe heten die laterale uiteinden van radius en ulna?

A

proc. styloideus radii en ulnae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

als er iets mis is in de hand/pols, doet het ook echt daar op die plek pijn

A

bij schouder is minder specifiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

carpalia ezelsbruggetje

A

some lovers try positions that they can’t handle

vanaf proximaal aan radius kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

carpalia namen

A
  • os scaphoideum
  • os lunatum
  • os triquetrum
  • os pisiforme
  • os trapezium
  • os trapezoideum
  • os capitatum
  • os hamatum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

…. vormen het gewricht met je onderarm

A

scaphoid, lunatum en triquetum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

meest distale gewricht onderarm

A

radio-ulnaire gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

olecranon zit vast aan

A

ulna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

radius vormt bij de pols een gewricht met

A
  • os. scaphoideum
  • os lunatum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

als je de radius over de ulna draait,

A

neem je de twee carpalia mee (die vormen gewricht met radius). dus de carpalia draaien over de kop van de ulna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zit er tussen ulna en os lunatum/os triquetum?

A

een extra kraakbenige structuur: gespecialiseerd gecondenseerd mesenchym (kussentje). dit is een fibrocartilogeen complex in driehoek vorm:

cartilago intermedia triangularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

4 groepen ligamenten in hand/onderarm/pols

A

1) onderarm-carpus
2) ligamenta intercarpea
3) ligamenta carpometacarpea
4) ligamenta metacarpea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

geen ‘eigen’spieren voor de pols. behalve misschien

A

m. pronator quadratus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

2 groepen spieren pols

A
  1. onderarm (maar wel werkzaam op pols en vingers)
    1a. ventraal (flexoren)
    1b. dorsaal (extensoren)
  2. intrinsieke (korte) handspieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

ventrale flexoren groepen

A
  • 2 groepen lange die doorgaan tot in het puntje van de vingers en zorgen voor de flexie van de vingers
  • 2 groepen korte flexoren, aan radiaire kant en ulnaire kant, die zorgen voor de buiging van de pols en eindigen op de carpalia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

per vinger heb je … flexoren

A

2: oppervlakkig en diep (pronfundus en superficialis)

22
Q

origo flexoren

A

niet leren, maar voelen als je je onderarm vastpakt net onder je elleboog

ulnair/mediaal bij flexie. dus aan de mediale epicondyl

23
Q

origo extensoren

A

niet leren, maar voelen

lateraal/radiaal bij extensie. dus aan de laterale epicondyl

24
Q

insertie van flexoren en extensoren bestuderen

25
ligamentum retinaculum flexorum
vormt een kanaal waar alle pezen onderdoor gaan; carpale tunnel
26
wat loopt door carpale tunnel heen?
- beide lange flexoren (profundum en superficialis) - n. medianus - duimflexor: falicus (?) longues
27
carpal tunnel syndroom symptomen
- tintelingen in eerste 3 vingers - evt uitval n. medianus
28
flexoren vinger
- FDS: flexor digitorum superficialis: loopt naar middelste vingerkootje toe en loopt alleen over PIP heen - FDP: flexor digitorum profundus: gaat helemaal naar je eindkootje toe, en gaat over de DIP heen (distaal interfalangiaal gewricht)
29
per vinger hoeveel pezen?
2; voor FSD en FDP
30
hoe zorg je ervoor dat de pezen dicht tegen de benige structuren aan blijven?
extra ligamentjes: de pulleys
31
pulleys
annulare (in het midden van de vingerkootjes) crusiades (gekruisd: over DIP en PIP)
32
hoe kan het dat je niet al je vingers even goed los van elkaar kan bewegen?
ligamentjes tussen de pezen van de extensoren
33
binnen je hand zijn je flexoren en extensoren
alleen maar pezen; de spierbuik zelf zitten in de onderarm
34
extensoren groepen
- 1 groep lange: extensor digitorum communis - 2 groepen korte extensoren: extensor carpi radialis en extensor carpi ulnaris binnen deze groep korte RADIALE extensoren, heb je de longues (ECRL) en breves (ECRB)
35
vinculae tendineae
ligamentjes tussen pezen van externsoren. hoe meer je er hier van hebt, hoe moeilijker vingers afzonderlijk bewegen
36
waarom doen pink en wijsvinger makkelijk los bewegen?
er gaan 2 pezen naar pink en wijsvinger, en maar 1 naar de middelste twee vingers
37
pezen die met elkaar samen werken kunnen .. met elkaar in 1 peesschede zitten
goed, want die bewegen minder tov elkaar
38
als 2 pezen in dezelfde peesschede liggen terwijl ze veel tov elkaar bewegen, krijg je
wrijving => schade
39
dus iedere pees die een andere beweging maakt zit in een
andere peesschede
40
instinsieke handspieren
- m. thenar aan duimmuis - m. hypothenar aan de pinkmuis - muscules lumbricales: diepe handspieren voor buiging van falangen tov metacarpalia - interosseus palmaris: vingers sluiten - interosseus dorsales: vingers spreiden
41
waaraan hechten de muscules lumbricales
niet alleen aan de benige structuren, maar in de handpalm zelf hechten ze aan de pezen van de flexor digitorum profundus
42
innervatie onderarm flexoren
3 in je hand: (musculocutaneus blijft qua spieren in de bovenarm en axillaris blijft in de oksel) - radialis - medianus - ulnaris
43
n. medianus beloop naar hand
1.vanuit fasciculus lateralis en medalis komen takken af die doorgaan als n. medianus 2. loopt mediaal door je elleboog heen 3. gaat door m. pronator teres (en innerveert deze ook) 4. gaat door naar je vingers
44
m. pronator teres
n. medianus
45
wat doet n. medianus in vingers?
1) flexie eerste drie vingers 2) lumbricales van de eerste drie vingers sensibiliteit: zelfde gebied en de vingertoppen ook aan de rugzijde
46
n. ulnaris in elleboog waar
mediaal aan de ulnaire zijde tusen je mediale condyl en olecranon en loopt door aan de mediale zijde richting de hand. binnen de hand draait hij
47
n. ulnaris functie
1) flexie laatste 2 vingers 2) intrinsieke handspieren (interosseus en lumbircales) sensibiliteit: 1,5 vinger vanaf de pink in de palm, dorsaal 2 vingers en de onderste kwart aan die kant
48
n. radialis beloop
1) fasciculis posterior van achter 2) loopt dus ook dorsaal door de triceps 3) komt heel eventjes terug naar ventraal en splitst dan in 3 takken: superficiales, profundus en 1 richting membrana interossea
49
n. radialis
1) alle extensoren sensibiiteit: grootste deel dorsale zijde hand
50
vaten hand
- radialis splitst in 2 takjes net voor de pols (1 gaat over carpale tunnel heen en 1 duikt achter duim en komt tussen duim en wijsvinger naar de palm) hierdoor heb je 2 arci: =arcus palmaris superficialis met radialis en ulnaris =acrus palmaris profundus
51